ECLI:NL:RBDHA:2022:1372
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toekenning van een schone lei in het kader van de WSNP voor een gedupeerde in de Kinderopvangtoeslag-affaire
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 21 februari 2022 uitspraak gedaan in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP) voor mevrouw [schuldenares], die door de Belastingdienst is aangemerkt als gedupeerde in de Kinderopvangtoeslag-affaire. Mevrouw [schuldenares] heeft op 31 juli 2019 de WSNP aangevraagd en heeft op 4 januari 2022 verzocht om beëindiging van de WSNP met een schone lei. De rechtbank heeft beoordeeld of zij aan de verplichtingen van de WSNP heeft voldaan. De Belastingdienst heeft verklaard alle geverifieerde schulden in de boedel te zullen betalen en een bedrag van minimaal € 30.000,- te storten in het kader van de Catshuisregeling. De rechtbank heeft vastgesteld dat mevrouw [schuldenares] niet (toerekenbaar) tekort is geschoten in haar verplichtingen en heeft besloten haar de schone lei te verlenen. De looptijd van de WSNP is verkort tot 4 januari 2022, en de rechtbank heeft de vergoeding van de bewindvoerder vastgesteld op € 4.272,73, inclusief omzetbelasting. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen acht dagen na de uitspraak.