ECLI:NL:RBDHA:2022:13520
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onderzoek naar de noodzaak van ondertoezichtstelling van een minderjarige in een onrustige thuissituatie
In deze zaak heeft de kinderrechter op 30 november 2022 uitspraak gedaan over het verzoek tot ondertoezichtstelling van de minderjarige [minderjarige01], geboren op [geboortedatum01] 2012. Het verzoek is ingediend door de Raad voor de Kinderbescherming, Regio Haaglanden, naar aanleiding van zorgen over de thuissituatie van [minderjarige01]. De kinderrechter heeft kennisgenomen van het verzoekschrift en de aanwezigen tijdens de zitting, waaronder de moeder, de vader, en vertegenwoordigers van de gecertificeerde instelling en de Raad.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat [minderjarige01] opgroeit in een onrustige omgeving, gekenmerkt door conflicten tussen de ouders, financiële problemen en een gebrek aan stabiliteit. Ondanks de inspanningen van de moeder om de situatie te verbeteren, blijkt dat zij niet in staat is om [minderjarige01] de benodigde structuur en ondersteuning te bieden. De Raad heeft aangegeven dat de ontwikkeling van [minderjarige01] ernstig wordt bedreigd door de huidige omstandigheden, wat leidt tot zorgen over haar emotionele en sociale ontwikkeling.
Na beoordeling van de feiten en de argumenten van beide partijen, heeft de kinderrechter geoordeeld dat de gronden voor ondertoezichtstelling aanwezig zijn. De kinderrechter heeft besloten om [minderjarige01] voor de duur van één jaar onder toezicht te stellen van Stichting Jeugdbescherming west Zuid-Holland, met als doel de moeder te ondersteunen en de ontwikkeling van [minderjarige01] te waarborgen. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.