Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 5 september 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van een Algerijnse eiser. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 20 augustus 2022 de maatregel van bewaring opgelegd op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft tegen dit besluit beroep ingesteld, dat tevens als verzoek om schadevergoeding moet worden aangemerkt. Tijdens de zitting op 29 augustus 2022, die via een beeldverbinding plaatsvond, was eiser aanwezig met zijn gemachtigde en een tolk. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser de gronden voor de maatregel van bewaring niet heeft betwist, maar heeft wel aangevoerd dat zijn lichamelijke en psychische klachten in de belangenafweging meegewogen hadden moeten worden. De rechtbank oordeelt echter dat de GGD arts eiser detentiegeschikt heeft geacht en dat de belangenafweging door verweerder correct is uitgevoerd. De rechtbank concludeert dat de overdracht van eiser naar de Zweedse autoriteiten voldoende duidelijk is gemaakt en dat verweerder voortvarend heeft gehandeld. Het beroep van eiser wordt ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.