Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser V-nummer: [v-nummer]
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 20 juli 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van een Tunesische eiser. De eiser, die in bewaring is gesteld op 3 mei 2022, heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft vastgesteld dat de maatregel van bewaring eerder is getoetst en rechtmatig was tot 16 mei 2022. De beoordeling richtte zich vervolgens op de rechtmatigheid van de maatregel na deze datum.
De eiser stelde dat er geen redelijk vooruitzicht was op zijn verwijdering naar Tunesië, aangezien er geen concrete vlucht was geboekt. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat er wel degelijk een vlucht op 23 juli 2022 was geboekt, waar de eiser op 15 juli 2022 van op de hoogte was gesteld. De rechtbank oordeelde dat de gronden voor de maatregel van bewaring gerechtvaardigd waren, gezien de vrees dat de eiser zich aan het toezicht zou onttrekken. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen, zonder aanleiding te zien voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door rechter R.J.A. Schaaf, in aanwezigheid van griffier K.F.K. Hoogbruin, en is openbaar gemaakt op 20 juli 2022. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.