Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
Beschikking van de kinderrechter
de Raad voor de Kinderbescherming, regio Haaglanden,
[minderjarige01] , geboren op [geboortedatum01] 2011 te [geboorteplaats01] ,
advocaat: mr. C.M.H. Revis, gevestigd te ’s-Gravenhage.
Rechtbank Den Haag
Op 8 december 2022 heeft de kinderrechter in de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende de ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [minderjarige01]. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er ernstige zorgen zijn over de ontwikkeling van [minderjarige01], die lijdt aan complexe kind-eigenproblematiek, waaronder LVB, autismespectrumstoornis en agressief gedrag. De moeder van [minderjarige01] heeft al het mogelijke gedaan om hulp te zoeken, maar de geboden hulp bleek niet toereikend. De kinderrechter heeft de Raad voor de Kinderbescherming en de gecertificeerde instelling betrokken bij de zaak, en na een zorgvuldige afweging van de feiten en omstandigheden, is besloten om [minderjarige01] onder toezicht te stellen voor een periode van één jaar en haar te machtigen tot uithuisplaatsing in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp voor zes maanden.
De kinderrechter heeft de noodzaak van deze maatregelen onderbouwd door te verwijzen naar de ernstige gedragsproblematiek van [minderjarige01], die niet in staat is om in een open setting te verblijven. De gesloten plaatsing is noodzakelijk om haar veiligheid en die van anderen te waarborgen, en om ervoor te zorgen dat de benodigde hulpverlening kan plaatsvinden. De kinderrechter heeft ook de betrokkenheid van de jeugdbeschermer benadrukt, die de moeder zal ondersteunen en de overplaatsing naar een vervolgplek zal coördineren. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.