ECLI:NL:RBDHA:2022:13171

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
8 december 2022
Publicatiedatum
8 december 2022
Zaaknummer
09/058732-21
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een minderjarige voor meervoudige vrijheidsberoving, poging tot afpersing en diefstal met geweld

Op 8 december 2022 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een minderjarige verdachte, die zich schuldig heeft gemaakt aan meerdere ernstige misdrijven, waaronder wederrechtelijke vrijheidsberoving, poging tot afpersing en diefstal met geweld. De verdachte, destijds 17 jaar oud, werd bij verstek veroordeeld. De rechtbank oordeelde dat de verdachte samen met anderen twee keer de vrijheid van slachtoffers heeft ontnomen, waarbij geweld werd gebruikt. In de eerste zaak werd slachtoffer [slachtoffer 1] in een park omsingeld, geslagen en in het water geduwd, terwijl hij werd bedreigd met geweld. Slachtoffer [slachtoffer 2] werd gedurende bijna elf uur vastgehouden, geblinddoekt en onder dwang gedwongen om zijn persoonlijke bezittingen af te geven, waaronder zijn bankgegevens. De rechtbank achtte de betrokkenheid van de verdachte bij deze feiten wettig en overtuigend bewezen, mede op basis van chatberichten en locatiegegevens van zijn telefoon.

De rechtbank sprak de verdachte vrij van enkele feiten, maar legde hem een jeugddetentie op van 270 dagen, waarvan 90 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. Daarnaast werd een schadevergoeding van € 6.170,79 aan slachtoffer [slachtoffer 2] toegewezen, met wettelijke rente. De vorderingen van ING Bank N.V. en een ander slachtoffer werden niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank benadrukte de ernst van de gepleegde feiten en de impact op de slachtoffers, en dat dergelijk gedrag in de samenleving niet getolereerd kan worden.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Meervoudige kamer jeugdstrafzaken
Parketnummer: 09-058732-21, t.t.g. 09-034488-21
Datum uitspraak: 8 december 2022
Verstek
Vonnis (vul parketnummer in)van de rechtbank Den Haag in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte](hierna: de verdachte),
[geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
[adres] ;
op dit moment verblijvend op een de rechtbank onbekend adres in Ghana.

1.Het onderzoek ter zitting

De strafzaak tegen de verdachte is inhoudelijk behandeld op de besloten zitting van 24 november 2022.
De officier van justitie in deze zaak is mr. L.E.M. Wösten.
De verdachte is niet op de zitting verschenen.

2.De tenlastelegging

De verdachte wordt er, samengevat, van beschuldigd dat hij
Dagvaarding 09-058732-21:
- in de periode van 1 december 2020 tot en met 6 december 2020 in Leiden met anderen
[slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] van hun vrijheid heeft beroofd en beroofd gehouden (feit 1),
- in de periode van 1 december 2020 tot en met 2 december 2020 in Leiden met anderen heeft geprobeerd een diefstal met geweld te plegen tegen [slachtoffer 1] (feit 2);
- in de periode van 1 december 2020 tot en met 2 december 2020 in Leiden met anderen heeft geprobeerd [slachtoffer 1] af te persen (feit 3);
- in de periode van 5 december 2020 tot en met 9 december 2020 in Leiden met anderen
een diefstal met geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] (feit 4);
- in de periode van 5 december 2020 tot en met 9 december 2020 in Leiden met anderen
[slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] heeft afgeperst (feit 5);
dagvaarding 09-034488-21 (t.t.g.):
dat hij de volgende feiten heeft gepleegd:
- in de periode van 24 januari 2021 tot en met 26 januari 2021, in Zoeterwoude en/of Leiden, met anderen: opruiing (feit 1);
- op 28 januari 2021 in Zoeterwoude, voorhanden hebben van patronen (feit 2);
- op 28 januari 2021 in Zoeterwoude, voorhanden hebben van een boksbeugel (feit 3);
- op 28 januari 2021 in Zoeterwoude, voorhanden hebben van een veerdrukwapen in de vorm van een pistool (feit 4).
De volledige tekst van de tenlastelegging staat in bijlage I.

