ECLI:NL:RBDHA:2022:1410

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
26 januari 2022
Publicatiedatum
23 februari 2022
Zaaknummer
AWB - 20 _ 6422
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toepassing van het verlaagde btw-tarief op besloten themafeesten en de rol van muziekuitvoeringen

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 26 januari 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een organisatie die besloten themafeesten organiseert, en de inspecteur van de Belastingdienst. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen naheffingsaanslagen omzetbelasting voor de jaren 2013 tot en met 2018, waarbij zij betoogde dat de feesten onder het verlaagde btw-tarief vallen. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat de feesten als muziekuitvoeringen kunnen worden aangemerkt. De rechtbank oordeelde dat de optredens van dj's en dansers slechts een bijkomende rol spelen en dat de bezoekers primair komen voor de sociale interactie en niet voor de muziek. De rechtbank concludeerde dat de feesten niet voldoen aan de criteria voor het verlaagde tarief zoals vastgelegd in de Wet op de omzetbelasting 1968 en de bijbehorende richtlijnen. De beroepen van eiseres zijn ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Den Haag.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Team belastingrecht
zaaknummers: SGR 20/6422, SGR 20/ 6423, SGR 20/6424, SGR 20/6425, SGR 20/6426, SGR 20/6427 en SGR 20/6428

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 26 januari 2022 in de zaken tussen

[eiseres] , te [woonplaats] , eiseres
(gemachtigde: mr. J.J.M. Lamers),
en

de inspecteur van de Belastingdienst, verweerder.

Procesverloop

Verweerder heeft aan eiseres de volgende naheffingsaanslagen omzetbelasting (de naheffingsaanslagen) opgelegd:
-1 januari 2013 tot en met 31 december 2013: € 2.250;
-1 januari 2014 tot en met 31 december 2014: € 9.805;
-1 januari 2015 tot en met 31 december 2015: € 17.886;
-1 januari 2016 tot en met 31 december 2016: € 17.785;
-1 januari 2017 tot en met 31 december 2017: € 14.230;
-1 januari 2018 tot en met 30 september 2018: € 8.531.
Bij de naheffingsaanslagen voor de tijdvakken 2013 tot en met 2017 is tevens belastingrente in rekening gebracht.
Eiseres heeft tegen deze naheffingsaanslagen bezwaar gemaakt. Verder heeft zij bezwaar gemaakt tegen de voldoening van omzetbelasting op de aangifte voor het tijdvak 1 oktober 2018 tot en met 31 december 2018.
Verweerder heeft bij uitspraken op bezwaar van 28 augustus 2020 de bezwaren ongegrond verklaard.
Eiseres heeft daartegen beroep ingesteld. De rechtbank heeft het beroep vervolgens gesplitst in bovenvermelde zaaknummers.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Eiseres heeft vóór de zitting nadere stukken ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 15 december 2021 via een Skypeverbinding. Eiseres en haar gemachtigde hebben daaraan deelgenomen. Namens verweerder hebben drs. [A] en [B] daaraan deelgenomen.

