In deze zaak heeft de kinderrechter op 22 december 2022 een beschikking gegeven over de voorlopige ondertoezichtstelling van twee minderjarigen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De aanleiding voor deze beslissing zijn ernstige zorgen over het letsel dat bij [minderjarige 2] is geconstateerd, waarbij de verklaring van de ouders niet overeenkomt met de ernst van het letsel. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er een risico bestaat voor de veiligheid van de kinderen in de thuissituatie, en dat er een jeugdbeschermer betrokken moet blijven om toezicht te houden op de situatie en de naleving van veiligheidsafspraken. De Raad voor de Kinderbescherming heeft het verzoek tot ondertoezichtstelling ingediend, en de ouders hebben aangegeven open te staan voor hulpverlening. De kinderrechter heeft besloten dat de voorlopige ondertoezichtstelling van beide kinderen van kracht blijft tot 14 maart 2023, om de veiligheid van de kinderen te waarborgen terwijl het onderzoek naar de toedracht van het letsel voortduurt.
De kinderrechter heeft ook bepaald dat de ouders geen inzage krijgen in het rekest met aanvullende informatie van de Raad, om de persoonlijke levenssfeer van [minderjarige 2] te beschermen en te voorkomen dat het politieonderzoek wordt doorkruist. De beslissing is genomen in het belang van de kinderen, waarbij de veiligheid voorop staat. De ouders zijn bijgestaan door hun advocaat, mr. M.J. Boers, en de beschikking is mondeling gegeven in het openbaar.