ECLI:NL:RBDHA:2022:13520

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
30 november 2022
Publicatiedatum
14 december 2022
Zaaknummer
C/09/638380 / JE RK 22-2418
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onderzoek naar de noodzaak van ondertoezichtstelling van een minderjarige in een onrustige thuissituatie

In deze zaak heeft de kinderrechter op 30 november 2022 uitspraak gedaan over het verzoek tot ondertoezichtstelling van de minderjarige [minderjarige01], geboren op [geboortedatum01] 2012. Het verzoek is ingediend door de Raad voor de Kinderbescherming, Regio Haaglanden, naar aanleiding van zorgen over de thuissituatie van [minderjarige01]. De kinderrechter heeft kennisgenomen van het verzoekschrift en de aanwezigen tijdens de zitting, waaronder de moeder, de vader, en vertegenwoordigers van de gecertificeerde instelling en de Raad.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat [minderjarige01] opgroeit in een onrustige omgeving, gekenmerkt door conflicten tussen de ouders, financiële problemen en een gebrek aan stabiliteit. Ondanks de inspanningen van de moeder om de situatie te verbeteren, blijkt dat zij niet in staat is om [minderjarige01] de benodigde structuur en ondersteuning te bieden. De Raad heeft aangegeven dat de ontwikkeling van [minderjarige01] ernstig wordt bedreigd door de huidige omstandigheden, wat leidt tot zorgen over haar emotionele en sociale ontwikkeling.

Na beoordeling van de feiten en de argumenten van beide partijen, heeft de kinderrechter geoordeeld dat de gronden voor ondertoezichtstelling aanwezig zijn. De kinderrechter heeft besloten om [minderjarige01] voor de duur van één jaar onder toezicht te stellen van Stichting Jeugdbescherming west Zuid-Holland, met als doel de moeder te ondersteunen en de ontwikkeling van [minderjarige01] te waarborgen. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaaksgegevens: C/09/638380 / JE RK 22-2418
Datum uitspraak: 30 november 2022

Beschikking van de kinderrechter

Ondertoezichtstelling

in de zaak naar aanleiding van het op 18 november 2022 ingekomen verzoekschrift van:
de Raad voor de Kinderbescherming, Regio Haaglanden(hierna te noemen: de Raad),
betreffende:
- [minderjarige01], geboren op [geboortedatum01] 2012 te [geboorteplaats01] ,
hierna te noemen: [minderjarige01] .
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:

[de vrouw01] ,

hierna te noemen: de moeder,
wonende te [woonplaats01] .
De kinderrechter merkt als informant aan:

[de man01] ,hierna te noemen: de vader,

Wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
Stichting Jeugdbescherming west Zuid-Holland, hierna te noemen: de gecertificeerde instelling.

Het procesverloop

De kinderrechter heeft kennisgenomen van het verzoekschrift d.d. 18 november 2022.
Op 30 november 2022 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld. Daarbij zijn verschenen:
- de moeder;
- mevrouw [naam01] , begeleider van [instelling01] ;
- de heer [naam02] , namens de gecertificeerde instelling;
- mevrouw [naam03] , namens de Raad.
Opgeroepen en niet verschenen is:
- de vader.

Feiten

– [minderjarige01] is erkend door de vader.
– De moeder is belast met het ouderlijk gezag.
– [minderjarige01] verblijft feitelijk bij de moeder.

