ECLI:NL:RBDHA:2022:13779

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
19 december 2022
Publicatiedatum
20 december 2022
Zaaknummer
SGR 22/28
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing WIA-aanvraag en beoordeling arbeidsongeschiktheid door UWV

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 19 december 2022 uitspraak gedaan in het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar WIA-aanvraag door het UWV. Eiseres, die als medisch secretaresse werkte, had haar aanvraag voor een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) ingediend na haar ziekmelding op 17 december 2018. Het UWV had haar aanvraag afgewezen op basis van een beoordeling die uitwees dat zij voor 23,99% arbeidsongeschikt was. Eiseres was het niet eens met deze beslissing en heeft beroep ingesteld.

De rechtbank heeft de medische beoordeling van het UWV getoetst, waarbij de verzekeringsarts en de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep betrokken waren. De rechtbank concludeerde dat de verzekeringsarts voldoende onderbouwd had waarom eiseres niet volledig arbeidsongeschikt werd geacht. De rechtbank oordeelde dat de aangenomen beperkingen in de functionele mogelijkhedenlijst (FML) adequaat waren en dat de functies die het UWV had geduid, passend waren voor eiseres, rekening houdend met haar beperkingen.

Eiseres betwistte de geschiktheid van de functies en de berekening van de loonwaarde, maar de rechtbank vond de argumenten van eiseres niet overtuigend. De rechtbank oordeelde dat het UWV de aanvraag voor de WIA-uitkering terecht had afgewezen, omdat eiseres minder dan 35% arbeidsongeschikt was. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en veroordeelde het UWV tot betaling van de proceskosten aan eiseres, die in totaal € 1.518,- bedroegen, naast het griffierecht van € 50,-.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Inloopteam bestuursrecht
zaaknummer: SGR 22/28

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres], uit [woonplaats], eiseres

(gemachtigde: mr. A.B.B. Beelaard),
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (het UWV), verweerder
(gemachtigde: mr. G. Folkers).

Procesverloop

Met het besluit van 9 juni 2021 (het primaire besluit) heeft het UWV de aanvraag van eiseres om een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) afgewezen.
Met het besluit van 26 november 2021 (het bestreden besluit) heeft het UWV het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Het UWV heeft een verweerschrift ingediend.
De zaak is bij de rechtbank behandeld op de online zitting van 15 november 2022. Eiseres heeft zich laten vertegenwoordigen door haar gemachtigde. Het UWV heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Wat er aan deze procedure voorafging

1. Eiseres werkte als medisch secretaresse voor 16,55 uur per week. Op 19 augustus 2018 is dit dienstverband geëindigd. Het UWV heeft eiseres een uitkering op grond van de Werkloosheidswet (WW) toegekend. Eiseres heeft aan het UWV doorgegeven dat zij vanaf 17 december 2018 ziek is.
2. Per het einde van de wachttijd heeft het UWV de aanvraag om een uitkering op grond van de Wet WIA beoordeeld.
3. Een verzekeringsarts van het UWV heeft eiseres onderzocht en beoordeeld wat de arbeidsbeperkingen van eiseres zijn per 14 december 2020 (de datum in geding). Deze beperkingen heeft de verzekeringsarts opgenomen in een functionele mogelijkhedenlijst (FML). Vervolgens heeft een arbeidsdeskundige van het UWV vastgesteld dat er drie functies zijn die eiseres, met haar beperkingen, nog zou kunnen uitvoeren. Aanvullend heeft hij twee reservefuncties geselecteerd. De arbeidsdeskundige heeft berekend dat eiseres met de middelste van de voor de schatting gebruikte functies 76,01% kan verdienen van het loon dat zij verdiende voordat zij zich ziekmeldde. De mate van arbeidsongeschiktheid is gelet hierop bepaald op 23,99%. Omdat dit betekent dat eiseres minder dan 35% arbeidsongeschikt is, kan eiseres volgens het UWV geen WIA-uitkering krijgen.
4. Eiseres heeft bezwaar gemaakt. Een verzekeringsarts bezwaar en beroep en een arbeidsdeskundige bezwaar en beroep hebben opnieuw naar de zaak van eiseres gekeken. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft aanvullende beperkingen aangenomen in de FML. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft op grond van de gewijzigde FML niet alle geduide functies passend geacht. Zij heeft in plaats daarvan nieuwe functies geduid. De mate van arbeidsongeschiktheid blijft 23,99%. Hierop heeft het UWV het bestreden besluit genomen.

