ECLI:NL:RBDHA:2022:13842
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijk verklaring van bezwaar tegen afwijzing tegemoetkoming voor slachtoffers van geweld in de Jeugdzorg
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 28 december 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en de Commissie Schadefonds Geweldsmisdrijven. Eiseres had een aanvraag ingediend voor een financiële tegemoetkoming op basis van de Tijdelijke regeling financiële tegemoetkoming voor slachtoffers van geweld in de Jeugdzorg, welke door verweerder op 6 januari 2022 werd afgewezen. Het bezwaar van eiseres tegen deze afwijzing werd op 17 februari 2022 door verweerder niet-ontvankelijk verklaard. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld.
Tijdens de zitting op 12 december 2022, die via een beeldverbinding plaatsvond, heeft eiseres verklaard dat zij door psychische problemen niet in staat was om tijdig bezwaar te maken. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat eiseres niet op de juiste wijze bezwaar heeft ingediend en dat zij, ondanks haar psychische klachten, niet heeft aangetoond waarom zij niet in staat was om het bezwaar op de juiste manier in te dienen. De rechtbank concludeert dat er geen geldige reden is voor het te laat indienen van het bezwaarschrift.
De rechtbank heeft verder vastgesteld dat, zelfs als het bezwaar ontvankelijk zou zijn geweest, eiseres niet in aanmerking zou komen voor de tegemoetkoming, omdat zij niet gedwongen was opgenomen op basis van een beslissing van de overheid. De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard en beslist dat verweerder de proceskosten niet hoeft te vergoeden.