ECLI:NL:RBDHA:2022:13462

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
8 december 2022
Publicatiedatum
14 december 2022
Zaaknummer
NL22.21828
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 8 december 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, wiens naam niet is vermeld, had tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beroep ingesteld. Dit besluit, genomen op 21 oktober 2022, wees de asielaanvraag van de verzoeker af als kennelijk ongegrond. De verzoeker heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, terwijl de zaak ook samen met een andere zaak (NL22.21827) werd behandeld.

De zitting vond plaats op 25 november 2022 in Breda, waar de verzoeker aanwezig was, bijgestaan door zijn gemachtigde, mr. M.E.M. Jacquemard. De staatssecretaris was niet aanwezig, maar had voorafgaand aan de zitting bericht gestuurd. De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat er reeds een uitspraak was gedaan in de andere zaak, wat van invloed was op de beslissing in deze zaak.

Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. W. Anker, in aanwezigheid van griffier mr. W. van Loon, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL22.21828

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam verzoeker], verzoeker

V-nummer: [V-nummer]
(gemachtigde: mr. M.E.M. Jacquemard),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 21 oktober 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van verzoeker in de algemene procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL22.21827, op 25 november 2022 op zitting behandeld te Breda. Verzoeker is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Als tolk is verschenen F. Ivanov-Aptekar. Verweerder is, met voorafgaand bericht, niet verschenen.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL22.21827, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. W. Anker, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr.W. van Loon, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.