3. Waardering van het bewijs

Dagvaarding 09-058732-21:
3.1
Vrijspraak feiten 2 en 5.
De rechtbank is evenals de officier van justitie van oordeel dat de feiten 2 en 5 niet wettig en overtuigend kunnen worden bewezen. De rechtbank zal de verdachte daarvan zonder nadere motivering vrijspreken.
3.2
Partiële vrijspraak feiten 1 en 4
De rechtbank is met betrekking tot de vrijheidsberovingen en diefstallen met geweld voor zover die aangever [slachtoffer 4] betreffen van oordeel dat niet wettig en overtuigend bewezen is dat de verdachte hierbij betrokken is geweest. De officier van justitie acht deze feiten wel bewezen.
De lokatiegegevens van de telefoon van de verdachte wijzen er op dat zijn telefoon zich bevond in de buurt van de woning aan [adres] waarin Tot werd overmeesterd en op een locatie rond [adres] (in de buurt van de woning van [medeverdachte] ) op tijdstippen, overeenstemmend met de aangifte. Naar het oordeel van de rechtbank vormt dit echter onvoldoende wettig en overtuigend bewijs voor de betrokkenheid van de verdachte bij de tenlastegelegde vrijheidsberoving en diefstal met geweld van [slachtoffer 4] . De rechtbank zal de verdachte dan ook partieel vrijspreken van de feiten 1 en 4, namelijk voor zover deze Tot betreffen.
3.3
Bewijsoverwegingen feit 1
3.3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat bewezen is dat de verdachte met anderen de aangevers [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] wederrechtelijk van hun vrijheid heeft beroofd en beroofd gehouden.
In de zaak van de aangever [slachtoffer 1] (hierna ook: [slachtoffer 1] ) bestond de vrijheidsberoving uit het omsingelen en slaan van [slachtoffer 1] , waardoor hij in het water van een sloot terechtkwam, waarna de verdachten geruime tijd om hem heen bleven staan en hij het water niet uit kon of durfde te gaan.
In de zaak van aangever [slachtoffer 2] (hierna ook: [slachtoffer 2] ) bestond de vrijheidsberoving uit het vasthouden van [slachtoffer 2] gedurende bijna elf uur, terwijl hij was vastgebonden met tie-wraps, en werd vervoerd en bewaakt.
3.3.2
Beoordeling
Zoals hiervoor onder 3.2 is overwogen, acht de rechtbank feit 1 niet bewezen voorzover het de aangever Tot betreft, en resteert ter beoordeling het tenlastegelegde ten aanzien van de aangevers [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] .
Ten aanzien van [slachtoffer 1]:
Volgens [slachtoffer 1] is hij in een park door ongeveer vijftien mannen omsingeld en hebben die mannen hem geduwd en geslagen. Hij kwam vervolgens in het water terecht. De mannen bleven staan en hebben hem met takken geslagen. Pas toen de mannen na ongeveer 1,5 uur weggingen, durfde hij het water uit te komen. Door een trauma-chirurg werden daags na het incident een blauw oog en meerdere kneuzingen (met verdenkingen van fracturen) aan de kaak, ribben en schouderblad geconstateerd.
[medeverdachte] heeft verklaard dat hij via [site] een afspraak met [slachtoffer 1] heeft gemaakt en dat hij deel uitmaakte van de groep die rond de aangever bleef staan. De aangever is in het water gegleden en wilde er, waarschijnlijk uit angst voor wat de groep hem mogelijk zou aandoen, niet uit.
Uit onderzoek van de telefoon die de verdachte begin december 2020 had, blijkt dat daarmee chatgesprekken zijn gevoerd met [medeverdachte] , over het afspreken met mannen. Uit een chatgesprek op 1 december 2020 blijkt dat [medeverdachte] via [site] contact legde met [slachtoffer 1] en schreef dat iemand die avond wilde komen. De verdachte antwoordde onder meer “We gaan hem kkr hard bossen”. Vervolgens stuurde [medeverdachte] een foto van [slachtoffer 1] . De volgende dag zond de verdachte een bericht met “Ik liet die man zwemmen gister jonge”, wat overeenkomt met het feit dat de aangever in het water terechtkwam.
Bij de rechter-commissaris heeft de verdachte ontkend dat hij chats met [medeverdachte] heeft gewisseld, heeft hij verklaard dat zijn telefoon toen die chats plaatsvonden, bij iemand anders in gebruik was en hij deze dus niet in zijn bezit had. Uit het onderzoek blijkt dat in de periode 1 tot en met 4 december 2020 met de telefoon persoonlijke berichten aan de moeder van de verdachte zijn gezonden en dat de chats tussen verdachte en [medeverdachte] in die periode en ook de chats tussen verdachte en zijn moeder elkaar met korte tussenpozen steeds kruisen, waaronder eenmaal met een tijdsverschil van slechts 36 seconden. Uit het onderzoek blijkt ook dat het telefoonnummer [nummer] van de verdachte de gehele opgevraagde periode (01-11-2020 - 02-01-2021) in datzelfde telefoontoestel (voorzien van Imei [nummer] ) heeft gezeten. De rechtbank acht de verklaring van de verdachte dan ook volstrekt ongeloofwaardig.
Ten aanzien van [slachtoffer 2] :
Volgens [slachtoffer 2] is hij in de avond van 5 december 2020 in een park vastgepakt door een aantal mannen, vastgebonden met tiewraps, geblinddoekt en bewaakt. Hij moest enige tijd in zijn auto gaan liggen en is daarna vervoerd naar een woning. Hij is in totaal bijna elf uur lang vastgehouden, [slachtoffer 2] heeft verklaard dat er een aantal mannen bij hem bleven en een aantal mannen (met zijn pinpas) weggingen.
De [medeverdachte] heeft bekend dat hij deel uitmaakte van de groep daders en dat hij bij [slachtoffer 2] is gebleven.
Uit voornoemd onderzoek van de telefoon van de verdachte blijkt dat daarmee een chatgesprek is gevoerd met [medeverdachte] over het afspreken met mannen en dat [medeverdachte] op 1 december 2020 heeft bericht dat ze er die avond, de volgende dag en zaterdag “eentje hebben”. De zaterdag na 1 december 2020 is het 5 december 2020. Op 4 december 2020 informeerde verdachte bij [medeverdachte] “vnv komt er een pedotje toch?” waarop [medeverdachte] antwoordde “Denk t wel”. Even later liet [medeverdachte] weten “volgens mij verzet ie m naar morgen”.
