ECLI:NL:RBDHA:2022:13288
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag met betrekking tot verantwoordelijkheid Spanje
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 5 december 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening met betrekking tot een asielaanvraag. De verzoeker, die afkomstig is uit Dublin, had zijn asielaanvraag ingediend, maar deze werd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet in behandeling genomen. De reden hiervoor was dat Spanje verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de asielaanvraag van de verzoeker.
De verzoeker heeft tegen dit besluit beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting op 18 oktober 2022, waar de verzoeker werd bijgestaan door zijn gemachtigde mr. N. Wouters, is de zaak behandeld. De staatssecretaris werd vertegenwoordigd door mr. H.J. Metselaar. De voorzieningenrechter heeft de zaak onmiddellijk na de behandeling ter zitting beoordeeld en uitspraak gedaan.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Dit gebeurde op basis van de uitspraak die op dezelfde dag in een andere zaak (NL22.20228) werd gedaan, waarin de rechtbank ook uitspraak deed op het beroep van de verzoeker. De voorzieningenrechter oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.