ECLI:NL:RBDHA:2022:14009

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
15 november 2022
Publicatiedatum
22 december 2022
Zaaknummer
C/09/637311 / JE RK 22-2252
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot uithuisplaatsing in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp

In deze zaak heeft de kinderrechter op 15 november 2022 uitspraak gedaan over een verzoek tot machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige [minderjarige01] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp. Het verzoek is ingediend door Stichting Jeugdbescherming west Zuid-Holland naar aanleiding van ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen van [minderjarige01], die zijn ontwikkeling ernstig belemmeren. De kinderrechter heeft vastgesteld dat [minderjarige01] niet naar school gaat, geen dagbesteding heeft en zich structureel onttrekt aan hulpverlening. Ondanks meerdere kansen om zijn gedrag te verbeteren, heeft hij niet meegewerkt aan de geboden hulp en is hij zelfs betrokken geweest bij strafbare feiten. De kinderrechter heeft de situatie als onhoudbaar beoordeeld en heeft besloten dat een gesloten plaatsing noodzakelijk is om [minderjarige01] de benodigde sturing en ondersteuning te bieden. De machtiging is verleend voor de duur van zes weken, met de mogelijkheid tot verlenging afhankelijk van de voortgang van [minderjarige01] in de hulpverlening. De kinderrechter heeft de behandeling van het verzoek voor het overige aangehouden tot een nader te bepalen zitting, waarbij de gecertificeerde instelling een schriftelijke update moet geven over de situatie van [minderjarige01].

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaaksgegevens: C/09/637311 / JE RK 22-2252
Datum uitspraak: 15 november 2021

Beschikking van de kinderrechter

Machtiging tot uithuisplaatsing in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp

in de zaak naar aanleiding van het op 28 oktober 2022 ingekomen verzoekschrift van:
Stichting Jeugdbescherming west Zuid-Holland (hierna te noemen: de gecertificeerde instelling),
betreffende:
- [minderjarige01], geboren op [geboortedatum01] 2006 te [geboorteplaats01] ,
hierna te noemen: [minderjarige01] ,
advocaat: mr. J.S. Dijkstra, te Den Haag.
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:

[de vrouw01] ,

hierna te noemen: de moeder,
wonende te [woonplaats01] .
De kinderrechter merkt als informant aan:

[de man01] , hierna te noemen: de vader, wonende op een bij de rechtbank bekend adres.

Het procesverloop

De kinderrechter heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:
- het verzoekschrift met bijlage(n);
- de instemmingsverklaring d.d.11 november 2022 van een gedragswetenschapper als
bedoeld in artikel 6.1.2, zesde lid, van de Jeugdwet, die de jeugdige
nietheeft onderzocht.
Op 15 november 2022 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld. Daarbij zijn verschenen:
- [naam01] namens de gecertificeerde instelling;
- [minderjarige01] , bijgestaan door zijn advocaat;
- de moeder.
[minderjarige01] is op 15 november 2022 in het bijzijn van zijn advocaat ook in raadkamer gehoord.
Opgeroepen maar niet verschenen is:
- de vader.

Feiten

- [minderjarige01] is erkend door de vader.
- De moeder is belast met het ouderlijk gezag.
- [minderjarige01] verblijft feitelijk bij de moeder.
- De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking d.d. 25 juli 2022 [minderjarige01] onder toezicht gesteld van 25 juli 2022 tot 25 juli 2023.
De kinderrechter in deze rechtbank heeft de Raad voor Rechtsbijstand gelast een advocaat aan [minderjarige01] toe te voegen.

Verzoek en verweer

Het verzoek strekt tot machtiging [minderjarige01] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp voor de periode van zes maanden.
Aan het verzoek ligt het volgende ten grondslag. Als gevolg van het vele schoolverzuim van [minderjarige01] is er gekozen voor een ASH-traject. Dit is in september afgesloten en uit het eindverslag komt naar voren dat [minderjarige01] in een intramurale setting geplaatst zou moeten worden waar hij voldoende sturing en ondersteuning krijgt. Eind september is hij aangemeld bij [naam02] , maar die konden hem niet aannemen omdat hij geen dagbesteding heeft en vanwege de meldingen over seksueel grensoverschrijdend gedrag. Daarna is hij aangemeld voor een open groep bij [naam03] , maar [minderjarige01] is niet naar de intake gekomen. Er is geprobeerd om een nieuwe intake te regelen maar [naam03] heeft hem vervolgens afgewezen vanwege de hiervoor bedoelde meldingen. [minderjarige01] heeft nog steeds geen dagbesteding en houdt zich ook niet aan de afspraken. Hij onttrekt zich aan de begeleiding van de hulpverlening en wil niet meewerken aan therapie. Hij trekt zijn eigen plan, laat zich door niemand aansturen en gaat niet naar school. Daarnaast zijn er zorgen over zijn vriendengroep en is hij aangehouden op verdenking van het plegen van strafbare feiten net voor de intake. Hierdoor zijn er geen mogelijkheden meer binnen in de open setting. [minderjarige01] is drie keer uitgenodigd voor een gesprek met de gedragswetenschapper, maar niet verschenen. Het is een structureel probleem dat hij zijn afspraken niet nakomt en hij heeft genoeg kansen gehad, bijvoorbeeld om dagbesteding te zoeken. Ook de gesprekken met de leerplichtambtenaar hebben niet geleid tot een gedragsverandering.
Door en namens [minderjarige01] is verweer gevoerd. [minderjarige01] heeft naar voren gebracht dat hij een gesloten plaatsing niet nodig vindt. Hij was niet naar de intake van [naam02] gegaan omdat hij dacht dat het om een gesloten plaatsing ging. Hij is gestopt met zijn opleiding en wil liever iets doen met motoren. Hij vond het de afgelopen periode lastig dat er veel afspraken waren waar hij naartoe moest. De advocaat heeft namens [minderjarige01] naar voren gebracht dat hij wel achter een open plaatsing staat en ook snapt dat dit nodig is. Er is geprobeerd om een nieuwe intake te regelen bij [naam02] maar die is afgewezen vanwege aantijgingen in het dossier over seksueel overschrijdend gedrag. Het is onduidelijk hoe die melding tot stand is gekomen en er is een verkeerd beeld over [minderjarige01] voorgeschoteld. Het advies van ASH is juist om [minderjarige01] open te plaatsen en er is op dit moment ook geen gesloten plek beschikbaar. Als de dagbesteding een probleem is kan [minderjarige01] de komende tijd ook gaan solliciteren en kan er gekeken worden naar een passendere optie qua school. [minderjarige01] is geschrokken door de situatie. Er is nog te weinig moeite gestopt in het zoeken naar andere open plekken en de gesloten plaatsing hoort een ultimum remedium te zijn.
De moeder heeft verweer gevoerd. Volgens de moeder heeft [minderjarige01] goed meegewerkt aan ASH. Hij heeft aangegeven dat hij niet gesloten wil worden geplaatst maar wel thuis therapie wil volgen. De moeder staat niet achter de gesloten plaatsing.

