ECLI:NL:RBDHA:2022:13621
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid beroep wegens gebrek aan ingebrekestelling in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen het college van burgemeester en wethouders van Den Haag, omdat hij van mening is dat het college niet tijdig heeft beslist in 163 zaken en in 210 zaken dwangsommen heeft verbeurd. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de brief van eiser van 19 april 2022, waarin hij het college in gebreke stelt, niet voldoet aan de vereisten voor een ingebrekestelling zoals vastgelegd in de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De rechtbank heeft vastgesteld dat de brief niet duidelijk maakt op welke specifieke aanvragen of bezwaren het betrekking heeft. De bijgevoegde Excel-overzichten geven geen inzicht in de zaken waarover eiser klaagt, en bevatten zelfs informatie over zaken die al zijn afgehandeld of waartegen beroep is ingesteld. Hierdoor is de rechtbank van oordeel dat de brief van eiser niet kan worden aangemerkt als een geldige ingebrekestelling.
Aangezien eiser niet heeft voldaan aan de vereisten voor het instellen van beroep, heeft de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk verklaard. Dit betekent dat de rechtbank niet inhoudelijk op de zaak kan ingaan. De rechtbank heeft ook geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. D.R. van der Meer en is openbaar uitgesproken op 8 december 2022.