Op 27 december 2022 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen eisers, [eiser 1] en [eiser 2], en het college van burgemeester en wethouders van Krimpenerwaard. De zaak betreft een omgevingsvergunning die op 24 oktober 2019 was verleend aan een vergunninghoudster voor het uitbreiden van dieraantallen en het legaliseren van een mestscheider. Eisers hebben beroep ingesteld tegen dit besluit, met als belangrijkste bezwaar dat het besluit onvoldoende gemotiveerd was op het aspect geluid.
De rechtbank heeft op 20 april 2022 een tussenuitspraak gedaan, waarin werd vastgesteld dat het bestreden besluit met betrekking tot geluid niet voldoende was onderbouwd. Verweerder kreeg de gelegenheid om het gebrek te herstellen. In reactie op de tussenuitspraak heeft verweerder een aanvullend akoestisch onderzoek ingediend, waaruit zou blijken dat voldaan wordt aan de geluidvoorschriften.
Eisers hebben de deugdelijkheid van dit onderzoek betwist, maar de rechtbank oordeelde dat het akoestisch onderzoek zorgvuldig was uitgevoerd en voldoende onderbouwing bood. De rechtbank concludeerde dat het maximale geluidniveau ter plaatse van de woningen van derden niet meer bedraagt dan 51 dB(A) in de nachtperiode, waarmee voldaan wordt aan de geldende geluidseisen.
De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het bestreden besluit voor zover het betrekking had op geluid, maar liet de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand. Dit betekent dat de vergunninghoudster de uitbreiding van het aantal dieren mag realiseren en dat de mestscheider is gelegaliseerd. Tevens werd verweerder veroordeeld tot het vergoeden van griffierecht en proceskosten aan eisers.