ECLI:NL:RBDHA:2022:14397
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- S.G.M. van Veen
- R.P. Stehouwer
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 18 juli 2022 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoekster, een Syrische vrouw geboren in 2000, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Deze aanvraag was door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen op 23 mei 2022, omdat deze als kennelijk ongegrond werd beschouwd. Verzoekster heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 29 juni 2022, waarbij verzoekster werd bijgestaan door haar gemachtigde, mr. P.L.E.M. Krauth, en een tolk, J. Alkinani. Ook familieleden van verzoekster waren aanwezig. Tijdens de zitting werd duidelijk dat er al een uitspraak was gedaan in een andere zaak (NL22.9744) die betrekking had op verzoekster, waardoor de voorzieningenrechter oordeelde dat een voorlopige voorziening niet meer nodig was. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening dan ook afgewezen. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.