ECLI:NL:RBDHA:2022:14474
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige met ontwikkelingsbedreiging
In deze zaak heeft de kinderrechter op 22 december 2022 uitspraak gedaan over de ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [minderjarige]. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om ondertoezichtstelling van [minderjarige] voor de duur van één jaar en om een machtiging tot uithuisplaatsing in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder. De kinderrechter heeft kennisgenomen van het verzoekschrift en de feiten, waaronder de problematische situatie van [minderjarige] die in een accommodatie verblijft en een belaste voorgeschiedenis heeft, waaronder vermoedens van seksueel misbruik door de vader. De ouders zijn gescheiden en hebben gezamenlijk ouderlijk gezag, maar er zijn ernstige zorgen over de verstoorde verstandhouding tussen [minderjarige] en haar ouders. De kinderrechter heeft de zaak met gesloten deuren behandeld en [minderjarige] is in raadkamer gehoord. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er gronden zijn voor ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing, zoals genoemd in het Burgerlijk Wetboek. De kinderrechter heeft geoordeeld dat het noodzakelijk is dat [minderjarige] op een neutrale plek verblijft waar zij kan werken aan haar ontwikkeling en dat hulpverlening in het vrijwillig kader tot nu toe onvoldoende is gebleken. De kinderrechter heeft de verzoeken van de Raad toegewezen en de ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing voor de duur van één jaar uitgesproken, met de beslissing dat deze uitvoerbaar is bij voorraad.