ECLI:NL:RBDHA:2022:14733

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
26 juli 2022
Publicatiedatum
18 januari 2023
Zaaknummer
NL22.13181 en NL22.13183
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot Dublin-overdracht

Op 26 juli 2022 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Utrecht, uitspraak gedaan in de zaken met de nummers NL22.13181 en NL22.13183. De zaak betreft een verzoek om een voorlopige voorziening door eisers, die samen met hun minderjarige kinderen een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd hebben aangevraagd. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvragen niet in behandeling genomen, omdat Italië verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling van de asielverzoeken.

Eisers hebben tegen deze besluiten beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting op 26 juli 2022 zijn eisers niet verschenen, terwijl de verweerder zich heeft laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. De voorzieningenrechter heeft na de behandeling van de zaak ter zitting onmiddellijk uitspraak gedaan.

De voorzieningenrechter heeft de verzoeken om voorlopige voorziening afgewezen, met de motivering dat er op dezelfde dag uitspraak is gedaan in de beroepen met de zaaknummers NL22.13180 en NL22.13182, waardoor een voorlopige voorziening niet meer nodig is. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken door mr. P.J.M. Mol, in aanwezigheid van mr. M.A.W.M. Engels, griffier.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht
zaaknummers: NL22.13181 en NL22.13183
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaken tussen
[eiser] en [eiseres], eisers V-nummers: [V-nummer 1] en [V-nummer 2]
Mede namens hun minderjarige kinderen,
[minderjarige 1] en [minderjarige 2] ,
V-nummers: [V-nummer 3] en [V-nummer 4]
(gemachtigde: mr. T. Bruinsma), en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
(gemachtigde: mr. M.A. Ruijzendaal).

Procesverloop

Bij besluiten van 11 juli 2022 (de bestreden besluiten) heeft verweerder de aanvragen van verzoekers tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Italië verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoekers hebben tegen de bestreden besluiten beroep ingesteld. Zij hebben verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, samen met de zaken NL22.13180 en NL22.13182, op 26 juli 2022 op zitting behandeld. Verzoekers zijn, met bericht van verhindering, niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Na afloop van de behandeling van de zaak ter zitting heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk ter zitting uitspraak gedaan.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om voorlopige voorziening af.

Overwegingen

De rechtbank geeft hiervoor de volgende motivering.
Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL22.13180 en NL22.13182, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op de beroepen. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om die reden af.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 26 juli 2022 door mr. P.J.M. Mol, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. M.A.W.M. Engels, griffier.
Dit proces-verbaal is bekendgemaakt op:
26 juli 2022

Documentcode: [documentcode]

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.