Uit de locatiegegevens van de telefoon van de verdachte blijkt dat de telefoon zich (rekening houdend met een rectificatie van het in de telefoon aangegeven tijdstip) op 5 december 2020 om 23:26 uur en 00:28 uur bevond op of rond [adres] in Leiden, welke straat dichtbij [adres] ligt waar de ontmoeting plaatsvond met aangever [slachtoffer 2] . Op 6 december 2020 bevond de telefoon zich om 1:33 uur op of rond [adres] in Leiden en om 1:52 uur en 2:12 uur weer op of rond [adres] . Dit past bij de verklaring van [slachtoffer 2] dat jongens steeds weggingen en terugkwamen. Om 2:34 uur was de telefoon op of rond [adres] in Leiden, die ligt naast [adres] . Dat past bij de verklaring van [slachtoffer 2] dat hij verder het park in werd meegenomen. Om 3:56 uur was de telefoon op of rond [adres] in Leiden, dit is in de directe omgeving van de woning van [medeverdachte] . Om 4:46 uur was de telefoon weer op of rond [adres] en om 5:09 uur weer op of rond [adres] . [slachtoffer 2] verklaarde dat ook toen een aantal van de jongens af en toe weggingen.
De rechtbank acht op grond van het voorgaande feit 1 ten aanzien van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] wettig en overtuigend bewezen.
3.4
Bewijsoverwegingen feit 3
3.4.1
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de poging tot afpersing van [slachtoffer 1] bewezen is, op grond van dezelfde bewijsmiddelen als gebruikt voor feit 1, aangevuld met de informatie uit de aangifte dat tegen de aangever is gezegd dat hij goederen moest afgeven en hij vervolgens werd geduwd en geslagen toen hij dat niet wilde doen. De geweldshandelingen tegen de aangever gebruikt, worden bevestigd door de medische informatie in het dossier. De telefoon van de verdachte bevat chats met [medeverdachte] , waarin verdachte het heeft over “kk hard bossen”.
3.4.2
Beoordeling
De aangever heeft verklaard dat de mannen zijn pinpas, zijn autosleutels en zijn ID-kaart wilden hebben en dat hij weigerde die af te geven. Hij werd geslagen en geduwd en kwam in het water terecht, waar hij niet uit kwam tot de mannen weg waren.
Uit de medische informatie in het dossier blijkt dat [slachtoffer 1] is gestompt en geslagen. [medeverdachte] heeft verklaard dat de aangever wel bang zal zijn geweest dat de mannen hem iets ergers aan zouden doen. Dat de mannen na het maken van een filmpje, klaarblijkelijk om [slachtoffer 1] te
shamen, toch nog (veel) langer bij de aangever bleven terwijl deze in het water terecht was gekomen en daar bleef, ondersteunt naar het oordeel van de rechtbank de verklaring van de aangever dat de groep meer van hem wilde, namelijk dat hij goederen af zou geven.
De rechtbank acht op grond van het voorgaande dit feit wettig en overtuigend bewezen.
Nu de verdachte deel uitmaakte van de groep die [slachtoffer 1] wederrechtelijk van zijn vrijheid beroofde zoals hiervoor voor feit 1 is overwogen, en de feitelijke handelingen deels samenvallen met de hiervoor bewezen geachte poging tot afpersing door dezelfde dadergroep gericht tegen hetzelfde slachtoffer, is sprake van een eendaadse samenloop van de feiten 1 en feit 3.
3.5
Bewijsoverwegingen feit 4
3.5.1
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie concludeert dat het feit wettig en overtuigend bewezen is.
3.5.2
Beoordeling
[slachtoffer 2] verklaart in zijn aangifte over meerdere geweldshandelingen, waaronder stompen, slaan en schoppen en daarnaast dat hij is vastgepakt en vastgebonden. Zijn portemonnee met pasjes, sleutels, Applewatch en telefoon zijn van hem afgenomen. Hij is gedwongen de codes te geven van zijn telefoon en van de bankieren-app en moest vervolgens met zijn duim zijn telefoon ontgrendelen en werd gedwongen om geld van zijn spaarrekeningen naar een betaalrekening over te maken, dat vervolgens werd gepind. Zijn auto stond de volgende ochtend niet meer waar hij die had geparkeerd.
Uit de aangifte van ING Bank N.V. blijkt dat € 9.000,00 is gepind en dat € 12.000.00 is overgemaakt naar een bankrekening van een derde.
De rechtbank is van oordeel dat op basis van de aangifte van [slachtoffer 2] , de verklaring van [medeverdachte] , de aangifte van de ING bank en het feit dat de auto van [slachtoffer 2] de volgende dag ergens anders is teruggevonden dan waar hij hem had geparkeerd, wettig en overtuigend bewezen is dat er sprake is van diefstal met geweld jegens [slachtoffer 2] . Met betrekking tot de betrokkenheid van de verdachte bij (ook) dit feit, verwijst de rechtbank naar hetgeen zij hiervoor in rechtsoverweging 3.3.2 heeft overwogen.
Nu de verdachte deel uitmaakte van de dadergroep die aangever [slachtoffer 2] wederrechtelijk van zijn vrijheid beroofde zoals hiervoor onder 1 is overwogen, en de feitelijke handelingen deels samenvallen met de hiervoor bewezen geachte diefstal met geweld door dezelfde dadergroep gericht tegen hetzelfde slachtoffer, is sprake van een eendaadse samenloop van de feiten 1 en 4.
Dagvaarding 09-034488-21:
3.6
Bewijsoverwegingen feit 1 (partiële vrijspraak)
3.6.1
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie concludeert dat het feit wettig en overtuigend is bewezen, met uitzondering van het (onder het derde en vierde gedachtestreepje) ten laste gelegde sturen van een link naar een whatsappgroep en naar een Telegram groep, nu die links slechts aan één persoon zijn gezonden zodat bij die handelingen niet is voldaan aan de voor opruiing vereiste openbaarheid.
3.6.2
Beoordeling
In de telefoon die op 28 januari 2021 bij de verdachte in beslag is genomen, staan berichten van de gebruiker van de telefoon, met een opruiende inhoud zoals is ten laste gelegd in het eerste en tweede gedachtestreepje, respectievelijk in een Whatsapp-groep met 296 deelnemers en een Telegramgroep met 60 deelnemers. Uit chatberichten in de inbeslaggenomen telefoon blijkt dat de verdachte ook de gebruiker is van de telefoon en de verdachte heeft verklaard dat [nummer] zijn nummer is.
De rechtbank acht het feit in zoverre wettig en overtuigend bewezen en zal de verdachte partieel vrijspreken van het in het derde en vierde gedachtestreepje tenlastegelegde omdat die handelingen vanwege gebrek aan openbaarheid niet als opruiing gekwalificeerd kunnen worden.
3.7
Bewijsoverwegingen feit 2, 3 en 4
3.7.1
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat deze feiten wettig en overtuigend zijn bewezen.
3.7.2
Beoordeling
De rechtbank is met de officier van justitie van oordeel dat deze feiten, kort te omschrijven als het bezit van een aantal goederen waarvan het bezit op grond van de Wet Wapens en Munitie is verboden, op grond van de inhoud van de hierna te noemen bewijsmiddelen wettig en overtuigend zijn bewezen.
In
bijlage IIheeft de rechtbank de bewijsmiddelen opgenomen met de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden.

