In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 19 december 2022 een beslissing genomen in het kader van een heropening van het onderzoek naar de asielaanvragen en verblijfsvergunningen van een Armeens gezin. De eisers, bestaande uit eiseres I en haar gezinsleden, hebben meerdere asielaanvragen ingediend, waarvan de eerste in juni 2014. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eerdere aanvragen zijn afgewezen en dat de laatste aanvraag voor een verblijfsvergunning op basis van de Afsluitingsregeling door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid is afgewezen. De rechtbank heeft geoordeeld dat het onderzoek niet volledig is geweest en heeft besloten het onderzoek te heropenen. Dit besluit is genomen na een zitting op 16 november 2022, waar eisers aanvoerden dat er een schending van artikel 8 van het EVRM zou zijn bij een gedwongen terugkeer naar Armenië. De rechtbank heeft aangegeven dat er een deskundige benoemd zal worden om onderzoek te verrichten naar de situatie van eiseres I. Partijen zijn in de gelegenheid gesteld om suggesties te doen voor mogelijke deskundigen en om zich uit te laten over de vraagstelling aan de deskundige. De rechtbank heeft een termijn van zes weken gesteld voor deze reacties. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat nog geen hoger beroep open tegen deze beslissing.