ECLI:NL:RBDHA:2022:14007

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
20 december 2022
Publicatiedatum
22 december 2022
Zaaknummer
C/09/639925 / JE RK 22-2636
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Spoedmachtiging tot plaatsing in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp

Op 20 december 2022 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in een zaak betreffende een spoedmachtiging tot plaatsing van een minderjarige in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp. Het verzoek is ingediend door Stichting Jeugdbescherming west Haaglanden, met betrekking tot een minderjarige, hierna te noemen [minderjarige01], die geboren is in 2008. De moeder van [minderjarige01] heeft het ouderlijk gezag, terwijl de vader geen gezag heeft en niet betrokken is bij de opvoeding. De kinderrechter heeft op basis van de ingediende stukken en mondelinge verklaringen vastgesteld dat er ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen zijn die de ontwikkeling van [minderjarige01] ernstig belemmeren. Er is een dringend en onverwijld noodzakelijke situatie ontstaan, waarbij [minderjarige01] zich aan de zorg onttrekt en er signalen zijn van betrokkenheid bij criminele activiteiten. De kinderrechter heeft daarom besloten om een spoedmachtiging te verlenen voor de opname van [minderjarige01] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp, met een geldigheid tot 3 januari 2023. Tevens is er een zitting gepland op 30 december 2022 om de behandeling van het verzoek voort te zetten. De beschikking is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaaksgegevens: C/09/639925 / JE RK 22-2636
Datum uitspraak: 20 december 2022

Beschikking van de kinderrechter

Spoedmachtiging tot plaatsing in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp; spoedvoorziening

in de zaak naar aanleiding van het op 20 december 2022 ingekomen verzoekschrift van:

Stichting Jeugdbescherming west Haaglanden,

hierna te noemen: de gecertificeerde instelling,
betreffende:

[minderjarige01] , geboren op [geboortedatum01] 2008 te [geboorteplaats01] ,hierna te noemen: [minderjarige01] ,

De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:

[de vrouw01] ,

hierna te noemen: de moeder,
wonende te [woonplaats01] .

Het procesverloop

De kinderrechter heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:
  • het verzoekschrift met bijlage(n);
  • de mondelinge instemmingsverklaring, telefonisch verkregen op 20 december 2022 van een gedragswetenschapper als bedoeld in artikel 6.1.3, derde lid van de Jeugdwet, die de jeugdige niet kort tevoren heeft onderzocht.
  • de mondelinge informatie, telefonisch verkregen op 20 december 2022 van [naam01] namens de gecertificeerde instelling;

Feiten

  • Voor zover de kinderrechter dat uit de beschikbare stukken kan afleiden, is de moeder belast met het ouderlijk gezag.
  • [minderjarige01] verblijft feitelijk bij de moeder.
  • De vader is de biologische vader van [minderjarige01] . Hij heeft [minderjarige01] niet erkend en heeft geen gezag over [minderjarige01] . Hij is niet betrokken bij de opvoeding van [minderjarige01] .
De kinderrechter in deze rechtbank heeft de Raad voor Rechtsbijstand gelast een advocaat aan [minderjarige01] toe te voegen.

Verzoek

Het verzoek strekt tot het verlenen van een spoedmachtiging om [minderjarige01] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp, met toepassing van het bepaalde in artikel 800, derde lid, en artikel 809, derde lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.

Beoordeling

Op grond van de informatie zoals gebleken uit het verzoekschrift en de daarbij gevoegde bijlagen is het naar het oordeel van de kinderrechter dringend en onverwijld noodzakelijk [minderjarige01] uit huis te plaatsen in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp. Er is sprake van ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die zijn ontwikkeling naar volwassenheid ernstig belemmeren – of een ernstig vermoeden dat daarvan sprake is. Deze problemen maken dat de opneming en het verblijf in een gesloten instelling noodzakelijk zijn om te voorkomen dat [minderjarige01] zich aan de zorg die hij nodig heeft onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken, zonder dat een machtiging in de zin van in artikel 6.1.2 van de Jeugdwet kan worden afgewacht.
Op basis van de stukken acht de kinderrechter voldoende aannemelijk dat onderzoek door de gedragswetenschapper in de onderhavige situatie feitelijk niet mogelijk was omdat [minderjarige01] , die op dat moment nog thuis verbleef, weigerde de gedragswetenschapper binnen te laten. De kinderrechter acht het evenwel noodzakelijk dat [minderjarige01] uiterlijk op 23 december 2022 door een gedragswetenschapper wordt onderzocht. De schriftelijke verklaring de volgende werkdag aan de rechtbank te worden overlegd.
Het verhoor van de verzoeker en de belanghebbenden kan naar het oordeel van de kinderrechter niet worden afgewacht zonder onmiddellijk en ernstig gevaar voor [minderjarige01] . De reden daarvoor is dat de zorgen rondom [minderjarige01] de afgelopen periode zijn toegenomen. Hij loopt rond met messen, waardoor het gezin zich thuis onveilig voelt. [minderjarige01] onttrekt zich aan het gezag van de moeder, gaat niet naar school en werkt niet mee met de behandeling van De Waag en coaching van School2Care. Verder heeft hij geen dagbesteding en zijn er signalen dat hij betrokken is bij een criminele jeugdgroep. In het weekend van 17 december 2022 is [minderjarige01] gestoken in zijn been. Enkele weken geleden was hij ook al aanwezig bij een steekincident en de kans op vergelding is aanwezig. De acute veiligheid van [minderjarige01] en zijn omgeving kan niet meer worden gewaarborgd. Een plaatsing binnen de open setting is op dit moment niet haalbaar door de complexiteit van de casus en de verwachting is dat [minderjarige01] zich opnieuw zal onttrekken aan het gezag en niet zal meewerken. Een gesloten plaatsing is nodig om de veiligheid van [minderjarige01] te waarborgen en vanuit een gestructureerde omgeving toe te komen tot diagnostiek en behandeling en vanuit daar te kijken of plaatsing naar een open groep mogelijk is. Het verhoor zal op hierna te melden zitting plaatsvinden.
Daarom zal als volgt worden beslist.

Beslissing

De kinderrechter:
verleent een spoedmachtiging om [minderjarige01] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp zoals bedoeld in artikel 6.1.3, eerste lid, van de Jeugdwet van 20 december 2022 tot 3 januari 2023;
houdt de behandeling van het verzoek voor het overige aan tot de zitting van:
30 december 2022 te 16:00 uur;
gelast de griffier tegen voormelde zitting op te roepen:
  • Stichting Jeugdbescherming west Haaglanden;
  • de moeder;
  • [minderjarige01] ;
  • de advocaat van [minderjarige01] .
Deze beschikking is gegeven door mr. C.F. Mewe, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. V.A.H. Schoorl als griffier en in het openbaar uitgesproken op 20 december 2022.
Voor zover in deze beschikking eindbeslissingen staan, kan hoger beroep tegen deze beschikking worden ingesteld:
- door de verzoeker en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van
het gerechtshof Den Haag.