2.2DJI legt het volgende aan haar verzoeken ten grondslag. Zij voert namens de minister van Justitie en Veiligheid straffen en vrijheidsbenemende maatregelen uit die door de rechter zijn opgelegd. Zij is verantwoordelijk voor de dagelijkse zorg en veiligheid van justitiabelen en werkt op vele manieren met hen samen aan de voorbereiding op hun terugkeer in de samenleving. DJI, gevestigd te Den Haag, heeft in het land 50 vestigingen, waaronder de penitentiaire inrichting Alphen aan den Rijn (PI Alphen aan den Rijn). [verweerder] is op 3 november 2003 in dienst getreden bij DJI als detentietoezichthouder in Detentiecentrum Zeist, waarna hij meerdere functies heeft vervuld. Op 2 februari 2017 is hij aangenomen in de functie van plv. Hoofd Veiligheid bij de PI Alphen aan den Rijn. Op 10 juli 2018 heeft hij voor de periode van 1 augustus 2018 tot en met 31 juli 2019 tijdelijk de functie van Teamleider Beveiliging gekregen, opdat hij in die functie werkervaring kon opdoen. Aangezien zijn prestaties in die periode niet aan de verwachtingen voldeden, is de tot en met 31 juli 2019 lopende termijn op 30 juli 2019 verlengd tot en met 31 december 2019. Omdat DJI ontevreden bleef over zijn functioneren in de functie Teamleider Beveiliging, heeft DJI hem gevraagd om na te denken over de te nemen vervolgstappen. [verweerder] heeft toen verzocht om hem te plaatsen in de functie van Zorg & Behandel Inrichtingswerker (ZBIW’er) op de afdeling Inrichting Stelselmatige Daders (ISD-afdeling). Aldus is hij vanaf 1 januari 2020 binnen de PI Alphen aan den Rijn gaan werken in de functie van senior ZBIW’er. Hij is in die functie belast met de bewaring en beveiliging van in de inrichting geplaatste personen. Hij is in die functie voorts belast met intensieve individuele begeleiding van en zorg aan justitiabelen in hun leefsituatie. De senior ZBWI’er dient bij te dragen aan een humane uitvoering van de detentie, aan de beperking van detentieschade en aan het voorkomen van recidive. Met het oog op de vervulling van de functie van ZBWI’er heeft [verweerder] trainingen en cursussen gevolgd, waaronder de training woonbegeleiding en psychopathologie, omgaan met licht verstandelijk beperkte personen, herkennen bijzonder gedrag, ISD-training en veilig omgaan met medicatie. Daarnaast heeft hij gedurende zijn dienstverband bij DJI trainingen en cursussen gevolgd in verband met de eerder door hem bij DJI uitgeoefende functies, zoals de basisopleiding bewaarder. Verder heeft hij jarenlang bij het Interne Bijstand Team gezeten, welk team kan worden ingezet bij de handhaving van de orde en/of veiligheid van de vestiging en het beheersbaar maken van incidenten met een verhoogd veiligheidsrisico. De leden van dit team worden hiervoor opgeleid en de opgedane vaardigheden worden door middel van trainingen onderhouden. Op 17 maart 2020 heeft [verweerder] met de plv. vestigingsdirecteur van PI Alphen aan den Rijn gesproken over een tweetal incidenten waarbij [verweerder] was betrokken, te weten twee openstaande celdeuren en verkeerd uitgedeelde medicatie. Op 17 maart 2022 te circa 07:30 uur heeft er opnieuw een incident plaatsgevonden waarbij [verweerder] was betrokken. Dit betreft het volgende. Een van de in de PI Alphen aan den Rijn gedetineerde personen, hierna aan te duiden als: gedetineerde A, moest op 17 maart 2022, op zijn verzoek, worden overgeplaatst vanuit de PI Alphen aan den Rijn naar de PI Zutphen. [verweerder] en [complexbeveiliger] , complexbeveiliger, moesten gedetineerde A vanuit zijn cel begeleiden naar de Binnenkomst Afdeling Delinquenten (de BAD-afdeling) voor zijn aanstaande transport. Met het oog op zijn transport had hij de avond tevoren dozen gekregen om zijn persoonlijke spullen in te pakken. Bij het openen van zijn cel bleek het [verweerder] dat gedetineerde A zijn persoonlijke spullen niet had ingepakt. [verweerder] is die spullen toen zelf gaan inpakken en heeft gedetineerde aangespoord om dat ook zelf te doen. Vervolgens is er in de cel van gedetineerde A een heftige woordenwisseling ontstaan tussen gedetineerde A en [verweerder] . Volgens [verweerder] is er een dreigende sfeer ontstaan, waardoor hij zich genoodzaakt voelde om gedetineerde A een vuistslag te geven om de situatie weer rustig te krijgen. Daarbij heeft hij gedetineerde A in het gezicht geraakt. Na de vuistslag is gedetineerde A overgebracht naar de BAD-afdeling voor transport. Naar aanleiding van dit incident heeft DJI [verweerder] op 7 januari 2022 geschorst en heeft zij Bureau Integriteit, welk bureau binnen DJI een zelfstandige positie inneemt, verzocht om naar dit incident een feitenonderzoek in te stellen, hetgeen het Bureau is gaan doen. Gedetineerde A heeft van het incident aangifte gedaan bij de politie. Hij stelt dat hij als gevolg van de vuistslag gewond is geraakt. Het onderzoeksrapport van Bureau Integriteit is op 28 februari 2022 door DJI ontvangen. Bij brief d.d. 9 maart 2022 is dit rapport aan [verweerder] verzonden en partijen hebben hier op 10 maart 2022 