ECLI:NL:RBDHA:2022:1326
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Opleggen van een ambtsbericht aan een ambtenaar van Defensie wegens normoverschrijdend gedrag met betrekking tot wapenbezit door een minderjarige
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 24 februari 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, werkzaam bij de Koninklijke Marechaussee, en de staatssecretaris van Defensie. Eiseres had een ambtsbericht opgelegd gekregen voor de duur van vier jaar, omdat zij een gasdrukpistool had gegeven aan de vader van haar vijftienjarige neef, met de bedoeling dat deze het wapen aan zijn zoon zou geven. De staatssecretaris stelde dat eiseres normoverschrijdend had gehandeld, wat haar integriteit en betrouwbaarheid als ambtenaar in gevaar zou hebben gebracht. Eiseres voerde aan dat zij voorafgaand aan de schenking had onderzocht of dit toegestaan was en dat zij zich achteraf had gerealiseerd dat het een verkeerde beslissing was.
De rechtbank oordeelde dat het ambtsbericht terecht was opgelegd. De rechtbank stelde vast dat eiseres, als ervaren medewerker van de Koninklijke Marechaussee, zich bewust moest zijn van de risico's van wapenbezit door minderjarigen. De rechtbank oordeelde dat het geven van een gasdrukpistool aan een minderjarige, zelfs als dit via de vader gebeurde, als normoverschrijdend gedrag kon worden aangemerkt. De rechtbank vond het opleggen van het ambtsbericht voor vier jaar een gepaste reactie en niet onevenredig, ondanks de onzekerheid over de toekomstige gevolgen voor eiseres.
Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard, en de rechtbank oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van ambtenaren in het kader van wapenbezit en de gevolgen van hun handelen, ook als dit in een familiale context plaatsvindt.