ECLI:NL:RBDHA:2022:13913

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
19 december 2022
Publicatiedatum
22 december 2022
Zaaknummer
NL22.10126
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslissing over proceskostenvergoeding in asielzaak na tijdige beslissing op aanvraag

In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 19 december 2022, is de verzoeker, een asielzoeker, in beroep gegaan tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag, die op 21 oktober 2021 was ingediend. De verzoeker heeft op 1 juni 2022 beroep ingesteld, maar op 8 december 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, als verweerder, alsnog een beslissing genomen op de aanvraag, waardoor het beroep niet tijdig werd ingetrokken. De rechtbank heeft de zaak zonder zitting behandeld op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

De rechtbank overweegt dat, volgens de artikelen 8:75 en 8:75a van de Awb, een partij kan worden veroordeeld in de proceskosten als het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk tegemoetkomt aan de indiener van het beroepschrift. In dit geval heeft de rechtbank vastgesteld dat de staatssecretaris aan de verzoeker is tegemoetgekomen door alsnog een beslissing te nemen op de aanvraag, waardoor het verzoek om proceskostenvergoeding als kennelijk gegrond wordt toegewezen.

De rechtbank heeft de verweerder veroordeeld tot betaling van de proceskosten van de verzoeker, vastgesteld op € 379,50. Dit bedrag is berekend op basis van het Besluit proceskosten bestuursrecht, waarbij rekening is gehouden met de waarde per punt en de wegingsfactor. De uitspraak is gedaan door mr. W. Anker, rechter, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL22.10126

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam], verzoeker

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. K. Yousef),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Verzoeker heeft op 1 juni 2022 beroep ingesteld wegens het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag van 21 oktober 2021.
Bij besluit van 8 december 2022 heeft verweerder de aanvraag ingewilligd.
Verzoeker heeft het beroep niet tijdig beslissen ingetrokken en verzocht om vergoeding van proceskosten.
De rechtbank doet uitspraak zonder zitting op grond van artikel 8:54, eerste lid, van de
Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Overwegingen

1. De veroordeling van een partij in de proceskosten is geregeld in de artikelen 8:75 en 8:75a van de Awb en nader uitgewerkt in het Besluit proceskosten bestuursrecht. Als een beroep wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoet gekomen, kan de rechtbank op verzoek van de indiener dat bestuursorgaan bij afzonderlijke uitspraak veroordelen in de proceskosten. Dit is geregeld in artikel 8:75a van de Awb.
2. De rechtbank stelt vast dat verweerder aan verzoeker is tegemoet gekomen door hangende het beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit alsnog een beslissing te nemen op de aanvraag. Het verzoek wordt daarom als kennelijk gegrond toegewezen.
3. De rechtbank veroordeelt verweerder in de door verzoeker gemaakte proceskosten. Deze kosten worden op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vastgesteld op € 379,50 (1 punt voor het indienen van het beroepschrift met een waarde per punt van € 759 en een wegingsfactor 0,5). De wegingsfactor ‘licht’ is van toepassing aangezien het beroep alleen ziet op het niet tijdig nemen van een besluit.

Beslissing

De rechtbank veroordeelt verweerder in de proceskosten van verzoeker tot een bedrag van € 379,50 (driehonderdnegenenzeventig euro en vijftig cent).
Deze uitspraak is gedaan door mr. W. Anker, rechter, in aanwezigheid van mr. A.J.J. Sterks, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.