Wat eiseres vindt

5. Eiseres is het niet met het UWV eens. Volgens eiseres is de overweging van de verzekeringsarts bezwaar en beroep dat uit informatie van de reumatoloog geen verklaring voor de gewrichtsklachten wordt gegeven niet aanvaardbaar. Zij betwist het standpunt van de verzekeringsarts bezwaar en beroep dat geen concrete diagnose is gesteld en geen somatische oorzaak voor de lichamelijke klachten is gevonden. Verder stelt eiseres dat ze migraineaanvallen kan krijgen door langdurig kijken en werken met kleine producten. Drie van de functies die het UWV geschikt vindt, acht eiseres niet passend gelet op haar beperkingen. Zij vindt het onbegrijpelijk dat de functies met SBC-codes 272043 en 267051 zijn gehandhaafd, ondanks dat de arbeidskundige bezwaar en beroep deze heeft verworpen, wegens overschrijding van de urenbeperking. De functie (111180) Productiemedewerker industrie acht eiseres niet passend, omdat het turen naar kleine onderdelen de nodige concentratie vraagt, wat bij eiseres kan leiden tot een migraineaanval. In deze functie is ook sprake van constant achtergrondgeluid, wat niet passend is voor eiseres, gelet op de tinnitus. Eiseres stelt dat het bestreden besluit in strijd is met de goede procesorde, omdat de in bezwaar nieuw geduide functies niet aan haar zijn voorgehouden voordat het bestreden besluit is genomen. Ook heeft het UWV niet de beschrijvingen en belastbaarheidsprofielen van de functies gevoegd bij het bestreden besluit, waardoor de functies niet konden worden beoordeeld door eiseres. Verder had het volgens eiseres voor de hand gelegen dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep een nieuwe FML zou opstellen, nu hij de FML in bezwaar heeft aangepast. Ter zitting heeft eiseres aangegeven dat met het ontvangen van de stukken in beroep veel is verhelderd. Wel betwist zij nog de berekening van de loonwaarde van de functie (267051) Monteur printplaten.

Waarover het gaat in deze zaak

6. De vraag is of het UWV terecht stelt dat eiseres voor 23,99% arbeidsongeschikt is. De rechtbank moet die vraag beantwoorden aan de hand van wat eiseres daartegen in heeft gebracht. Belangrijk punt is dat het gaat om de medische toestand van eiseres op 14 december 2020 en de vraag welke beperkingen daaruit volgen.