Overwegingen

Feiten
1. Eiseres organiseert tegen vergoeding besloten themafeesten (de feesten) en is als zodanig ondernemer in de zin van artikel 7 van de Wet op de omzetbelasting 1968 (de Wet OB).
2. Eiseres heeft op haar aangiften over de periode 1 januari 2013 tot en met
30 september 2018 voor de feesten omzetbelasting voldaan naar het verlaagde tarief. Op de aangifte voor het vierde kwartaal van 2018 heeft zij hiervoor omzetbelasting voldaan naar het algemene tarief.
3. Eiseres maakt de feesten bekend via Facebook, via een eigen website en via een mailinglist voor vaste klanten. De feesten vinden plaats op exclusieve locaties die tot kort voor het feest geheim worden gehouden. Voor de feesten moet vooraf een ticket worden gekocht, aan de deur vindt geen kaartverkoop plaats. Tickets worden uitgegeven op naam en bij binnenkomst wordt dit gecontroleerd. Op een feest draaien over het algemeen twee tot drie dj’s en treden dansers op.
4. Voor de feesten gelden algemene kledingvoorschriften. Indien daaraan niet wordt voldaan, mag men niet naar binnen. Vrouwen hebben uitsluitend toegang wanneer zij zijn gekleed in sexy lingerie. Mannen moeten een nette pantalon en overhemd dragen, spijkerbroeken en sneakers zijn verboden. Mannen mogen met ontbloot bovenlijf verschijnen indien zij beschikken over een voldoende gespierd bovenlijf. Mannen hebben alleen toegang tot de feesten wanneer zij worden vergezeld door een vrouw, vrouwen mogen ook alleen komen. De kledingvoorschriften kunnen wat kleur en stijl betreft worden afgestemd op het desbetreffende thema van het feest (bijvoorbeeld Valentine Love Edition, X-mas Party, Summer in the City).
5. Op de website van eiseres ( [website] ) staat verder onder meer het volgende:
Sexy dance events for those who dare.
[bedrijfsnaam] organiseert sexy dance party’s in exclusieve locaties in Europa.
Haar motto ‘Kwaliteit is een Keuze‘ staat garant voor het level van deze hoogwaardige dance party’s in adembenemende locaties waar de [bedrijfsnaam] DJ’s de gasten de hele nacht meenemen in hun sensuele dancemuziek!

In de woorden van...

"De dresscode en open minded gasten van [bedrijfsnaam] zorgen samen voor een onvergetelijke dans ervaring."
"Esmee", 35 Jaar
"
"Geweldige danceparty’s op de meest prachtige locaties. Extra spannend en verassend omdat deze tot kort van tevoren geheim zijn."
"Isabelle", 41 Jaar

Evenementen

Sexy Dance events

Open minded Sexy Exclusive

Toegangsbeleid

(…)
Tijdens de party is uitdagend en sexy gedrag toegestaan. Seksuele handelingen daarentegen niet. Ook drugsgebruik en overmatig alcoholgebruik zijn niet toegestaan.
Het is, buiten officieel door de organisatie aangewezen fotografen, niet toegestaan foto’s te maken op [bedrijfsnaam] feesten.
Deelnemers kunnen vooraf gefouilleerd worden.
(…)
Leeftijd
Deelnemers behoren tussen de 21 en 50 jaar oud te zijn! [bedrijfsnaam] heeft het recht haar gasten hier op aan te spreken.
Dit is zeker geen keiharde richtlijn want er zijn genoeg mensen boven de 50 jaar die hier niet naar uit zien en zich hier naar kleden (lingerie is een ruim begrip en is méér dan een beha en een string alleen).
Maar we krijgen soms klachten van aanwezige gasten over andere gasten die (ver) boven deze leeftijd zitten en zich daar niet naar kleden.
Daarom zien wij ons genoodzaakt hier naar te handelen en letten scherp op de leeftijd én kledingkeuze van de gasten en zullen desbetreffende mensen hierop aan te spreken.
Maar het is absoluut de lijn die we volgen om de kwaliteit van onze sexy party’s met dresscode lingerie te borgen.”
Geschil
6. In geschil is of de feesten die eiseres organiseert onder het verlaagde tarief vallen als bedoeld in artikel 9, tweede lid, letter a, van de Wet OB in samenhang met post b.14, onderdeel d, van de bij de Wet OB behorende Tabel I (post b.14.d). Tussen partijen is niet in geschil dat eiseres één prestatie verricht.
7. Eiseres stelt primair dat sprake is van het verlenen van toegang tot muziekuitvoeringen als bedoeld in post b.14.d. Subsidiair stelt zij dat sprake is van danceparty’s als bedoeld in de Toelichting op post b.14.d (de Toelichting) [1] . Ter zitting heeft zij daaraan toegevoegd dat wanneer er geen sprake zou zijn danceparty’s, haar activiteiten moeten worden beschouwd als een show in de zin van de Toelichting.
8. Verweerder stelt zich op het standpunt dat de feesten als zodanig niet kunnen worden aangemerkt als muziekuitvoering en dat deze evenmin gelijk te stellen zijn met danceparty’s of shows als bedoeld in de Toelichting, omdat het de bezoekers van de feesten niet gaat om de optredende dj’s maar om het leren kennen van “open-minded” koppels/vrouwen voor nadere kennismaking. Daarnaast zijn de feesten volgens verweerder primair gericht op erotisch vermaak.