4.De bewezenverklaring

Op grond van de bewijsmiddelen en op grond van de conclusies hierboven, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de feiten, ten laste gelegd
in dagvaarding 09-058732-21 onder 1, 3, 4 en
in dagvaarding 09-034488-21 onder 1, 2, 3 en 4, heeft begaan.
Bewezenverklaard wordt dat:
dagvaarding 09-058732-21
feit 1
hij in de periode van 1 december 2020 tot en met 6 december 2020 te Leiden tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en beroofd gehouden,
- door (dreigend) op korte afstand van die [slachtoffer 1] te blijven staan en met stokken te slaan, waardoor die [slachtoffer 1] (gedurende enige tijd) niet kon wegkomen en/of durfde weg te komen, en
- door die [slachtoffer 2] (op de openbare weg en in een woning) vast te pakken en vast te binden met tie-wraps, en te vervoeren en (gedurende enige tijd, met geweld) gevangen te houden en te bewaken;
feit 3
hij in de periode van 1 december 2020 tot en met 2 december 2020 te Leiden tezamen en in vereniging met anderen, ter uitvoering van het door verdachte en zijn mededaders voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en anderen wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en bedreiging met geweld [slachtoffer 1] te dwingen tot de afgifte van (auto)sleutels en een pinpas en een ID-kaart, die aan die [slachtoffer 1] , toebehoorden,
(dreigend) op korte afstand van die [slachtoffer 1] heeft gestaan en (gedurende enige tijd) is blijven staan, en die [slachtoffer 1] heeft geslagen en gestompt en geduwd en getrokken tegen en/of aan het lichaam, en met stokken op en/of tegen het hoofd, althans het lichaam van die [slachtoffer 1] , heeft geslagen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
feit 4
hij in de periode van 5 december 2020 tot en met 6 december 2020 te Leiden tezamen en in vereniging met anderen, een portemonnee met pasjes en een auto (kenteken [nummer] ) en (auto- en huis-)sleutels en een Apple Watch en een telefoon en geld (in totaal EUR 21.000), die aan [slachtoffer 2] , toebehoorden, heeft weggenomen met het oogmerk om
diezich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en gevolgd van geweld en bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 2] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken,
enom, het bezit van het gestolene te verzekeren, door die [slachtoffer 2] vast te pakken en vast te binden met tie-wraps en (gedurende enige tijd) gevangen te houden en te bewaken en tegen zijn lichaam te stompen en te slaan en te trappen en een metalen voorwerp tegen de rug van die [slachtoffer 2] te houden en te duwen, en (vervolgens) zijn ( [slachtoffer 2] ) kleding te doorzoeken en die portemonnee met pasjes en (auto- en huis-)sleutels en Apple Watch en telefoon af te pakken en die [slachtoffer 2] door middel van dit geweld te dwingen zijn duim op zijn telefoon te leggen (om deze te ontgrendelen) en zijn codes van zijn telefoon en zijn bankierenapp en zijn pinpas te noemen en geld over te maken van zijn spaarrekeningen naar zijn betaalrekening.
dagvaarding 09-034488-21 (t.t.g.):
feit 1
hij op tijdstippen in de periode van 24 januari 2021 tot en met 25 januari 2021 te Zoeterwoude en/of Leiden, in het openbaar bij geschrift tot enig strafbaar feit en gewelddadig optreden tegen het openbaar gezag heeft opgeruid door het plaatsen van berichten op social media te weten via de app Telegram en Whatsapp met de teksten:
- 'We gaan steene werpe op die blauwe hondjes' en/of
- 'Iedereen 29e rellen jeee';
feit 2
hij op 28 januari 2021 te Zoeterwoude munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten 4 patronen van het kaliber 9 mm voorhanden heeft gehad;
feit 3
hij op 28 januari 2021 te Zoeterwoude een wapen van categorie I, onder 3° van de Wet wapens en munitie, te weten een boksbeugel voorhanden heeft gehad;
feit 4
hij op 28 januari 2021 te Zoeterwoude een wapen van categorie IV, te weten een veerdrukwapen in de vorm van een pistool voorhanden heeft gehad.
Het meer of anders tenlastegelegde is niet bewezen. De verdachte zal (ook) daarvan worden vrijgesproken.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde en van de verdachte

De feiten en de verdachte zijn strafbaar.(vul de feitaanduidingen in)

