ECLI:NL:RBDHA:2022:13854
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Intrekking van AIO-aanvulling wegens schending van de inlichtingenplicht
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 10 november 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, een oudere die een AIO-aanvulling ontving, en de Raad van bestuur van de Sociale Verzekeringsbank (Svb). De zaak betreft de intrekking van de AIO-aanvulling per 1 oktober 2019, gebaseerd op het primaire besluit van 17 december 2020. De Svb heeft vastgesteld dat eiser mede-eigenaar is van drie appartementen in Den Haag, wat zijn vermogen boven de geldende vermogensgrens brengt. Eiser heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit is ongegrond verklaard in het bestreden besluit van 21 april 2021.
Eiser heeft in beroep aangevoerd dat hij slechts juridisch eigenaar is van de appartementen en geen economisch eigenaar, aangezien zijn zoon de woningen in 2004 heeft gekocht. Eiser heeft geen woongenot of rechten met betrekking tot de appartementen en heeft geprobeerd deze op naam van zijn zoon te zetten, maar zonder succes. De rechtbank oordeelt dat eiser zijn inlichtingenplicht heeft geschonden door niet te melden dat hij mede-eigenaar is van de appartementen. Dit heeft geleid tot de intrekking van de AIO-aanvulling, omdat niet kan worden vastgesteld of eiser in bijstandsbehoevende omstandigheden verkeert.
De rechtbank concludeert dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat de appartementen niet tot zijn vermogen behoren en dat hij niet over zijn deel kan beschikken. De schending van de inlichtingenplicht vormt een rechtsgrond voor de intrekking van de AIO-aanvulling. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun rechtsmiddelen.