Beoordeling van het geschil

9. Op grond van artikel 98 van de richtlijn 2006/112/EG van de Raad van
28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (de Btw-richtlijn) is het de lidstaten toegestaan een verlaagd tarief toe te passen op de in bijlage III bij de Btw-richtlijn vermelde categorieën goederen en diensten. Bijlage III vermeldt onder 7. “het verlenen van toegang tot shows, schouwburgen, circussen, kermissen, amusementsparken, concerten, musea, dierentuinen, bioscopen, tentoonstellingen en soortgelijke culturele evenementen en voorzieningen”.
10. Nederland heeft van de in artikel 98 van de Btw-richtlijn geboden mogelijkheid gebruik gemaakt door, onder meer, in post b.14.d het verlenen van toegang tot muziekuitvoeringen en toneeluitvoeringen, daaronder begrepen opera’s, operettes, dansen, pantomimes, revues, musicals en cabarets, alsmede lezingen, met uitzondering van peepshows en andere optredens die primair zijn gericht op erotisch vermaak onder het verlaagde tarief te rangschikken.
11. In de memorie van toelichting [2] is onder andere het volgende vermeld:
"Op grond van de btw-tarieflijst kan het verlaagde tarief worden toegepast op onder meer het verlenen van toegang tot shows, schouwburgen, concerten, musea, bioscopen, tentoonstellingen en soortgelijke culturele evenementen. De bijlage sluit derhalve geen enkele culturele prestatie uit van de toepassing van het verlaagde btw-tarief. Mede in verband hiermee heb ik besloten evenmin restrictief te zijn, en voor te stellen in Nederland in dezen dezelfde reikwijdte te geven aan de toepassing van het verlaagde tarief. In verband hiermee is in de wettekst expliciet aangegeven dat onder muziekuitvoeringen en toneeluitvoeringen ook zijn begrepen opera's, operettes, dansen, pantomimes, revues, musicals en cabarets."
12. In de Toelichting is over post b.14.d onder meer het volgende opgenomen:
5. Muziekuitvoeringen en toneeluitvoeringen (vanaf 1 juli 2012)
Bij het verlenen van toegang tot de in de post genoemde podiumkunsten gaat het om optredens van de uitvoerders van de in de post bedoelde podiumkunsten waarvoor afzonderlijk toegang wordt verleend. Dat wil zeggen dat voor de optredens daadwerkelijk aparte toegangsbewijzen worden verstrekt. Zo heeft de post geen betrekking op het verlenen van toegang tot bijvoorbeeld een discotheek of buitenterrein, waarbij het optreden van de artiest(en) een ondergeschikte betekenis heeft en waarbij voor dat optreden geen afzonderlijke toegangsprijs in rekening wordt gebracht.
Het verlenen van toegang tot een ‘show’ waarbij het geheel van het aangebodene wordt ervaren als cultureel amusement/vermaak valt onder de post. Het aangebodene kan dan als het geheel onderdeel uitmakend van de show bijvoorbeeld bestaan in het optreden van een band, een lezing, interviews met gasten over culturele onderwerpen, presentatie van een culturele agenda enz.
(…)
5.2
Muziekuitvoeringen
(…)
Dance-parties zijn evenementen waarbij diskjockeys en/of live-muzikanten optreden. Deze parties zijn als muziekuitvoeringen in de zin van de post te beschouwen.