Wat de rechtbank vindt

De medische beoordeling
7. De verzekeringsarts heeft gesteld dat er geen sprake is van volledige arbeidsongeschiktheid op basis van de criteria van het Schattingsbesluit. In vergelijking met de Eerstejaars Ziektewetbeoordeling is de belastbaarheid van eiseres verbeterd. De verzekeringsarts heeft de FML van die beoordeling aangescherpt en geactualiseerd. In de FML heeft de verzekeringsarts beperkingen opgenomen voor het persoonlijk en sociaal functioneren, de dynamische handelingen en werktijden.
8. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft in het rapport van 17 november 2021 uiteengezet op welke punten hij tot een andere conclusie dan de verzekeringsarts komt. De wijziging van de verzekeringsarts voor de beperking van conflicthantering en de urenbeperking kan de verzekeringsarts bezwaar en beroep niet volgen. Hij past deze beperkingen aan naar zoals deze waren opgenomen in de FML van de EZWB. Verder neemt hij aanvullende beperkingen aan voor geluidsbelasting en fel licht, gelet op de migraine en tinnitus van eiseres. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft gemotiveerd dat de informatie van de reumatoloog niet tot aanvullende beperkingen leidt, omdat de reumatoloog geen somatische oorzaak heeft gevonden voor de gewrichtsklachten. In enkele gewrichten is artrose gevonden, maar er was geen concrete diagnose en behandeling. Bij het onderzoek van de verzekeringsarts zijn geen aperte beperkingen gevonden.
9
.De rechtbank vindt dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep voldoende heeft uitgelegd waarom niet meer of andere beperkingen zijn aangenomen. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft in een aanvullend rapport van 17 maart 2022 gereageerd op het standpunt van eiseres dat de motivering van de verzekeringsarts bezwaar en beroep niet aanvaardbaar is. Hij heeft toegelicht dat de aanwezigheid van enige artrose bij de pijnklachten niet maakt dat de beperkingen erger of minder erg zijn. Beperkingen zijn er, ongeacht de oorzaak. De aangenomen beperkingen zijn onder andere gebaseerd op de waarnemingen van de verzekeringsarts. De rechtbank kan deze motivering volgen. Verder heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep in een aanvullend rapport van 26 april 2022 toegelicht dat er maar enkele triggers voor migraine wetenschappelijk zijn aangetoond. Concentratie en kijken naar kleine onderdelen is geen wetenschappelijk aantoonbare trigger voor migraine. De rechtbank vindt deze motivering voldoende duidelijk. De rechtbank is zich ervan bewust dat eiseres klachten ervaart, maar in de verzekeringsgeneeskundige beoordeling kan niet uitsluitend worden afgegaan op hoe eiseres haar klachten zelf ervaart. In de systematiek van de arbeidsongeschiktheidsbeoordeling zijn niet de ervaren klachten of de diagnose doorslaggevend, maar de mate waarin beperkingen ten aanzien van het verrichten van arbeid als gevolg van die klachten objectief medisch kunnen worden onderbouwd.
10. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien om te twijfelen aan de medische beoordeling van de verzekeringsarts bezwaar en beroep. Dat betekent dat eiseres in staat geacht wordt werkzaamheden te verrichten, waarbij rekening wordt gehouden met de beperkingen zoals aangenomen in de FML van 17 november 2021.
De arbeidskundige beoordeling
11. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft op grond van de FML functies (beroepen/werkzaamheden) gezocht die eiseres met haar medische beperkingen in theorie nog kan uitvoeren. Het gaat om:
- (111180) Productiemedewerker industrie;
- (267051) Monteur printplaten;
- (272043) Productiemedewerker textiel, geen kleding.
Aanvullend heeft de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep twee reservefuncties geselecteerd die zij ook passend acht. Het gaat om (271130) Samensteller kunststof en rubberproducten en (271093) Machinebediende inpak- en verpakkingsmachine.
12. Het standpunt van eiseres dat in de functies (267051) Monteur printplaten en (272043) Productiemedewerker textiel de urenbeperking wordt overschreden volgt de rechtbank niet. Uit het resultaat van de functiebeoordeling komt naar voren dat in de door de arbeidskundige bezwaar en beroep geduide functies die onder deze SBC-codes vallen maximaal 19 uur per week gewerkt wordt. Dit past binnen de beperking van eiseres om maximaal 20 uur per week te werken.
13. Wat betreft de functie (111180) Productiemedewerker industrie heeft de arbeidskundige bezwaar en beroep in haar rapport van 23 november 2021 toegelicht dat uit overleg met de verzekeringsarts bezwaar en beroep naar voren is gekomen dat normaal kunstlicht of daglicht passend is voor eiseres. De beperking voor fel licht gaat om extra verlichting, zoals een schijnwerper of felle flitsen. Deze extra verlichting komt in de functie niet voor. De stelling van eiseres dat er mogelijk gewerkt wordt onder fel licht vindt de rechtbank onvoldoende om te twijfelen aan de geschiktheid van de functie. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft in een aanvullend rapport van 25 maart 2022 toegelicht dat geluidsbelasting als kenmerkend wordt gezien, vanaf 80 dB(A). In deze functie wordt deze waarde niet overschreden. De rechtbank vindt dat de arbeidskundige bezwaar en beroep voldoende heeft gemotiveerd dat er geen overschrijding is van de beperking voor geluidsbelasting. De rechtbank vindt dan ook dat de arbeidskundige bezwaar en beroep voldoende duidelijk heeft onderbouwd dat eiseres in staat is de functies te vervullen.
14. Op de zitting heeft eiseres aangegeven dat de loonwaarde van (267051) Monteur printplaten niet overeenkomt met het gemiddelde van de onder die SBC-code vallende functies. Naar aanleiding hiervan heeft de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep in het rapport van 22 november 2022 toegelicht hoe de loonwaarde van een geduide functie wordt berekend. Zij heeft geconcludeerd dat de loonwaarde van (267051) Monteur printplaten wel volgens de juiste methodiek is vastgesteld. De rechtbank vindt deze toelichting voldoende en kan zich vinden in de conclusie.
15. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft berekend dat eiseres op 14 december 2020 met de middelste van deze functies 76,01% kan verdienen van het loon dat zij voorheen verdiende als medisch secretaresse, zodat eiseres voor de overige 23,99% arbeidsongeschikt is.
Goede procesorde/ontbreken van stukken en aangepaste FML
16. Eiseres heeft (onbetwist) aangegeven dat zij de beschrijvingen en belastbaarheidsprofielen van de nieuw geduide functies in bezwaar niet heeft ontvangen bij het bestreden besluit. De rechtbank acht dit in strijd met artikel 7:12, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Dit gebrek is inmiddels hersteld, nu eiseres deze stukken in beroep heeft ontvangen. Eiseres heeft dit ter zitting bevestigd. De rechtbank neemt aan dat eiseres door dit gebrek niet is benadeeld, en zal het gebrek passeren met toepassing van artikel 6:22, van de Awb.
17. Het standpunt van eiseres dat er ook strijd is met de goede procesorde, omdat zij in bezwaar niet heeft kunnen reageren op de nieuw geduide functies volgt de rechtbank niet. Indien eiseres het niet eens is met de besluitvorming in bezwaar, dan kan zij daar in beroep bij de rechtbank op reageren en dat heeft eiseres ook gedaan.
18. Wat betreft het opstellen van een nieuwe FML door de verzekeringsarts bezwaar en beroep merkt de rechtbank op dat hij dit ook gedaan heeft, gezien de FML van 17 november 2021.

