ECLI:NL:RBDHA:2022:14867

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
23 september 2022
Publicatiedatum
23 januari 2023
Zaaknummer
NL22.4465
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om proceskostenveroordeling in asielzaak

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 23 september 2022 uitspraak gedaan over een verzoek van de verzoeker, die een proceskostenvergoeding aanvroeg. De verzoeker, vertegenwoordigd door mr. A.S. Sewman, had in beroep gegaan tegen de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, omdat deze niet tijdig had beslist op zijn asielaanvraag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de Staatssecretaris geen bezwaar heeft gemaakt tegen het verzoek om proceskostenvergoeding, aangezien er geen reactie is gekomen op het verzoek van de verzoeker. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat dit in deze zaak niet nodig was.

De rechtbank heeft overwogen dat de verzoeker recht heeft op vergoeding van de proceskosten, omdat de Staatssecretaris pas na het indienen van het beroep een beslissing heeft genomen. De rechtbank heeft de hoogte van de vergoeding vastgesteld op € 379,50, gebaseerd op het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb). Dit bedrag is berekend op basis van 1 punt voor het indienen van het beroepschrift, met een waarde van € 759,- en een wegingsfactor van 0,5, omdat de zaak enkel betrekking had op de overschrijding van de beslistermijn. De rechtbank heeft geen andere kosten in aanmerking genomen voor vergoeding.

De uitspraak is openbaar gemaakt en de verzoeker is geïnformeerd over de mogelijkheid om in verzet te gaan tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL22.4465
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[verzoeker] , verzoeker V-nummer: [V-nummer]

(gemachtigde: mr. A.S. Sewman),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het verzoek van verzoeker om vergoeding van zijn proceskosten. Verweerder heeft niet gereageerd op dit verzoek.

Overwegingen

De rechtbank nodigt partijen niet uit voor eenzitting, omdat dat in deze zaakniet nodig is (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)). Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
De rechtbank kan eenpartij de proceskosten vande tegenpartij laten betalen (artikel 8:75 en 8:75a van de Awb en het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb)).
Verzoeker is op 16 maart 2022 in beroep gegaan, omdat verweerder niet tijdig heeft beslist op zijn aanvraag. Op 24 augustus 2022 heeft verweerder alsnog eenbeslissing genomen op zijn aanvraag. Verzoeker heeft daarna het beroep tegenhet niet tijdig nemen van een besluit ingetrokken en daarbij de rechtbank verzocht om verweerder te veroordelen in de proceskosten.
Verweerder heeft niet gereageerd op het verzoek van verzoeker. De rechtbank leidt hier uit af dat verweerder er geenbezwaar tegenheeft om de proceskosten vanverzoeker te vergoeden.
Omdat verweerder pas nadat verzoeker in beroep is gegaan een beslissing heeft genomen, krijgt verzoeker eenvergoeding voor de proceskosten die hij heeft gemaakt. Verweerder moet dit betalen. Volgens het Bpb is dit eenvast bedrag omdat verzoeker een professionele (juridische) hulpverlener heeft ingeschakeld om voor hem een beroepschrift in te dienen.
Omdat de zaak alleen gaat over de vraag of de beslistermijn is overschreden, wordt een lager bedrag toegekend (wegingsfactor 0,5). Verder zijn er geen kosten gemaakt die vergoed kunnen worden. Toegekendwordt € 379,50 (1 punt voor het indienen van het beroepschrift, met een waarde per punt van € 759,- en een wegingsfactor 0,5).

Beslissing

De rechtbank veroordeelt verweerder in de proceskosten van verzoeker tot een bedrag
van € 379,50.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.J.A. Schaaf, rechter, in aanwezigheid van mr. M. van Ettikhoven, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
23 september 2022

Documentcode: [documentcode]

Rechtsmiddel

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u eenbrief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet eenverzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag eenzitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.