ECLI:NL:RBDHA:2022:14067

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
22 december 2022
Publicatiedatum
23 december 2022
Zaaknummer
NL22.18171
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het beroep inzake asielaanvraag door prematuur ingediende ingebrekestelling

In deze zaak heeft eiser, een vreemdeling met de Afghaanse nationaliteit, op 12 september 2021 een asielaanvraag ingediend. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, als verweerder, heeft op 20 augustus 2021 een besluit- en vertrekmoratorium ingesteld voor vreemdelingen afkomstig uit Afghanistan, wat de beslistermijn op de asielaanvraag verlengde. De wettelijke beslistermijn voor de asielaanvraag was oorspronkelijk vastgesteld op 12 maart 2022, maar door het moratorium werd deze verlengd tot 12 maart 2023. Eiser heeft de staatssecretaris op 14 maart 2022 en 5 augustus 2022 in gebreke gesteld, maar de rechtbank oordeelt dat de wettelijke beslistermijn nog niet was verstreken op het moment van de ingebrekestelling. Hierdoor was de ingebrekestelling prematuur en niet geldig.

De rechtbank heeft geoordeeld dat zonder een geldige ingebrekestelling, er geen beroep wegens niet tijdig beslissen kan worden ingediend. Dit leidde tot de conclusie dat het beroep van eiser niet-ontvankelijk is. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. W. Anker, rechter, en openbaar gemaakt op de website van de rechtspraak. Eiser is geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met de uitspraak, binnen zes weken na verzending van de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL22.18171

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam], eiser

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. R. Deniz),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Eiser heeft op 12 september 2022 beroep ingesteld wegens het niet tijdig beslissen op zijn
asielaanvraag.
De rechtbank doet uitspraak zonder zitting op grond van artikel 8:54, eerste lid, van de
Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Overwegingen

1. Op grond van artikel 6:2, aanhef en onder b, van de Awb wordt voor de toepassing
van wettelijke voorschriften over bezwaar en beroep het niet tijdig nemen van een besluit
met een besluit gelijkgesteld. In artikel 6:12, tweede lid, van de Awb is bepaald dat het
beroepschrift kan worden ingediend zodra het bestuursorgaan in gebreke is om op tijd een
besluit te nemen en twee weken zijn verstreken nadat een schriftelijke ingebrekestelling
door het bestuursorgaan is ontvangen.
2. Op grond van artikel 42, eerste lid, van de Vw [1] bedraagt de beslistermijn op een asielaanvraag zes maanden. In artikel 43, eerste lid van de Vw is bepaald dat deze termijn bij besluit van de Minister van Veiligheid en Justitie voor bepaalde categorieën vreemdelingen kan worden verlengd tot ten hoogste eenentwintig maanden, indien naar verwachting voor een korte periode onzekerheid zal bestaan over de situatie in het land van herkomst en op grond daarvan redelijkerwijs niet kan worden beslist of de aanvraag op een van de gronden genoemd in artikel 29 van de Vw kan worden ingewilligd.
3. Op 20 augustus 2021 [2] heeft verweerder ten aanzien van vreemdelingen afkomstig uit Afghanistan besloten tot het instellen van een besluit- en vertrekmoratorium als bedoeld in artikel 43, eerste lid, van de Vw. In artikel 1 van dit besluit is bepaald dat het besluit- en vertrekmoratorium wordt ingesteld met ingang van de dag van inwerkingtreding van het besluit en voor de duur van zes maanden. Op grond van artikel 2 van dit besluit is de beslistermijn verlengd met een jaar voor vreemdelingen afkomstig uit Afghanistan, die een aanvraag indienen of hebben ingediend tot verlenen van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd asiel. Het besluitmoratorium is op 26 augustus 2021 in werking getreden.
4. Eiser heeft zijn asielaanvraag op 12 september 2021 ingediend. Daarbij heeft hij gesteld de Afghaanse nationaliteit te bezitten. Gelet op het besluitmoratorium dat op zijn aanvraag van toepassing is, is de beslistermijn, die oorspronkelijk op 12 maart 2022 zou zijn afgelopen, verlengd met één jaar, tot en met 12 maart 2023. De wettelijke beslistermijn is daarom niet verstreken. Eiser heeft verweerder op respectievelijk 14 maart 2022 en 5 augustus 2022 in gebreke gesteld. Nu de wettelijke beslistermijn nog niet is verstreken, is eisers ingebrekestelling prematuur. Deze is daarom niet geldig. Zonder geldige
ingebrekestelling kan geen beroep wegens niet tijdig beslissen worden ingediend. Het beroep is daarom niet-ontvankelijk.
5. De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaard het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. W. Anker, rechter, in aanwezigheid van mr. A.J.J. Sterks, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.

Voetnoten

1.Vreemdelingenwet 2000.
2.Staatscourant 2021, 39300.