6.De straf en/of maatregel

6.1
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat aan de verdachte wordt opgelegd:
- een jeugddetentie van 15 maanden, waarvan 3 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar;
- voor feit 5, een overtreding, een geldboete van € 150,00.
6.2
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank houdt bij de strafbepaling rekening met de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan in het dossier is gebleken.
Daarnaast kijkt de rechtbank naar straffen die in soortgelijke zaken zijn opgelegd en naar de oriëntatiepunten voor straftoemeting voor minderjarigen en LOVS-afspraken.
De rechtbank neemt hierbij in het bijzonder het volgende in aanmerking.
Ernst van de feiten
De verdachte heeft zich met anderen twee maal schuldig gemaakt aan wederrechtelijke vrijheidsberoving. In beide gevallen is via een datingsite onder valse voorwendselen een afspraak gemaakt waarbij gebruik werd gemaakt van de naam “ [naam] ”. Deze naam was gekoppeld aan een account, aangemaakt door de [medeverdachte] . Slachtoffer [slachtoffer 1] is tijdens de afspraak omsingeld en geslagen, en in een ijskoude vijver of sloot terechtgekomen waarna de verdachte en de mededaders hem bleven omsingelen waardoor hij het water gedurende langere tijd niet uit kon of durfde te komen. [slachtoffer 2] is na het maken van een afspraak vervolgens ongeveer elf uur gegijzeld gehouden. Hij is daarbij vastgebonden met tie-wraps en vervoerd naar meerdere locaties.
Verdachte heeft daarnaast met anderen [slachtoffer 1] geprobeerd af te persen. [slachtoffer 2] is een nacht lang door de verdachten vastgehouden, waaronder geruime tijd ’s nachts in een park en is met voortdurende toepassing van geweld, waaronder het vastbinden met tie-wraps, beroofd van goederen waaronder zijn auto. Hij is gedwongen zijn telefoon te openen en de codes voor zijn bankieren-app en zijn pinpas af te geven, waarna overschrijving van spaarsaldi heeft plaatsgevonden en in een aantal (pin)transacties uiteindelijk in totaal € 21.000,- is overgeschreven/opgenomen.
De verdachte heeft samen met anderen afspraken gemaakt via een homodatingsite om vervolgens, onder het mom van ‘idealistische overwegingen’ en ‘pedojagen’, op vergaande wijze voor eigen rechter te spelen en snel geld te verdienen. Dit handelen is onacceptabel. Het is een zorgelijke ontwikkeling dat dit soort situaties, waarbij er van wordt uitgegaan dat slachtoffers geen aangifte zullen doen, vaker aan de orde zijn in de samenleving en het moet duidelijk zijn dat dit handelen niet wordt getolereerd.
Deze feiten maken een enorme inbreuk op de vrijheid en lichamelijke integriteit van de slachtoffers en veroorzaken angst bij hen die nog jaren kan voortduren. Met het plegen van deze feiten heeft de verdachte getoond geen respect te hebben voor de lichamelijke integriteit en evenmin voor de eigendommen van anderen en bereid en in staat te zijn om daar voor eigen gewin, op een doortrapte manier grote inbreuk op te maken.
De verdachte heeft zich verder in een tijd van gespannen maatschappelijke verhoudingen ten gevolge van maatregelen tegen een wereldwijde pandemie schuldig gemaakt aan opruiing, en hij heeft zich schuldig gemaakt aan wapenbezit. Daarmee heeft hij getoond geen respect te hebben voor de openbare orde en veiligheid, en het gevaar dat strafbare feiten gepleegd worden, vergroot.
Strafblad
Blijkens zijn strafblad is de verdachte niet eerder voor een misdrijf veroordeeld.
Persoon van de verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op de rapporten die over de verdachte zijn opgemaakt door de Raad voor de Kinderbescherming (verder: de Raad), Jeugdbescherming wes, en door GZ-psycholoog [naam] op 4 juni 2021. Het laatste rapport is ouder dan een jaar, en de rechtbank zal daarom terughoudend zijn bij het betrekken van de informatie uit dit rapport.
De psycholoog heeft geen stoornis of schreefgroei in ontwikkeling van de verdachte vastgesteld en zich niet uitgelaten over toerekeningsvatbaarheid. Er zijn zorgen over hoe de verdachte zich presenteert, een sociaal wenselijk beeld neerzet en zich niet wil laten kennen. De jeugdreclassering heeft beschreven dat de verdachte twee levens lijkt te leiden. Hij is in het weekend van 11 oktober 2021 aangehouden op verdenking van het dealen in harddrugs waarop zijn schorsing werd opgeheven. Hij heeft zich na hernieuwde schorsing op 7 november 2021 goed aan de schorsingsvoorwaarden gehouden. De jeugdreclassering is van mening dat aan de verdachte de belangrijkste ingrediënten zijn aangeboden om niet te recidiveren. De jeugdreclassering ziet geen reden om nog bijzondere voorwaarden op te leggen en ziet geen noodzaak voor langer contact met de jeugdreclassering.
De Raad adviseert een deels voorwaardelijke jeugddetentie op te leggen, waarvan het onvoorwaardelijk deel gelijk is aan het voorarrest, en eventueel daarnaast een werkstraf. De Raad meldt dat de verdachte in september 2022 heeft besloten om voor langere tijd bij zijn vader in Ghana, Afrika, te verblijven. Zijn behandeling bij het Palmhuis is daarom gestopt. De verdachte heeft de ernstige feiten ontkend, gebagatelliseerd of geen volledige duidelijkheid gegeven.
Redelijke termijn
De redelijke termijn waarbinnen een jeugdstrafzaak moet zijn afgedaan is zestien maanden. In deze zaak is die termijn met drie maanden overschreden. De rechtbank weegt deze overschrijding in strafmatigende zin mee.
De rechtbank acht zich voldoende voorgelicht en overweegt het volgende.
In het onderzoek betreffende de hoofdzaak, de vrijheidsberoving en (poging tot) beroving van twee personen, is opvallend dat de verdachte (als enige minderjarige) juist de agressor lijkt te zijn geweest. Uit de chatberichten in zijn telefoon komt naar voren dat hij de medeverdachte heeft aangespoord om een nieuw slachtoffer te regelen.
De verdachte is bij meerdere feiten in december 2020 en in januari 2021 betrokken geweest.
De verdachte heeft op geen enkele manier verantwoordelijkheid voor de feiten willen nemen en heeft er voor gekozen ook niet op de zitting te verschijnen.
In het kader van de schorsingsvoorwaarden heeft de verdachte twee keer meegedaan aan het traject van ITB Harde Kern, welk traject veel vrijheidsbeperkingen kent.
Gezien de onduidelijkheid over de toekomstplannen van de verdachte en de berichten dat hij niet in Nederland verblijft, is de rechtbank van oordeel dat een werkstraf niet passend is.
Nu de verdachte minderjarig was ten tijde van het plegen van de feiten zal de rechtbank voor alle feiten samen (inclusief de overtreding) één straf opleggen.
De rechtbank is, gelet op de ernst en de veelheid van de feiten en het bovenstaande mede in aanmerking nemend, van oordeel dat niet kan worden volstaan met een onvoorwaardelijke jeugddetentie gelijk aan het voorarrest voorarrest en zal de verdachte dan ook een jeugddetentie opleggen voor een langere periode dan het voorarrest en zal daarnaast, als stok achter de deur om recidive te voorkomen, een deels voorwaardelijke jeugddetentie opleggen.

