ECLI:NL:RBDHA:2022:13531

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
9 december 2022
Publicatiedatum
15 december 2022
Zaaknummer
NL22.9062
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake asielaanvraag door prematuur ingediende ingebrekestelling

In deze zaak heeft eiser op 19 mei 2022 beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag. De rechtbank heeft het beroep op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) vereenvoudigd afgedaan. De rechtbank overweegt dat op grond van artikel 6:2 van de Awb het niet tijdig nemen van een besluit gelijkgesteld wordt met een besluit. Eiser heeft zijn asielaanvraag op 21 juli 2021 ingediend en stelt de Afghaanse nationaliteit te bezitten. Op 20 augustus 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een besluit- en vertrekmoratorium ingesteld voor vreemdelingen afkomstig uit Afghanistan, wat de beslistermijn voor eisers aanvraag verlengt tot 21 januari 2023. Hierdoor is de ingebrekestelling die eiser heeft ingediend op 19 mei 2022 prematuur, omdat de wettelijke beslistermijn nog niet was verstreken. De rechtbank concludeert dat zonder een geldige ingebrekestelling er geen beroep wegens niet tijdig beslissen kan worden ingediend, en verklaart het beroep niet-ontvankelijk. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL22.9062

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam], eiser

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. K. Ross),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Eiser heeft op 19 mei 2022 beroep ingesteld wegens het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag.
De rechtbank ziet aanleiding om het beroep op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) vereenvoudigd af te doen.

Overwegingen

1. Op grond van artikel 6:2, aanhef en onder b, van de Awb wordt voor de toepassing van wettelijke voorschriften over bezwaar en beroep het niet tijdig nemen van een besluit met een besluit gelijkgesteld. In artikel 6:12, tweede lid, van de Awb is bepaald dat het beroepschrift kan worden ingediend zodra het bestuursorgaan in gebreke is om op tijd een besluit te nemen en twee weken zijn verstreken nadat een schriftelijke ingebrekestelling door het bestuursorgaan is ontvangen.
2. Op grond van artikel 42, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw) bedraagt de beslistermijn op een asielaanvraag zes maanden. In artikel 43, eerste lid van de Vw is bepaald dat deze termijn bij besluit van de Minister van Veiligheid en Justitie voor bepaalde categorieën vreemdelingen kan worden verlengd tot ten hoogste eenentwintig maanden, indien naar verwachting voor een korte periode onzekerheid zal bestaan over de situatie in het land van herkomst en op grond daarvan redelijkerwijs niet kan worden beslist of de aanvraag op een van de gronden genoemd in artikel 29 kan worden ingewilligd.
3. Op 20 augustus 2021 [1] heeft verweerder ten aanzien van vreemdelingen afkomstig uit Afghanistan besloten tot het instellen van een besluit- en vertrekmoratorium als bedoeld in artikel 43, eerste lid, van de Vw 2000. In artikel 1 van dit besluit is bepaald dat het besluit- en vertrekmoratorium wordt ingesteld met ingang van de dag van inwerkingtreding van het besluit en voor de duur van zes maanden. Op grond van artikel 2 van dit besluit is de beslistermijn verlengd met een jaar voor vreemdelingen afkomstig uit Afghanistan, die een aanvraag indienen of hebben ingediend tot verlenen van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd asiel. Het besluitmoratorium is op 26 augustus 2021 in werking getreden.
4. Eiser heeft zijn asielaanvraag op 21 juli 2021 ingediend. Daarbij heeft hij gesteld de Afghaanse nationaliteit te bezitten. Gelet op het besluitmoratorium dat dan op zijn aanvraag van toepassing is, is de beslistermijn, die oorspronkelijk op 21 januari 2022 zou zijn afgelopen, verlengd met één jaar, tot en met 21 januari 2023. De wettelijke beslistermijn is daarom niet verstreken. Dat betekent dat eisers ingebrekestelling prematuur is ingediend en niet geldig is. Zonder geldige ingebrekestelling kan geen beroep wegens niet tijdig beslissen worden ingediend. Het beroep is daarom niet-ontvankelijk.
5. De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaard het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.F.I. Sinack, rechter, in aanwezigheid van mr. N.M.L. van der Kammen, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.

Voetnoten

1.Staatscourant 2021, 39300.