Verzoek en verweer

Het verzoek strekt tot ondertoezichtstelling van [minderjarige01] voor de periode van één jaar.
De Raad heeft daartoe het volgende naar voren gebracht. [minderjarige01] groeit op in een thuissituatie waarin sprake is van veel onrust. Deze onrust wordt veroorzaakt door de conflicten tussen alle gezinsleden waarbij sprake is van zowel verbale als fysieke agressie, het uit elkaar gaan van de ouders, financiële problematiek en de eigen problematiek van de ouders. [minderjarige01] groeit hierdoor op in thuissituatie waar continu sprake is van stress en spanning. Er bestaan zorgen om wat dit met [minderjarige01] doet. Zij is een gesloten meisje en vertelt weinig over wat zij heeft meegemaakt. Op school en tijdens het traject bij [naam04] blijkt dat [minderjarige01] last heeft van concentratieproblemen op het moment dat haar ADHD medicatie niet (meer) werkt. Het is de vraag of dit alleen komt door de ADHD of dat dit deels wordt veroorzaakt wordt de onrustige thuissituatie. [minderjarige01] heeft al langere tijd geen contact met de vader. Aangezien dit belangrijk is voor haar identiteitsontwikkeling, is het van belang dat dit contact op een veilige manier kan plaatsvinden. Het is knap hoe de moeder haar best doet om onder andere aan de financiële problematiek te werken. Zij is hierdoor echter wel veel van huis, waardoor [minderjarige01] op die momenten alleen thuis is met haar broers. De broers nodigen dan ook vrienden uit die ook in aanraking komen met de politie. [minderjarige01] heeft veel structuur nodig. Op de momenten dat de moeder niet aanwezig is, kan zij [minderjarige01] niet de extra sturing geven die zij nodig heeft. Hoewel de moeder haar best doet, lukt het haar onvoldoende om [minderjarige01] de stabiele en rustige thuissituatie te bieden die zij nodig heeft. Om die reden is de Raad van oordeel dat de ondersteuning van een jeugdbeschermer noodzakelijk is, zodat zij de moeder kunnen ondersteunen en ervoor kunnen zorgen dat [minderjarige01] de hulpverlening krijgt die zij nodig heeft. Gelet op het bovenstaande is een ondertoezichtstelling voor de periode van één jaar nodig.
De moeder vindt een ondertoezichtstelling voor [minderjarige01] niet noodzakelijk. Volgens de moeder kan zij, met behulp van de begeleiding via [instelling01] , zelf goed inschatten wat [minderjarige01] nodig heeft. De moeder wil met [instelling01] EMDR therapie voor [minderjarige01] aanvragen. Zij is van mening dat dit [minderjarige01] gaat helpen. De moeder geeft aan dat zij haar best doet om de problematiek te verhelpen, maar dat het wel allemaal tegelijk komt, waardoor er veel op haar bordje terecht komt.

Beoordeling

De kinderrechter is, gelet op hetgeen uit het dossier en ter terechtzitting naar voren is gekomen, van oordeel dat de in artikel 1:255, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek genoemde gronden voor ondertoezichtstelling aanwezig zijn.
De kinderrechter is van oordeel dat er sprake is van een ernstige ontwikkelingsbedreiging. [minderjarige01] groeit op in een onrustige thuissituatie, waarin zij de spanningen en de ernstige conflicten tussen de gezinsleden en de vader (onbewust) meekrijgt (er is onder meer sprake van huiselijk geweld, en alcoholproblematiek bij vader). Ondanks dat [minderjarige01] het goed doet op school, laat zij op school en tijdens een traject bij [naam04] (maatschappelijk werk) namelijk zien dat zij last heeft van concentratieproblemen. Het is onduidelijk of deze concentratieproblemen alleen voortkomen uit de ADHD, die bij [minderjarige01] is vastgesteld, of dat deze ook deels wordt veroorzaakt door de onrustige thuissituatie. De moeder doet ondertussen haar best om haar financiële problematiek te verhelpen. Zij is hierdoor echter veel aan het werk, waardoor zij [minderjarige01] op die momenten niet de structuur en stabiele thuissituatie kan bieden die zij nodig heeft. [minderjarige01] is (hierdoor) de afgelopen tijd ook regelmatig alleen thuis geweest met enkel haar oudere (minderjarige) broers, die namelijk niet naar school gaan. Uit de stukken blijkt dat dit thuiszitten ook weer voor spanningen zorgt. Daarbij: gezien haar leeftijd is voor [minderjarige01] sowieso (meer) volwassen-toezicht gewenst.
De kinderrechter constateert dat het op dit moment gewoon zwaar is voor de moeder, ook emotioneel: recent is [minderjarige01] ’s oudste broer uit huis is geplaatst, en ook om de uithuisplaatsing van haar andere broer is verzocht. De kinderrechter ziet dat, ondanks dat moeder absoluut van goede wil is, er op dit moment dermate veel zaken tegelijk spelen dat hulpverlening binnen het vrijwillig kader onvoldoende toereikend is om de ontwikkelingsbedreiging weg te nemen. De kinderrechter vindt een ondertoezichtstelling nodig is om de moeder te ondersteunen en zicht te houden op de ontwikkeling van [minderjarige01] . Met de ondersteuning van een jeugdbeschermer kan de juiste hulpverlening voor [minderjarige01] worden ingezet. De kinderrechter zal de ondertoezichtstelling toewijzen voor de verzochte duur van één jaar.
Derhalve zal als volgt worden beslist.

Beslissing

De kinderrechter:
stelt [minderjarige01] van 30 november 2022 tot 30 november 2023 onder toezicht van Stichting Jeugdbescherming west Zuid-Holland;
verklaart deze beslissing uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 30 november 2022 door mr. E.J. Stalenberg, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. L.B.M.A. Roozen als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 14 december 2022.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoeker en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van
het gerechtshof Den Haag.