De conclusie van de rechtbank

19. Omdat eiser minder dan 35% arbeidsongeschikt is heeft het UWV de aanvraag voor een WIAuitkering terecht afgewezen.
20. Het beroep van eiseres is ongegrond. Dit betekent dat zij geen gelijk krijgt.
21. De toepassing van artikel 6:22, van de Awb vormt aanleiding om het UWV te veroordelen in de proceskosten die eiseres in beroep heeft gemaakt. Voor de bijstand door een gemachtigde krijgt eiseres een vast bedrag per proceshandeling. De gemachtigde heeft een beroepschrift ingediend en is ter zitting verschenen. Dit zijn twee proceshandelingen. Per handeling wordt een vergoeding toegekend van € 759,- (wegingsfactor: 1). De proceskostenvergoeding wordt daardoor € 1.518,-. Ook moet het UWV het griffierecht van
€ 50,- aan eiseres vergoeden.

Beslissing

De rechtbank:
  • verklaart het beroep ongegrond;
  • draagt het UWV op het betaalde griffierecht van € 50,- aan eiseres te vergoeden;
  • veroordeelt het UWV in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van
Deze uitspraak is gedaan op 19 december 2022 door mr. M.A. Broekhuis, rechter, in aanwezigheid van mr. Y.A.J. van Egmond, griffier
.
griffier
rechter
De uitspraak is verzonden op
en zal binnen een week na deze datum openbaar gemaakt worden door publicatie op rechtspraak.nl.

Als u het niet eens bent met deze uitspraak

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.