ECLI:NL:RBDHA:2022:13828

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
15 december 2022
Publicatiedatum
21 december 2022
Zaaknummer
NL22.20583
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag van Egyptische eiser wegens gebrek aan geloofwaardigheid van verklaringen over problemen met politiegeneraal

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 15 december 2022 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, een Egyptische nationaliteit, heeft op 5 december 2021 een asielaanvraag ingediend, waarbij hij stelde dat hij in 2007 problemen had met een gepensioneerde politiegeneraal in Egypte. Eiser vreesde dat hij bij terugkeer naar Egypte gevangen zou worden gezet door deze generaal, die volgens hem nog steeds invloedrijk zou zijn. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de asielaanvraag echter afgewezen als ongegrond, omdat de rechtbank de verklaringen van eiser over de problemen met de politiegeneraal niet geloofwaardig achtte. De rechtbank merkte op dat eiser summier en oppervlakkig had verklaard over de generaal en dat hij niet aannemelijk had gemaakt waarom deze persoon, die al meer dan 15 jaar gepensioneerd is, nog steeds invloedrijk zou zijn. Bovendien had eiser inconsistent verklaard over de inhoud van de OM-certificaten en niet aangetoond dat hij een uitreisverbod had gekregen.

De rechtbank concludeerde dat eiser niet had voldaan aan de bewijslast om zijn vrees voor vervolging aannemelijk te maken. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris niet ten onrechte had geconcludeerd dat de asielaanvraag ongegrond was. Eiser had niet voldoende feiten en omstandigheden gepresenteerd die relevant waren voor zijn asielaanvraag. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door mr. K.M. de Jager, in aanwezigheid van griffier mr. Ż.A. Meinert, en werd openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL22.20583

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam eiser], eiser

V-nummer: [V-nummer]
(gemachtigde: mr. J.E. de Poorte),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. J. Raaijmakers).

ProcesverloopBij besluit van 5 oktober 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van eiser in de algemene procedure afgewezen als ongegrond.

Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Omdat geen van de partijen, nadat zij zijn gewezen op hun recht ter zitting te worden gehoord, heeft verklaard dat zij gebruik wil maken van dit recht, heeft de rechtbank bepaald dat het onderzoek ter zitting verder achterwege blijft. Vervolgens is het onderzoek gesloten.

