Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam] , eiser,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 27 december 2022 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, een Egyptische nationaliteit, heeft op 10 juni 2022 een asielaanvraag ingediend in Nederland. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvraag niet in behandeling genomen, omdat Oostenrijk verantwoordelijk is voor de behandeling op basis van de Dublinverordening. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld. Tijdens de zitting op 15 december 2022 is eiser verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde, en is er een tolk aanwezig geweest. De rechtbank heeft de argumenten van eiser, die stelde dat hij afhankelijk is van de zorg van zijn zus in Nederland, overwogen. Eiser voerde aan dat zijn zus niet naar Oostenrijk kan gaan vanwege haar eigen gezin en dat er sprake is van een afhankelijkheidsrelatie. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat eiser niet voldoende bewijs heeft geleverd voor zijn medische situatie en dat de zorg ook door anderen kan worden verleend. De rechtbank concludeert dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die de overdracht aan Oostenrijk onredelijk zouden maken. Het beroep van eiser is ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er kan binnen een week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.