ECLI:NL:RBDHA:2022:14330
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van Iraakse biseksuele man met problemen door werk in discotheek
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 15 juli 2022 uitspraak gedaan in een asielprocedure van een Iraakse man die een verblijfsvergunning asiel had aangevraagd. Eiser, die biseksueel is, had eerder een aanvraag ingediend die was afgewezen. De rechtbank had in een eerdere uitspraak van 24 juli 2017 het beroep tegen die afwijzing ongegrond verklaard, en deze uitspraak was door de ABRvS bevestigd. In het bestreden besluit van 13 juni 2022 heeft de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de nieuwe aanvraag van eiser afgewezen als kennelijk ongegrond. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld.
Tijdens de zitting op 29 juni 2022 heeft eiser zijn asielrelaas toegelicht, waarin hij zijn seksuele geaardheid en de problemen die hij ondervond door zijn werk in een discotheek naar voren bracht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gehoormedewerker tijdens het gehoor voldoende gelegenheid heeft gegeven aan eiser om zijn gevoelens en ervaringen te delen. Eiser heeft echter niet overtuigend kunnen verklaren over zijn seksuele gerichtheid, wat de rechtbank als oppervlakkig heeft beoordeeld. De rechtbank oordeelt dat verweerder voldoende rekening heeft gehouden met de achtergrond van eiser, maar dat de verklaringen over zijn seksuele geaardheid niet geloofwaardig zijn.
De rechtbank heeft ook geoordeeld dat eiser tegenstrijdige verklaringen heeft afgelegd over de aanleiding van de problemen die hij heeft ervaren, en dat deze tegenstrijdigheden afbreuk doen aan de geloofwaardigheid van zijn asielrelaas. Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard, en de aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel is afgewezen als kennelijk ongegrond. De uitspraak is openbaar gemaakt op 15 juli 2022.