Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Beslissing
Overwegingen
Omdat eisers zijn vrijgesteld van het betalen van griffierecht hoeft verweerder dat niet te vergoeden.
Rechtbank Den Haag
Op 22 december 2022 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak waarin eisers, bestaande uit zes personen met V-nummers, een voorlopige voorziening vroegen tegen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De eisers hadden bezwaar gemaakt tegen een bepaling in een besluit van 24 november 2022, waarin werd gesteld dat zij pas vanaf 7 april 2023 een afspraak konden maken bij de ambassade voor de verstrekking van hun machtigingen tot voorlopig verblijf (mvv’s). De rechtbank oordeelde dat er geen wettelijke basis was voor deze nareismaatregel en dat het uitstel van de verstrekking van de mvv’s in strijd was met de Vreemdelingenwet 2000 en de Gezinsherenigingsrichtlijn. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond en vernietigde het bestreden besluit, waarbij het verweerder opdroeg om de Nederlandse ambassade in Teheran binnen 24 uur na de uitspraak te machtigen om de mvv’s aan eisers af te geven. Tevens werd verweerder veroordeeld tot betaling van proceskosten aan eisers tot een totaalbedrag van € 2.277,-. De uitspraak benadrukt de kwetsbare positie van de eisers, die recht hebben op gezinshereniging en bescherming in Nederland.