13. Zowel punt 7 van bijlage III bij de Btw-richtlijn als post b.14.d zien op het verlenen van toegang tot uitvoeringen door artiesten dan wel gezelschappen. Het gaat er daarbij om dat bezoekers de toegangsprijs betalen om een bepaalde artiest of een bepaald gezelschap te zien optreden. Dit heeft naar het oordeel van de rechtbank ook te gelden voor de danceparty’s die in de Toelichting worden beschouwd als muziekuitvoeringen. Dat betekent dat de feesten die eiseres organiseert alleen gelijk kunnen worden gesteld met dergelijke danceparty’s indien de bezoekers de toegangsprijs betalen om het optreden van een specifieke dj of dj’s te ervaren. Aangezien het verlaagde tarief een uitzondering is op de hoofdregel, dient eiseres dat aannemelijk te maken.
14. De enkele stelling dat de bezoekers van de feesten liefhebbers zijn van housemuziek en dat wanneer eiseres zou kiezen voor een andere muziekstijl zij een andere clientèle zou hebben, is daarvoor onvoldoende. Eiseres heeft geen stukken overgelegd waaruit blijkt dat de bezoekers primair komen voor de optredende dj’s. De rechtbank acht op zichzelf ook niet aannemelijk dat iemand die een bepaalde dj wil zien optreden bereid zal zijn zich daarvoor te onderwerpen aan de voorwaarden die eiseres stelt aan deelname aan haar feesten. Gesteld noch gebleken is dat de door eiseres ingehuurde dj’s slechts via dit soort besloten feesten kunnen worden gezien. Gezien de kledingvoorschriften, het toegangsbeleid en de tekst op de website van eiseres zijn de feesten van eiseres veeleer gericht op het in een sfeervolle ambiance in contact komen met gelijkgezinde andere koppels en/of individuele vrouwen en het kunnen onderzoeken of men met elkaar verdere avonturen zou kunnen en willen beleven. De optredens van de dj’s en de dansers dienen slechts ter bevordering van de aangename en feestelijk sfeer en zijn aldus van bijkomende aard. Zij zijn niet de reden voor de bezoekers om de toegangsprijs te betalen. Uit het voorgaande volgt dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat de door haar georganiseerde feesten moeten worden aangemerkt als muziekvoorstelling in de zin van post b.14.d.
15. Eiseres heeft voor haar enkele stelling dat haar feesten kunnen worden aangemerkt als een show als bedoeld in punt 7 van bijlage III bij de Btw-richtlijn en de Toelichting geen nadere feiten of omstandigheden aangedragen noch die stelling onderbouwd met bewijsstukken. Dat er ook dansers optreden is daarvoor onvoldoende, dat gebeurt immers ook in reguliere discotheken en clubs. Ook op dit punt slaagt zij dus niet in de op haar rustende bewijslast.
16. De conclusie is dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat het verlaagde tarief op de door haar georganiseerde feesten van toepassing is.
17. Tegen de in rekening gebrachte belastingrente zijn geen afzonderlijke gronden ingediend. Dat in strijd met enige regel van geschreven of ongeschreven recht rente in rekening is gebracht, is gesteld noch gebleken.
18. Gelet op wat hiervoor is overwogen, dienen de beroepen ongegrond te worden verklaard.
Proceskosten
19. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. G.J. Ebbeling, rechter, in aanwezigheid van
mr. M.B.K. Stroosnier, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 26 januari 2022.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na verzending hoger beroep instellen bij het gerechtshof Den Haag (team belastingrecht), Postbus 20302,
2500 EH Den Haag.

Voetnoten

1.besluit van de staatssecretaris van Financiën van 22 december 2017, nr. 2017-16288 (Omzetbelasting. Toelichting Tabel I), Staatscourant 2017, 72177
2.Tweede Kamer 1995-1996, 24 428, nr. 3