ECLI:NL:RBDHA:2022:13708

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
14 december 2022
Publicatiedatum
20 december 2022
Zaaknummer
NL22.5130
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 14 december 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. Verzoekster, die een asielaanvraag had ingediend, had tegen een eerder besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beroep ingesteld. Dit besluit, dat op 24 maart 2022 was genomen, hield in dat de asielaanvraag van verzoekster buiten behandeling was gesteld. Verzoekster vroeg de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen, terwijl haar beroep nog in behandeling was.

De zitting vond plaats op 16 november 2022, waar partijen zich lieten vertegenwoordigen door hun gemachtigden. De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat er inmiddels een uitspraak was gedaan op het beroep in een andere zaak (zaaknummer NL22.5129), waardoor een voorlopige voorziening niet meer nodig was. Om deze reden heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, in aanwezigheid van griffier mr. W. van Loon, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL22.5130

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam], V-nummer: [nummer], verzoekster

mede namens haar minderjarige kind:
[naam], V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. J.J.J. Jansen),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. M.M. van Duren).

Procesverloop

Bij besluit van 24 maart 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van verzoekster buiten behandeling gesteld.
Verzoekster heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Zij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaken NL22.5129, NL22.5127 en NL22.5128, op 16 november 2022 op zitting behandeld. Partijen hebben zich laten vertegenwoordigen door hun gemachtigden.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL22.5129, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. W. van Loon, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.