3.3.Schatting wederechtelijk verkregen voordeel
Voor de schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel van de veroordeelde is onderzoek gedaan in de periode van 1 januari 2018 tot en met 6 december 2021. Bij de schatting zijn de legale inkomsten van de veroordeelde in voornoemde periode in mindering gebracht op het bedrag dat de veroordeelde in die periode feitelijk heeft uitgegeven.
Voor de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel is in het rapport uitgegaan van een kasopstelling, waarin de geldstromen inzichtelijk zijn gemaakt.De rechtbank zal ten behoeve van de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel aan de hand van deze kasopstelling en – indien nodig – andere bewijsmiddelen het beginsaldo, de legale contante ontvangsten, het eindsaldo en de werkelijk contante uitgaven vaststellen.
Beginsaldo contant geld
Blijkens de kasopstelling had de veroordeelde op 1 januari 2018 een beginsaldo van
€ 2.828,52, bestaande uit € 500,00 aan contanten en € 2.338,52 aan giraal geld.
Legale inkomsten
In het rapport is onderzocht uit welke bronnen de veroordeelde legale contante inkomsten heeft ontvangen. Op grond van het rapport kan worden vastgesteld dat de veroordeelde in de onderzoeksperiode een totaalbedrag van € 24.250,28 aan legale inkomsten heeft ontvangen. Dit betrof het totaalbedrag aan ontvangen bedragen ad € 46.050,20 op zijn bankrekening.
Van de bedragen
€ 1.000,00 (ontvangsten van [naam 1] ),
€ 9.000,00 (ontvangsten van [naam 2] ),
€ 9.500,00 (ontvangsten van [naam 3] ), en
€ 2.300,00 (ontvangsten van [naam 4] ),
die opgeteld neerkomen op een bedrag van in totaal € 21.800,00, is volgens de politie niet gebleken dat dit inkomsten uit legale bron zijn.
De verdediging heeft aangevoerd dat de € 21.800 ook legale inkomsten betreffen, namelijk betalingen voor werkzaamheden die hij al dan niet zwart heeft verricht en de terugbetaling van leningen.
De rechtbank verwerpt die stelling op grond van het navolgende. Uit het rapport blijkt dat de veroordeelde een bedrag van in totaal € 15.144,01 aan looninkomsten van verschillende werkgevers en zorgtoeslag van de Belastingdienst giraal had ontvangen. Daarnaast werden van verschillende bankrekeningen hoge bedragen gestort met de omschrijvingen “crypto, klusjes en leningen”.Door [naam 2] werd op de bankrekening van de veroordeelde in totaal een bedrag van € 9.000 gestort, met als omschrijving “lening”. De betaling van de lening aan [naam 2] is echter niet teruggevonden bij de transacties. Evenmin is gebleken hoe de veroordeelde deze of andere leningen kon verstrekken zonder dat er enige legale inkomsten werden ontvangen.De veroordeelde heeft niet aannemelijk kunnen maken dat bepaalde inkomsten van terugbetalingen van verstrekte leningen of loon afkomstig waren. Tijdens zijn verhoren bij de politie, beriep de veroordeelde zich op zijn zwijgrecht toen hem werd gevraagd naar de bedragen die zouden zijn uitgeleend. Bovendien heeft hij geen leningsovereenkomsten of schriftelijke verklaringen overgelegd waaruit de legale herkomst van de inkomsten blijkt. Dat [naam 3] heeft verklaard dat hij geld aan de veroordeelde heeft geleend, maakt deze conclusie niet anders, nu hier geen nadere onderbouwing aan ten grondslag ligt.
Dat een deel van de € 21.800 bestaat uit – al dan niet “zwart” – loon voor her en der verrichte werkzaamheden is door de veroordeelde geenszins aannemelijk gemaakt. Ten eerste kan niet worden vastgesteld dat de veroordeelde daadwerkelijk inkomsten uit loon heeft ontvangen. Immers heeft de veroordeelde geen loonstroken of andere stukken overgelegd waaruit dit kan worden afgeleid. Bovendien zouden deze inkomsten “zwart” zijn verdiend, wat op zichzelf geen legale inkomsten oplevert.
Op grond van het voorgaande gaat de rechtbank uit van een totaalbedrag van € 24.250,28 aan legale inkomsten in de onderzoeksperiode.
Eindsaldo contact geld
Blijkens het rapport is tijdens de doorzoeking en aanhouding bij de veroordeelde een bedrag van in totaal € 585,00 aangetroffen. Het eindsaldo giraal geld bedroeg € 881,26. In totaal bedroeg het eindsaldo € 1.466,26.Op grond hiervan komt de rechtbank uit op een bedrag van € 1.466,26 voor de post eindsaldo contant geld.
Feitelijke uitgaven
In het rapport worden de totale feitelijke uitgaven vastgesteld op € 77.297,56. Dit bedrag bestaat uit € 47.720,23 aan girale betalingen, € 15.000 aan contante betalingen (auto Audi A6), € 2.474,83 aan kosten brandstof en € 12.102,50 aan kosten levensonderhoud.De rechtbank zal op basis van het rapport eveneens uitgaan van een bedrag van € 77.297,56 aan feitelijke uitgaven.
Uitkomst uitgebreide kasopstelling
Samengevat luidt de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel als volgt:
Beginsaldo contant en giraal geld € 2.838,52
+/+ Legale contante ontvangsten € 24.250,28
-/- Eindsaldo contant en giraal geld € 1.466,26
Beschikbaar voor het doen van uitgaven € 25.622,54
-/- Feitelijke uitgaven € 77.297,56
Verschil (wederrechtelijk verkregen voordeel) € -51.675,02
Nu de veroordeelde geen andere, aannemelijke en onderbouwde verklaring heeft gegeven voor het (resterend) onverklaarbaar negatief verschil, is de rechtbank van oordeel dat dit inkomen slechts afkomstig kan zijn uit andere strafbare feiten. De rechtbank stelt het wederrechtelijk verkregen voordeel dan ook vast op een bedrag van € 51.675,02.