Beoordeling

De kinderrechter is, gelet op hetgeen uit het dossier en ter zitting naar voren is gekomen, van oordeel dat sprake is van ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van [minderjarige01] naar volwassenheid ernstig belemmeren en die maken dat de opneming en het verblijf in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp noodzakelijk zijn om te voorkomen dat [minderjarige01] zich aan de jeugdhulp die hij nodig heeft onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken.
Daarbij overweegt de kinderrechter dat [minderjarige01] niet naar school gaat, geen dagbesteding of werk heeft en in toenemende mate zelfbepalend gedrag laat zien. In de thuissituatie is ASH ingezet en uit het eindverslag komt naar voren dat hij zich onttrekt aan elk gezag. [minderjarige01] houdt zich structureel niet aan de afspraken en wil niet in gesprek met de hulpverleners. Zo is hij niet naar de intake voor een open plek bij [naam03] , de intake bij de Waag voor systeemtherapie en de afspraken met de gedragswetenschapper gegaan. Verder wordt de opgelegde werkstraf in verband met de overtreding van de leerplichtwet negatief terug gemeld en zijn er zorgen over de vriendengroep van [minderjarige01] en zorgt hij voor overlast. [minderjarige01] heeft meerdere kansen gehad, maar het is onvoldoende gelukt om met de hulpverlening de patronen in de thuissituatie te doorbreken en een gedragsverandering te bewerkstelligen. De thuissituatie is hierdoor niet langer houdbaar en er zijn op dit moment geen mogelijkheden om [minderjarige01] binnen een open setting te plaatsen. De kinderrechter acht het gesloten kader noodzakelijk om [minderjarige01] duidelijke grenzen te stellen en meer sturing en ondersteuning te bieden om de bestaande situatie te doorbreken. De kinderrechter zal de machtiging toewijzen voor de duur van zes weken en aanhouden voor het overige zodat [minderjarige01] de komende periode alsnog door de gedragswetenschapper kan worden onderzocht en kan laten zien dat hij in staat is om zich aan de afspraken te houden en er gekeken kan worden of er toch nog mogelijkheden binnen een open setting bestaan.
Daarom zal als volgt worden beslist.

Beslissing

De kinderrechter:
verleent een machtiging [minderjarige01] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp zoals bedoeld in artikel 6.1.2, eerste lid, van de Jeugdwet, van 15 november 2022 tot 27 december 2022;
houdt de behandeling van het verzoek voor het overige tot een nader te bepalen zitting die gelegen is
vóór 27 december 2022;
gelast de gecertificeerde instelling voorafgaand aan de nader te bepalen zitting aan de kinderrechter en de belanghebbende(n) een
schriftelijke updatetoe te zenden waarin zij haar standpunt kenbaar maakt ten aanzien van het aangehouden deel van het verzoek;
gelast de gecertificeerde instelling, indien zij het aangehouden deel van het verzoek handhaaft, een
nieuwe instemmingsverklaringvan een gedragswetenschapper als bedoeld in artikel 6.1.2, zesde lid, van de Jeugdwet, die de jeugdige met het oog daarop kort tevoren heeft onderzocht, toe te zenden;
gelast de griffier tegen voormelde zitting op te roepen:
- Stichting Jeugdbescherming west Zuid-Holland;
- [minderjarige01] ;
- de advocaat van [minderjarige01] , mr. J.S. Dijkstra;
- de moeder;
- de vader (als informant).
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 15 november 2022 door mr. C.F. Mewe, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. V.A.H. Schoorl als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 13 december 2022.
Voor zover in deze beschikking eindbeslissingen staan, kan hoger beroep tegen deze beschikking worden ingesteld:
- door de verzoeker en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van
het gerechtshof Den Haag.