7.De vorderingen van de benadeelde partijen en de schadevergoedingsmaatregel

[slachtoffer 2]heeft zich als benadeelde partij gevoegd en heeft een schadevergoeding gevorderd van € 6.170,79, te vermeerderen met de wettelijke rente, hoofdelijk en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Dit bedrag bestaat uit € 2.170,79 voor materiële schade en € 4.000,- voor immateriële schade.
ING Bank N.V.heeft zich als benadeelde partij gevoegd en heeft een schadevergoeding gevorderd van € 9.508,77, te vermeerderen met de wettelijke rente, hoofdelijk en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De vordering is opgebouwd uit aan [slachtoffer 2] uitgekeerde schadevergoeding inclusief rente van € 21.028,77, onderzoekskosten van € 480,- euro en verminderd met een veiliggesteld saldo van € 12.000,-.
Mr. A.M. Wolf heeft zich namens
[slachtoffer 4]als benadeelde partij gevoegd en heeft een schadevergoeding gevorderd van € 2.500,-, te vermeerderen met de wettelijke rente, hoofdelijk en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Dit bedrag bestaat uit immateriële schade.
7.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van [slachtoffer 4] , [slachtoffer 2] en ING Bank, de laatste twee hoofdelijk, moeten worden toegewezen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
7.2
Het oordeel van de rechtbank
7.2.1
Benadeelde partij
[slachtoffer 2]
Uit het onderzoek ter terechtzitting is vast komen te staan dat de benadeelde partij rechtstreeks schade heeft geleden als gevolg van de onder 1 en 4 bewezenverklaarde feiten.
De vordering is ten aanzien van de materiële schade voldoende onderbouwd. Zo acht de rechtbank de vergoeding voor verlof niet onredelijk hoog, de gevraagde reiskosten redelijk, de kosten voor het vervangen van huissleutels en een portemonnee toewijsbaar nu deze goederen van de benadeelde partij zijn buitgemaakt en hij deze niet heeft teruggekregen.
Het gevorderde bedrag voor immateriële schade acht de rechtbank, mede gelet op de aard, duur en ernst van wat de benadeelde heeft moeten doorstaan, passend.
De rechtbank zal de vordering dus hoofdelijk toewijzen, met de wettelijke rente vanaf 5 december 2020, nu is vast komen te staan dat de schade op die datum is ontstaan.
Dit brengt mee dat de verdachte dient te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met zijn vordering heeft gemaakt, welke kosten de rechtbank tot op heden begroot op nihil, en de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Schadevergoedingsmaatregel
Nu de verdachte jegens het slachtoffer naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door de onder 1 en 4 bewezenverklaarde strafbare feiten is toegebracht en de verdachte voor deze feiten zal worden veroordeeld, zal de rechtbank aan de verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 6.170,79, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf 5 december 2020, tot aan de dag waarop deze vordering is voldaan, ten behoeve van [slachtoffer 2] .
De rechtbank zal de maximale gijzeling bepalen op 0 dagen.
De rechtbank zal bepalen dat betaling van (een deel) van de vordering aan de benadeelde partij door de verdachte, in mindering komt op de betalingsverplichting aan de Staat, dan wel aan de benadeelde partij, en dat dat ook andersom geldt.
7.2.2
Benadeelde partij
ING Bank, feit 4
De rechtbank overweegt dat ING Bank niet-ontvankelijk is in de vordering, nu niet gesteld of gebleken is op welke manier de verdachte onrechtmatig zou hebben gehandeld jegens ING Bank. Daardoor kan niet worden vastgesteld dat sprake is van rechtstreeks uit de strafbare feiten voortvloeiende schade zoals bedoeld is in artikel 51 f Sr. Anders dan de officier van justitie heeft gesteld is ook geen sprake van verplaatste schade in de zin van artikel 6:107 lid 1 onder a van het Burgerlijk Wetboek.
7.2.3
Benadeelde partij
[slachtoffer 4], feiten 1 en 4
De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in zijn vordering. Nu de verdachte van de ten aanzien van hem gepleegde feiten wordt vrijgesproken.
ING Bank kan haar vordering aanbrengen bij de burgerlijke rechter.

8.De toepasselijke wetsartikelen

De op te leggen straf en maatregel zijn gegrond op de artikelen:
36f, 45, 47, 55, 77a, 77g, 77i, 77x, 77y, 77z, 77gg, 131, 282, 312 en 317
van het Wetboek van Strafrecht;
13, 26, 54 en 55 van de Wet wapens en munitie.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak rechtens gelden.

