ECLI:NL:RBDHA:2022:14067
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep inzake asielaanvraag door prematuur ingediende ingebrekestelling
In deze zaak heeft eiser, een vreemdeling met de Afghaanse nationaliteit, op 12 september 2021 een asielaanvraag ingediend. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, als verweerder, heeft op 20 augustus 2021 een besluit- en vertrekmoratorium ingesteld voor vreemdelingen afkomstig uit Afghanistan, wat de beslistermijn op de asielaanvraag verlengde. De wettelijke beslistermijn voor de asielaanvraag was oorspronkelijk vastgesteld op 12 maart 2022, maar door het moratorium werd deze verlengd tot 12 maart 2023. Eiser heeft de staatssecretaris op 14 maart 2022 en 5 augustus 2022 in gebreke gesteld, maar de rechtbank oordeelt dat de wettelijke beslistermijn nog niet was verstreken op het moment van de ingebrekestelling. Hierdoor was de ingebrekestelling prematuur en niet geldig.
De rechtbank heeft geoordeeld dat zonder een geldige ingebrekestelling, er geen beroep wegens niet tijdig beslissen kan worden ingediend. Dit leidde tot de conclusie dat het beroep van eiser niet-ontvankelijk is. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. W. Anker, rechter, en openbaar gemaakt op de website van de rechtspraak. Eiser is geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met de uitspraak, binnen zes weken na verzending van de uitspraak.