1.3.Verweerder heeft bij het primaire besluit de kosten van de toegepaste bestuursdwang op in totaal € 6.235,75 vastgesteld en deze op eiser verhaald. Volgens de kostenspecificatie behorend bij dit besluit bestaan die kosten uit een totaalbedrag aan facturen van € 5.075,95 inclusief btw, € 659,80 aan flexibele opslag van 13% en € 500,-- aan vaste opslag. Eiser heeft hier bezwaar tegen gemaakt.
2. Bij het bestreden besluit heeft verweerder, onder verwijzing naar het advies van de Adviescommissie bezwaarschriften, het bezwaar van eiser deels gegrond verklaard. Eiser had een begin gemaakt met de sloopwerkzaamheden en twee containers voor sloopafval van 10 m³ bij [bedrijfsnaam 3] besteld. Verweerder heeft de kosten van de bestuursdwang verminderd met de facturen van [bedrijfsnaam 3] van € 1.009,90 en de kosten van bestuursdwang nader vastgesteld op € 5.094,64.
3. Eiser kan zich niet met het bestreden besluit verenigen en voert hiertegen het volgende aan. De kostenraming was ongeveer € 4.200,--, maar eiser kreeg opeens een rekening van € 6.235,75. Daarnaast had eiser zelf al kosten gemaakt en een deel van de kiosk laten slopen door [bedrijfsnaam 4] . Deze kosten van € 3.100,-- dienen ook in mindering te worden gebracht. Tot slot stelt eiser dat de werkzaamheden niet volledig zijn uitgevoerd door [bedrijfsnaam 1] , omdat er nog restanten van de kiosk staan, de vloer niet schoon is opgeleverd en de grond niet is geëgaliseerd zoals in de offerte van [bedrijfsnaam 1] is beschreven. Hij vreest dat er alsnog kosten op hem zullen worden verhaald om de werkzaamheden te voltooien. Ter zitting heeft eiser daaraan toegevoegd dat er nog gesprekken gaande zijn met de gemeente over de huurovereenkomst van de grond in verband met een nieuw te bouwen kiosk en dat, indien hij op deze locatie weer een kiosk zal mogen bouwen, hij nogmaals de kosten zal moeten dragen om de restanten te verwijderen en de vloer te egaliseren.
4. De rechtbank overweegt het volgende.
5. Eiser heeft een beroep op betalingsonmacht gedaan ten aanzien van het betalen van griffierecht in deze procedure. De rechtbank stelt eiser in deze procedure vrij van het betalen van griffierecht.
6. Ter discussie staat enkel de vraag of de kostenbeschikking terecht is vastgesteld op € 5.094,64. De last onder bestuursdwang ligt hier niet ter beoordeling voor.
7. De rechtbank stelt vast dat eiser naar aanleiding van de last onder bestuursdwang zelf een bedrijf heeft ingeschakeld, [bedrijfsnaam 4] , om de restanten van de kiosk te verwijderen. [bedrijfsnaam 4] heeft hiervoor een offerte opgesteld van € 4.000,-- inclusief btw. Eiser heeft een factuur overgelegd waarin staat dat hij wegens het tegenvallen van de sloopwerkzaamheden uiteindelijk € 3.100,-- contant aan [bedrijfsnaam 4] zou hebben voldaan. Ook heeft eiser twee facturen overgelegd waarin staat dat hij tweemaal € 504,95 contant aan [bedrijfsnaam 3] heeft voldaan voor twee containers van 10 m³. De rechtbank stelt verder vast dat [bedrijfsnaam 4] een begin heeft gemaakt met de sloopwerkzaamheden, maar dat de overtreding niet binnen de in de last onder bestuursdwang gestelde termijn is beëindigd.