ECLI:NL:RBDHA:2022:13840
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ongegrond beroep inzake opschorting, intrekking en terugvordering van bijstandsuitkering onder de Participatiewet
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 30 november 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, een inwoner van Den Haag, en het college van burgemeester en wethouders van Den Haag. Eiser ontving sinds september 2019 bijstand op basis van de Participatiewet. De verweerder heeft op 19 november 2020 de betaling van de bijstandsuitkering tijdelijk stopgezet, gevolgd door een opschorting op 3 december 2020 en een intrekking op 17 december 2020. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen deze besluiten, maar het college heeft deze ongegrond verklaard, met uitzondering van de intrekking, waarvoor proceskosten zijn toegewezen aan eiser. Eiser heeft vervolgens beroep ingesteld tegen het bestreden besluit van 3 mei 2021, waarin de bezwaren van eiser ongegrond werden verklaard, behalve het bezwaar tegen de intrekking.
Tijdens de zitting op 5 oktober 2022 heeft de rechtbank het beroep behandeld, waarbij eiser en de gemachtigde van verweerder aanwezig waren. Eiser is zonder bericht van verhindering niet verschenen op de zitting van 30 november 2022, waar het onderzoek werd hervat. De rechtbank heeft overwogen dat de woonsituatie van eiser onduidelijk was, omdat hij niet tijdig zijn inschrijving in de basisregistratie personen had gewijzigd. De rechtbank concludeert dat de besluiten van verweerder rechtmatig waren, omdat eiser zijn wettelijke inlichtingenverplichting niet of niet volledig is nagekomen. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om vergoeding van proceskosten afgewezen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser niet op het juiste adres stond ingeschreven en dat hij zijn verplichtingen niet is nagekomen. De rechtbank heeft de beroepsgronden van eiser verworpen en geoordeeld dat er geen aanleiding is voor een vergoeding van de proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. C.G. Meeder, rechter, in aanwezigheid van mr. E.L. Denters, griffier.