9.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

10.De beslissing

De rechtbank:
vrijspraak
verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de in parketnummer
09-058732-21 onder 2 en 5 tenlastegelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
bewezenverklaring
verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de
in parketnummer 09-058732-21 onder 1, 3 en 4 en
in parketnummer 09-034488-21 onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde feiten heeft begaan, zoals hierboven in paragraaf 4 is omschreven en kwalificeert dit als
parketnummer 09-058732-21
1.
medeplegen van opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroven en beroofd houden, meermalen gepleegd
en
3.
poging tot afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
en
4.
diefstal, voorafgegaan, vergezeld en gevolgd van geweld en bedreiging met geweld, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken en om het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
parketnummer 09-034488-21
1
in het openbaar, bij geschrift tot enig strafbaar feit/gewelddadig optreden tegen het openbaar gezag opruien;
2
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie;
3
handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie;
4
handelen in strijd met artikel 26, vijfde lid, van de Wet wapens en munitie;
verklaart niet wettig en overtuigend bewezen wat aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd en spreekt hem daarvan vrij;
straf
veroordeelt de verdachte tot
een jeugddetentie voor de duur van
270 dagen;
bepaalt dat de tijd, door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijk gedeelte van de hem opgelegde jeugddetentie wordt afgetrokken;
bepaalt dat een gedeelte van die straf, te weten
90 dagen, niet zal worden tenuitvoergelegd onder de algemene voorwaarde dat de veroordeelde zich voor het einde van de hierbij op
twee jarenvastgestelde proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
schadevergoeding
benadeelde partij[slachtoffer 2]; ten aanzien van feiten 1 en 4
wijst de vordering ad
€ 6.170,79,
hoofdelijktoe, vermeerderd met de wettelijke rente, te rekenen met ingang van 5 december 2020 tot de dag waarop de vordering is betaald;
veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij ten behoeve van de vordering gemaakt, welke kosten tot op heden worden begroot op nihil;
legt aan de verdachte op de
hoofdelijke verplichtingom
€ 6.170,79 aan de Staat te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente, te rekenen ingaand 5 december 2020 tot de dag waarop het bedrag is betaald, ten behoeve van
[slachtoffer 2];
bepaalt de maximale gijzeling als de verdachte niet aan zijn betalingsverplichting voldoet, op 0 dagen;
bepaalt dat voldoening van de ene betalingsverplichting de andere (in zoverre) doet vervallen;
bepaalt dat de verdachte bij gehele of gedeeltelijke betaling door zijn mededader(s) aan de benadeelde partij dan wel aan de Staat, zal zijn bevrijd tot de hoogte van het betaalde bedrag;
schadevergoeding
benadeelde partijING Bank N.V.; ten aanzien van feit 4
verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering;
veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, en begroot deze kosten op nihil.
schadevergoeding
benadeelde partij[slachtoffer 4] ;ten aanzien van feiten 1 en 4
verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering;
veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, en begroot deze kosten op nihil.
voorlopige hechtenis
heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis van de veroordeelde.
Dit vonnis is gewezen door
mr. R. van Zeijst-Repelaer van Driel kinderrechter, voorzitter,
mr. J.J. Peters, kinderrechter,
en mr. A.M. Gruschke, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. E.A.W. Hoefnagels, griffier.
Het is uitgesproken op de openbare zitting van deze rechtbank van 8 december 2022.
Bijlagen:
I tekst tenlastelegging
II bewijsmiddelen
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
Dagvaarding 09-058732-21
1
hij in of omstreeks de periode van 1 december 2020 tot en met 9 december 2020 te
Leiden tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk
[slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 4] . Tot wederrechtelijk van de vrijheid heeft/hebben beroofd en/of beroofd gehouden,
- door (dreigend) op korte afstand van die [slachtoffer 1] te blijven staan
en/of met stokken te slaan, waardoor die [slachtoffer 1] (gedurende enige
tijd) niet kon wegkomen en/of durfde weg te komen, althans niet uit
een sloot kon komen en/of durfde te komen; en/of
- door die [slachtoffer 2] (op de openbare weg en/of in een woning) vast te
pakken en/of vast te binden met tie-wraps, althans te overmeesteren
en/of overmeesterd te houden en/of te vervoeren en/of (gedurende enige
tijd, met geweld) vast, dan wel gevangen te houden en/of te bewaken;
en/of
- door die [slachtoffer 4] (in een woning) vast te pakken en/of te duwen
en/of te trekken en/of met zijn hoofd tegen de muur te duwen, althans
te overmeesteren en/of overmeesterd te houden en/of (gedurende enige
tijd, met geweld) vast, dan wel gevangen te houden;
2
hij in of omstreeks de periode van 1 december 2020 tot en met 2 december 2020 te
Leiden
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen
misdrijf om
(auto)sleutels en/of een pinpas en/of een ID-kaart, in elk geval enig goed, dat/die
geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte
en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n)
weg te nemen
met het oogmerk om het zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk toe te eigenen
en deze poging diefstal te doen voorafgaan, te doen vergezellen en/of te doen
volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1] , te plegen met het
oogmerk om die voorgenomen diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of
om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf en/of andere deelnemer(s) aan het
misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te
verzekeren,
(dreigend) op korte afstand van die [slachtoffer 1] heeft/hebben gestaan en/of
(gedurende enige tijd) is/zijn blijven staan en/of die [slachtoffer 1] heeft/hebben
geslagen en/of gestompt en/of geduwd en/of getrokken tegen en/of aan het
lichaam, en/of met stokken op en/of tegen het hoofd, althans het lichaam, van die
heeft/hebben geslagen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3
hij in of omstreeks de periode van 1 december 2020 tot en met 2 december 2020 te
Leiden
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen
misdrijf om
met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen
door geweld en/of bedreiging met geweld
[slachtoffer 1] te dwingen tot de afgifte van (auto)sleutels en/of een pinpas en/of een
ID-kaart, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan die [slachtoffer 1] , in elk
geval aan die [slachtoffer 1] en/of een derde toebehoorde(n)
(dreigend) op korte afstand van die [slachtoffer 1] heeft/hebben gestaan en/of
