ECLI:NL:RBDHA:2022:14689
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag omgevingsvergunning voor permanente kiosk op gemeentelijk terrein
In deze zaak heeft eiser, een inwoner van [woonplaats], een aanvraag ingediend voor een omgevingsvergunning voor het bouwen van een kiosk op een perceel in Den Haag. De aanvraag werd door het college van burgemeester en wethouders van Den Haag buiten behandeling gesteld, omdat de gemeente niet bereid was de onderliggende grond te verhuren voor de vestiging van een permanente kiosk. Eiser heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar het college heeft het bezwaar ongegrond verklaard. Eiser heeft vervolgens beroep ingesteld bij de rechtbank.
De rechtbank heeft op 15 september 2022 de zaak behandeld. Eiser was aanwezig, terwijl de gemeente werd vertegenwoordigd door haar gemachtigde. De rechtbank heeft vastgesteld dat de aanvraag niet kan worden ingewilligd, omdat de gemeente geen toestemming zal geven voor de vestiging van een permanente kiosk. De rechtbank oordeelt dat eiser geen belanghebbende is, omdat de gemeente zich verzet tegen de verwezenlijking van het bouwplan. Dit betekent dat de aanvraag niet kan worden aangemerkt als een aanvraag in de zin van de Algemene wet bestuursrecht.
Eiser heeft ook een beroep gedaan op het vertrouwensbeginsel, maar de rechtbank oordeelt dat er geen toezegging is gedaan door de gemeente die eiser redelijkerwijs de indruk kon geven dat zijn aanvraag zou worden goedgekeurd. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. J.B. Wijnholt en is openbaar uitgesproken op 20 oktober 2022.