ECLI:NL:RBDHA:2022:13510

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
9 december 2022
Publicatiedatum
14 december 2022
Zaaknummer
21/5827
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen besluit tot sluiting van woning op grond van de Opiumwet

In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 9 december 2022 uitspraak gedaan in een beroep van eiseres tegen een besluit van de burgemeester van de gemeente Westland. Eiseres, die haar woning aan de [adres] in [plaats] huurt, was het niet eens met een besluit van de burgemeester dat haar woning voor drie maanden gesloten zou worden op grond van artikel 13b van de Opiumwet. Dit besluit volgde op een politieactie waarbij een handelshoeveelheid hard- en softdrugs in de woning was aangetroffen. Eiseres stelde dat de sluiting niet noodzakelijk was en in strijd met het Damoclesbeleid van de gemeente Westland, en dat het besluit in strijd was met de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit.

De rechtbank heeft het beroep behandeld op 28 november 2022, waarbij eiseres werd vertegenwoordigd door haar gemachtigde en de dochter van eiseres aanwezig was. De burgemeester werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. De rechtbank overwoog dat het bestreden besluit nooit is uitgevoerd, omdat de woning feitelijk nooit gesloten is geweest. Hierdoor diende de rechtbank te beoordelen of eiseres nog belang had bij een inhoudelijk oordeel over het bestreden besluit.

De rechtbank concludeerde dat eiseres niet aannemelijk had gemaakt dat zij schade had geleden als gevolg van het bestreden besluit, aangezien de huurovereenkomst met haar verhuurder met wederzijds goedvinden was beëindigd en de doorzoeking door de politie niet de enige reden was voor het beëindigen van de huurovereenkomst. Daarom verklaarde de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk en was er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht
zaaknummer: SGR 21/5827

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 9 december 2022 in de zaak tussen

[eiser], uit [woonplaats], eiseres

(gemachtigde: mr. L. van der Wijngaart),
en

de burgemeester van de gemeente Westland, verweerder

(gemachtigde: mr. J.C. Meijer).

Procesverloop

Bij besluit van 19 februari 2021 (het primaire besluit) heeft verweerder op grond van artikel 13b van de Opiumwet een last onder bestuursdwang opgelegd. Deze last houdt in dat de woning van eiseres aan de [adres] [nummer] te [plaats] (de woning), wordt gesloten voor een periode van drie maanden, ingaande 16 maart 2021 om 12.00 uur tot 16 juni 2021 om 12.00 uur.
Bij besluit van 27 juli 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiseres hiertegen, ongegrond verklaard. Verweerder heeft besloten dat de sluiting plaatsvindt ingaande 9 september 2021 om 12:00 uur tot 9 december 2021 om 12:00 uur.
Bij besluit van 26 augustus 2021 heeft verweerder besloten de woning niet te sluiten op 9 september 2021, omdat eiseres de woning al per 1 september 2021 zal hebben verlaten.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De rechtbank heeft het beroep op 28 november 2022 op zitting behandeld. Eiseres heeft zich laten vertegenwoordigen door haar gemachtigde. De dochter van eiseres, [A], is wel verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

Waar gaat deze zaak over?
1. Naar aanleiding van het vermoeden van de mogelijke aanwezigheid van illegaal vuurwerk is de woning op 21 december 2020 doorzocht door de politie-eenheid Den Haag, basisteam Westland. Hierbij is een handelshoeveelheid hard- en softdrugs gevonden. Daarnaast zijn er zaken aangetroffen die zijn te relateren aan drugshandel.
2. Verweerder heeft aan het bestreden besluit ten grondslag gelegd dat in de woning een handelshoeveelheid harddrugs is aangetroffen en dat het aannemelijk is dat deze drugs bestemd waren voor de verkoop, aflevering of verstrekking. [1] Volgens verweerder rechtvaardigt dit een tijdelijke sluiting van de woning voor de duur van drie maanden.
Wat vindt eiseres in beroep?
3. Eiseres is het niet eens met de sluiting. Eiseres voert - zeer kort samengevat - aan dat de sluiting niet noodzakelijk was en in strijd is met het Damoclesbeleid van de gemeente Westland. Het besluit is ook in strijd met het motiverings- en zorgvuldigheidsbeginsel. Daarnaast is het besluit is in strijd met het evenredigheidsbeginsel en de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit. Eiseres en haar dochters hebben uiteindelijk een andere woning kunnen betrekken. Zij blijven echter zitten met een schadepost. Eiseres heeft de woning destijds op eigen kosten laten verbouwen. Bovendien heeft eiseres kosten moeten maken om de woning correct te kunnen opleveren en ook voor de verhuizing en het inrichten van de nieuwe woning.
Wat is het oordeel van de rechtbank?
4. Nu het bestreden besluit nooit is uitgevoerd omdat de woning van eiseres feitelijk nooit gesloten is geweest, zal de rechtbank eerst beoordelen of eiseres nog belang heeft bij een inhoudelijk oordeel over het bestreden besluit.
4.1.
Volgens vaste rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling), waaronder de uitspraak van 24 oktober 2018, ECLI:NL:RVS:2018:3428, (rechtsoverweging 3.1) moet de bestuursrechter alleen dan rechtsvragen beoordelen, als dit van betekenis is voor het geschil over een besluit van een bestuursorgaan. Daarbij geldt dat het doel dat de indiener voor ogen staat met het ingestelde rechtsmiddel moet kunnen worden bereikt en voor hem feitelijk van betekenis moet zijn. In beginsel is er sprake van procesbelang indien de indiener van het rechtsmiddel stelt dat hij schade heeft geleden en tot op zekere hoogte aannemelijk maakt dat hij die schade daadwerkelijk en als gevolg van het bestreden besluit heeft geleden.
Het is dus aan eiseres om tot op zekere hoogte aannemelijk te maken dat zij schade heeft geleden en dat dit komt door het bestreden besluit.
4.2.
De rechtbank is met verweerder van oordeel dat eiseres niet tot op zekere hoogte aannemelijk heeft gemaakt dat zij ten gevolge van het bestreden besluit schade heeft geleden. De rechtbank licht dit toe als volgt.
4.2.1
Allereerst heeft eiseres de door haar gestelde schade in het geheel niet onderbouwd. Verder blijkt uit de stukken, dat de huurovereenkomst van eiseres met haar verhuurder, uiteindelijk met wederzijds goedvinden is beëindigd. Ook blijkt uit de brief van de gemachtigde van de verhuurder van 18 maart 2021 aan de gemachtigde van eiseres, dat de (aan het bestreden besluit voorafgaande) doorzoeking van de woning door de politie in december 2020, voor de verhuurder niet de enige reden is geweest om de huurovereenkomst met eiseres te willen beëindigen.
Onder deze omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat eiseres in het geheel niet aannemelijk heeft gemaakt, dat zij schade heeft geleden, die het rechtstreeks gevolg is geweest van het bestreden besluit, inhoudende een gedwongen tijdelijke sluiting van de woning, die nooit heeft plaatsgevonden.
Conclusie
5. De rechtbank is daarom van oordeel dat eiseres geen procesbelang heeft bij haar beroep. Het beroep is dus niet-ontvankelijk.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. van Nooijen, rechter, in aanwezigheid van mr. N.Y. Majoor, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 9 december 2022.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.

Voetnoten

1.Hij doet dit op grond van artikel 13b, eerste lid, van de Opiumwet en het Damoclesbeleid van de gemeente Westland 2020.