over gesproken. Tijdens dit gesprek heeft DJI te kennen gegeven dat zij, gezien het rapport van Bureau Integriteit, geen vertrouwen meer in [verweerder] had en het wilde leiden tot de beëindiging van zijn arbeidsovereenkomst. Hierbij is het volgende van belang. Een ambtenaar als [verweerder] dient, met inachtneming van de Gedragscode Integriteit Rijk en de Gedragscode DJI, integer te handelen. Het niet integer handelen van een ambtenaar kan het aanzien van de overheid schaden en de motivatie van de burger om zich te conformeren aan de door de overheid opgelegde regels komt daardoor onder druk te staan. Aan DJI-medewerkers mogen extra hoge eisen worden gesteld ten aanzien van integriteit en onkreukbaarheid, omdat de in de PI verblijvende personen volledig van hen afhankelijk zijn. [verweerder] heeft niet aan deze eisen voldaan. Hij heeft op 7 januari 2022 eenzijdig fysiek geweld toegepast jegens gedetineerde A, zonder dat daarvoor een gerechtvaardigde grondslag was. Volgens de Gedragscode DJI is het niet toegestaan dat DJI-medewerkers geweld toepassen, niet onderling en ook niet tegen gedetineerden. Pas als er echt geen andere – lees verbale – mogelijkheden zijn, kan, voor de eigen bescherming of voor het onder controle krijgen van een situatie, volgens de geldende instructies geweld worden toegepast. DJI hanteert hierin een strikt beleid. DJI moet er op kunnen vertrouwen dat haar medewerkers zich aan dit beleid houden. Het beschamen van dit vertrouwen kan tot gevaarlijke situaties leiden op de werkplek en kan het beeld dat buitenstaanders hebben van DJI negatief kleuren. [verweerder] heeft niet professioneel gehandeld. Er ontstond een woordenwisseling tussen hem en gedetineerde A waarbij hij is gaan schreeuwen, terwijl hij, om te de-escaleren, rustig had moeten blijven . Tijdens deze heftige woordenwisseling met gedetineerde A heeft [verweerder] hem een duwtje in de rug gegeven, waardoor hij nog bozer is geworden. [verweerder] wist of behoorde te weten dat deze aanraking tot verdere escalatie kon leiden, zoals vervolgens heeft plaatsgevonden. Uiteindelijk escaleerde de situatie zodanig dat [verweerder] zich volgens zijn verklaring genoodzaakt zag om gedetineerde A een vuistslag te geven. Uit het onderzoek van Bureau Integriteit is niet gebleken dat gedetineerde A een dreigende houding tegenover [verweerder] had aangenomen. Hij is niet naar hem toegelopen en had geen gebalde vuisten. Hij boog enkel zijn hoofd wat naar [verweerder] toe. Bij Bureau Integriteit heeft [verweerder] verklaard dat er op dat moment nog wel een meter ruimte tussen hem en gedetineerde A zat. DJI-medewerkers dienen zich reactief op te stellen. Zij leren om veilige afstand te bewaren ten opzichte van gedetineerden indien deze agressie vertonen. Daarnaast leren zij, als zij worden aangevallen, hoe zij de aanval kunnen pareren. Het is dan ook niet de bedoeling dat de medewerker als eerste een klap uitdeelt. Gedetineerde A staat overigens niet bekend als een lastige gedetineerde, die (vaker) agressief gedrag vertoonde. Het was aan [verweerder] om orde, rust en veiligheid te handhaven en/of te herstellen. Hij heeft dit door zijn handelwijze nagelaten. Medewerkers van DJI die gedetineerdencontact hebben, worden er op getraind hoe zij moeten handelen in verschillende situaties met gedetineerde. Zij volgen na indiensttreding een beroepsopleiding. Vervolgens moeten zij jaarlijks 12 uur training volgen voor elementaire zelfverdediging en jaarlijks 12 uur training met betrekking tot de-escalerende vaardigheden. Medewerkers van DJI zijn er op getraind om verbaal de situatie onder controle te krijgen en alleen geweld toe te passen als het niet anders kan. Een van de basisregels is dat de gedetineerden niet worden aangeraakt, tenzij niets anders mogelijk is. [verweerder] heeft tijdens het incident van 7 januari 2022 op meerdere momenten niet op de juiste wijze gehandeld. Hij heeft geschreeuwd tegen gedetineerde A, hij heeft hem zonder noodzaak een duwtje gegeven en heeft hem ten slotte een vuistslag gegeven in het gezicht. Indien gedetineerde A richting [verweerder] bedreigingen heeft geuit, had [verweerder] afstand van hem kunnen en moeten nemen. Bovendien stond hij er niet alleen voor, maar had hij bijstand van [complexbeveiliger] . Door te handelen zoals hij heeft gedaan, heeft [verweerder] disproportioneel, grensoverschrijdend en (onnodig) escalerend gehandeld met een lichte verwonding van gedetineerde A tot gevolg. [verweerder] heeft zowel ten tijde als na het incident geen blijk gegeven zich van de bezwaarlijkheid van zijn handelen bewust te zijn. DJI acht de kans dat hij in de toekomst nogmaals in een dergelijke situatie terecht komt groot. Het handelen van [verweerder] is te kwalificeren als (ernstig) verwijtbaar handelen in de zin van artikel 7:669 lid 3 sub e BW. In de gegeven omstandigheden kan [verweerder] geen aanspraak maken op de transitievergoeding. Op dezelfde grond is er geen aanleiding om rekening te houden met de voor DJI geldende opzegtermijn.