ECLI:NL:RBDHA:2022:14238
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Besluitvorming inzake inschrijving in de Basisregistratie Personen en voorlopige voorziening
In deze zaak heeft verzoeker op 16 november 2021 een aanvraag ingediend voor inschrijving in de Basisregistratie Personen (BRP) bij de gemeente Gouda. De baliemedewerkster heeft verzoeker mondeling meegedeeld dat er binnen vier weken een beslissing op zijn aanvraag zou volgen. Verzoeker heeft echter bezwaar gemaakt tegen deze mondelinge mededeling en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft op 14 maart 2022 uitspraak gedaan op dit verzoek.
De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de mondelinge mededeling van de baliemedewerkster niet kan worden aangemerkt als een besluit in de zin van artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Er is niet voldaan aan het schriftelijkheidsvereiste, en er is geen sprake van een schriftelijke weigering of het niet tijdig nemen van een besluit. Hierdoor is het verzoek om een voorlopige voorziening niet-ontvankelijk verklaard.
De voorzieningenrechter heeft ook aangegeven dat het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoeker met betrekking tot een eerder besluit van 14 december 2021 aan de orde is in een andere zaak. Tot slot is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling, en tegen deze uitspraak kan geen hoger beroep worden ingesteld.