ECLI:NL:RBDHA:2022:14008
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.P. Meeuwisse
- V.A.H. Schoorl
- Rechtspraak.nl
Verlenging ondertoezichtstelling en verlenging uithuisplaatsing van een minderjarige
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag op 22 december 2022 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [minderjarige01]. De zaak is aanhangig gemaakt door de gecertificeerde instelling William Schrikker Jeugdbescherming & Jeugdreclassering, die op 22 november 2022 een verzoekschrift heeft ingediend. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ouders van [minderjarige01], de vader en de moeder, gezamenlijk belast zijn met het ouderlijk gezag, maar dat [minderjarige01] feitelijk in een pleeggezin verblijft. De ondertoezichtstelling van [minderjarige01] is oorspronkelijk ingesteld door de kinderrechter van de rechtbank Rotterdam op 24 december 2019 en is sindsdien steeds verlengd. De laatste verlenging liep tot 24 december 2022. De kinderrechter heeft in deze beschikking geoordeeld dat de gronden voor ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing nog steeds aanwezig zijn, gezien de zorgen over de ontwikkeling van [minderjarige01] en de onvermogen van de ouders om de veiligheid en verzorging te waarborgen. De kinderrechter heeft besloten om de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen voor de duur van één jaar, tot 24 december 2023. Deze beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld door de verzoeker en belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.