Overwegingen

1. Eiser stelt te zijn geboren op [geboortedag] 1970 en de Egyptische nationaliteit te hebben. Hij heeft op 5 december 2021 een asielaanvraag ingediend.
2. Eiser heeft aan zijn asielaanvraag ten grondslag gelegd dat hij in 2007 problemen heeft gehad met een politiegeneraal. Die heeft gedreigd eiser gevangen te zetten of te vermoorden, omdat eiser had gedreigd om aan zijn familie te vertellen dat hij een oplichter is. Eiser heeft vervolgens Egypte verlaten en heeft 12 jaar in Vietnam gewoond. Toen hij naar Egypte terugkeerde om zijn paspoort te verlengen, kwam hij er via zijn advocaat achter dat het OM meerdere dossiers over hem heeft. Eiser vreest bij terugkeer dat de politiegeneraal hem gevangen zal laten zetten.
3. Bij het bestreden besluit heeft verweerder de aanvraag van eiser afgewezen als ongegrond. [1] Verweerder heeft de identiteit, nationaliteit en herkomst van eiser geloofwaardig geacht. De verklaringen van eiser over de door hem ondervonden problemen met de politiegeneraal acht verweerder echter niet geloofwaardig en legt daaraan het volgende ten grondslag. Eiser heeft summier en oppervlakkig verklaard over de politiegeneraal. Het is daarentegen opmerkelijk dat eiser tegelijkertijd wel kon verklaren over wat er in het paspoort van de politiegeneraal stond. Daarnaast heeft eiser niet aannemelijk gemaakt waarom de politiegeneraal die al meer dan 15 jaar gepensioneerd is, op dit moment nog steeds zo invloedrijk zou zijn dat hij eiser gevangen kan laten zetten. Dat in het Algemeen Ambtsbericht Egypte van november 2021 staat dat het mogelijk is om legaal in- en uit te reizen en een nieuw paspoort aan te vragen al loopt er een politie- of gerechtelijk onderzoek, maakt eisers relaas niet geloofwaardig. Voorts heeft eiser inconsistent en tegenstrijdig verklaard over de inhoud van de OM-certificaten. Eiser heeft verder niet aannemelijk gemaakt dat hij een uitreisverbod heeft gekregen en dat hij daardoor op een waarschuwingslijst stond. Ook had hij dit eerder in de procedure naar voren moeten brengen. Tot slot wordt, aangezien eiser zijn problemen met de politiegeneraal niet aannemelijk heeft gemaakt, niet gevolgd dat eiser een reëel risico loopt op een behandeling in strijd met artikel 3 van het EVRM [2] bij gedwongen terugkeer naar Egypte.
4. Eiser voert hiertegen aan dat de aanvraag ten onrechte is afgewezen, en stelt daartoe als volgt. Het is logisch dat hij weinig over de gepensioneerde politiegeneraal kan verklaren gezien het tijdsverloop. Verweerder heeft in het bestreden besluit bovendien niet toegelicht waarom van eiser verwacht mag worden dat hij daarover meer zou moeten kunnen verklaren. Verweerder gaat hier uit van aannames. Dat de politiegeneraal nu nog veel macht heeft baseert eiser op de aard van diens functie en het feit dat diens zoon ook bij de politie werkzaam is. Hij kan dus via zijn zoon zijn macht uitoefenen. Voorts kent eiser de exacte inhoud van de OM-certificaten niet en heeft hij van zijn advocaat begrepen dat hij verdacht wordt van oplichting en diefstal. Eiser heeft niet eerder over het uitreisverbod en waarschuwingslijst verklaard omdat er niet naar is gevraagd. Het leek hem logisch gelet op zijn (strafrechtelijke) positie in Egypte. Daarnaast is de zienswijze er ook voor bedoeld om tegenwerpingen uit het voornemen te weerleggen. Verweerder is in het bestreden besluit ten onrechte niet ingegaan op het punt dat eiser vreest te worden opgepakt of vastgehouden voor verhoor bij terugkomst in Egypte. Tot slot is het feit dat het slecht is gesteld met de kwaliteit van de rechtsstaat in Egypte een nadere onderbouwing van het risico dat hij loopt bij terugkeer naar Egypte.
De rechtbank oordeelt als volgt.
5. Wat in de gronden van beroep is aangevoerd over de politiegeneraal en de gestelde problemen met deze kan niet leiden tot een geslaagd beroep. Het is immers aan eiser zijn stellingen aannemelijk te maken middels zijn verklaringen en hierin is hij niet geslaagd.
6. Zo heeft verweerder niet ten onrechte aan eiser tegengeworpen dat hij summier en oppervlakkig heeft verklaard over de politiegeneraal. Verweerder heeft hierbij kunnen betrekken dat de politiegeneraal een zakenpartner van eiser was, dat eiser heeft verklaard op meerdere momenten met hem te hebben gesproken en koffie met hem te hebben gedronken [3] , en dat eiser het paspoort van de generaal heeft ingezien aangezien hij over de inhoud daarvan heeft kunnen verklaren. Verweerder heeft zich voorts niet ten onrechte op het standpunt gesteld dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt waarom de politiegeneraal die al meer dan 15 jaar gepensioneerd is, op dit moment nog steeds invloedrijk zou zijn. De gestelde omstandigheid dat diens zoon een politieagent is, verklaart dit evenmin zonder een nadere maar ontbrekende toelichting en onderbouwing.
7. Nu de verklaringen van eiser over de politiegeneraal niet geloofwaardig zijn, heeft verweerder ook niet ten onrechte niet geloofwaardig geacht dat eiser problemen heeft ondervonden van de zijde van de generaal. Verweerder heeft zich daarbij niet ten onrechte op het standpunt gesteld dat eiser tegenstrijdig heeft verklaard over de overgelegde OM-certificaten. Zo heeft eiser eerst verklaard dat uit de OM-certificaten volgt dat hij wordt beschuldigd van oplichting en diefstal, terwijl hij later verklaart dat hij de inhoud en strekking niet kent en dat de documenten helemaal nieuw voor hem zijn [4] .
8. Daarnaast heeft verweerder zich terecht op het standpunt gesteld dat van eiser mag worden verwacht dat hij alle relevante feiten en omstandigheden kenbaar maakt die van belang kunnen zijn voor zijn asielaanvraag. Dit omvat ook de gestelde omstandigheid dat er een uitreisverbod tegen hem zou zijn uitgevaardigd en dat hij daarvoor op een waarschuwingslijst zou staan. Dit kan immers relevant zijn voor zijn asielaanvraag nu eiser stelt bevreesd te zijn om opgepakt of vastgehouden te worden en te worden ondervraagd als gevolg van zijn problemen met de politiegeneraal. Niet valt dan ook in te zien dat eiser dit pas in de zienswijze naar voren heeft gebracht. Dat eiser dit niet eerder heeft vermeld omdat er niet naar gevraagd is en het hem logisch leek gezien zijn (strafrechtelijke) positie in Egypte, is hiervoor geen verschoonbare reden.
9. Tot slot heeft verweerder, gelet op wat hiervoor is overwogen, niet ten onrechte geconcludeerd dat eisers gestelde vrees bij terugkeer niet aannemelijk is. De stelling dat het slecht is gesteld met de kwaliteit van de rechtsstaat in Egypte, maakt dat niet anders.
10. Het beroep is ongegrond. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, rechter, in aanwezigheid van mr.Ż.A. Meinert, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na de dag van bekendmaking.

Voetnoten

1.Op grond van artikel 31, eerste lid, Vreemdelingenwet 2000 (Vw).
2.Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden.
3.Pagina 14 van het verslag nader gehoor.
4.Pagina 18 van het verslag nader gehoor.