(gedurende enige tijd) is/zijn blijven staan, en/of die [slachtoffer 1] heeft/hebben
geslagen en/of gestompt en/of geduwd en/of getrokken tegen en/of aan het
lichaam, en/of met stokken op en/of tegen het hoofd, althans het lichaam, van die
heeft/hebben geslagen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
4
hij in of omstreeks de periode van 5 december 2020 tot en met 9 december 2020 te
Leiden
tezamen en in vereniging met een of meer
anderen, althans alleen,
een (aantal) portemonnee(s) met pasjes en/of een auto (kenteken [nummer] ) en/of
(auto- en/of huis-)sleutels en/of een Apple Watch en/of een (aantal) telefoon(s)
en/of een bril en/of geld (in totaal EUR 22.700, althans een geldbedrag),
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 4] ,
in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)
toebehoorde(n)
heeft weggenomen
met het oogmerk om het zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk toe te eigenen,
terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of
bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 4] ,
gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te
maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan
het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te
verzekeren,
- door die [slachtoffer 2] vast te pakken en/of
vast te binden met tie-wrapsen/of (gedurende enige tijd) vast, dan wel gevangen te houden en/of te
bewaken en/of tegen zijn lichaam te stompen en/of te slaan en/of te
trappen en/of een metalen voorwerp tegen de rug, althans het lichaam,
van die [slachtoffer 2] te houden en/of te duwen, en/of (vervolgens) zijn
( [slachtoffer 2] ) kleding te doorzoeken en/of (vervolgens) die portemonnee met
pasjes en/of (auto- en/of huis-)sleutels en/of Apple Watch en/of
telefoon af te pakken en/of die [slachtoffer 2] door middel van dit geweld
te dwingen zijn duim op zijn telefoon te leggen (om deze te
ontgrendelen) en/of zijn codes van zijn telefoon en/of zijn
bankierenapp en/of zijn pinpas te noemen en/of geld over te maken van
zijn spaarrekeningen naar zijn betaalrekening; en/of
- door die [slachtoffer 4] vast te pakken en/of (gedurende enige tijd) vast,
dan wel gevangen te houden en/of tegen zijn lichaam te duwen en/of te
trekken en/of zijn hoofd tegen de muur te duwen en/of die bril van
zijn hoofd te trekken en/of zijn jas uit te trekken en/of zijn
telefoon te pakken en/of zijn (auto)sleutels uit zijn zak te pakken
en/of zijn hand vast te pakken en op zijn telefoon te leggen en/of te
duwen (om de telefoon te ontgrendelen) en/of die [slachtoffer 4] door
middel van dit geweld te dwingen de code van zijn creditcard te
noemen;
5
hij in of omstreeks de periode van 5 december 2020 tot en met 9 december 2020 te
Leiden
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen
door geweld en/of bedreiging met geweld
[slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 4] heeft/hebben gedwongen tot de afgifte van een
(aantal) portemonnee(s) met pasjes en/of een auto (kenteken [nummer] ) en/of (auto-
en/of huis-)sleutels en/of een Apple Watch en/of een (aantal) telefoon(s) en/of een
bril en/of geld (in totaal EUR 22.700, althans een geldbedrag),
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan die [slachtoffer 2] en/of die
[slachtoffer 4] , in elk geval aan die [slachtoffer 2] en/of die
[slachtoffer 4] en/of een derde toebehoorde(n)
- door die [slachtoffer 2] vast te pakken en/of vast te binden met
tie-wraps en/of (gedurende enige tijd) vast, dan wel gevangen te
houden en/of te bewaken en/of tegen zijn lichaam te stompen en/of te
slaan en/of te trappen en/of een metalen voorwerp tegen de rug,
althans het lichaam, van die [slachtoffer 2] te houden en/of te duwen,
en/of (vervolgens) zijn ( [slachtoffer 2] ) kleding te doorzoeken en/of die
door middel van dit geweld te dwingen zijn duim op zijn
telefoon te leggen (om deze te ontgrendelen) en/of zijn codes van
zijn telefoon en/of zijn bankierenapp en/of zijn pinpas te noemen
en/of geld over te maken van zijn spaarrekeningen naar zijn
betaalrekening; en/of
- door die [slachtoffer 4] vast te pakken en/of (gedurende enige tijd) vast,
dan wel gevangen te houden en/of tegen zijn lichaam te duwen en/of te
trekken en/of zijn hoofd tegen de muur te duwen en/of die bril van
zijn hoofd te trekken en/of zijn jas uit te trekken en/of zijn
telefoon te pakken en/of zijn (auto)sleutels uit zijn zak te pakken
en/of zijn hand vast te pakken en op zijn telefoon te leggen en/of te
duwen (om de telefoon te ontgrendelen) en/of die [slachtoffer 4] door
middel van dit geweld te dwingen de code van zijn creditcard te
noemen;
dagvaarding 09-034488-21 (t.t.g.):
1
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van
24 januari 2021 tot en met 26 januari 2021 te Zoeterwoude en/of Leiden, althans in
Nederland,
in het openbaar mondeling, bij geschrift en/of bij afbeelding
tot enig strafbaar feit en/of gewelddadig optreden tegen het openbaar gezag heeft
opgeruid,
door het plaatsen en/of verspreiden van een of meer berichten en/of afbeeldingen
op social media te weten via de app Telegram en/of Whatsapp met de tekst(en):
- 'We gaan steene werpe op die blauwe hondjes' en/of
- 'Iedereen 29e rellen jeee' en/of
- een link te sturen voor een whatsapp groep en/of de tekst "Vrijdag 29e als de groep
groot genoeg is samen naar bestemarkt. Deel de link met iedereen waarvan je denk
dat die zin heeft In een uur al 100 man er in' en/of "rellen om half 9 in de avond is"
en/of
- een link te sturen voor een Telegram groep met de tekst '29e rellen [adres]
NL is van ons' en daarbij te vragen om deze link in een whatsapp groep te plaatsen;
( art 131 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht)
2
hij op of omstreeks 28 januari 2021 te Zoeterwoude
munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten 4 patronen van
het kaliber 9 mm voorhanden heeft gehad;
( art 26 lid 1 Wet wapens en munitie )
3
hij op of omstreeks 28 januari 2021 te Zoeterwoude
een wapen van categorie I, onder 3° van de Wet wapens en munitie, te weten
een boksbeugel voorhanden heeft gehad;
( art 13 lid 1 Wet wapens en munitie )
4
hij op of omstreeks 28 januari 2021 te Zoeterwoude
een wapen van categorie IV, te weten een veerdrukwapen in de vorm van een
pistool voorhanden heeft gehad;
( art 26 lid 5 Wet wapens en munitie )
(vul de feitaanduidingen in)
Bijlage II (vul geboortedatum in)
Bewijsmiddelen
Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal van
onderzoek [naam] / [nummer] , van de politie eenheid Den Haag, District Leiden en Bollenstreek (doorgenummerd pagina 1 t/m 1071, waarvan 765 tm 817 dubbel genummerd zijn en in dossier D en dossier E worden onderscheiden).
Dagvaarding 09-058732-21
Ten aanzien van feit 1
1.
- het proces-verbaal
bevindingen controle chat met [medeverdachte] ,opgemaakt op 9 maart 2021 (pag. 653-654 met bijlagen, t/m pag. 713):
(pag. 653)
In het onderzoek dat heeft plaatsgevonden naar de inhoud van de telefoon van [verdachte] werd de eerder genoemde chat met [medeverdachte] aangetroffen. Deze chat werd gedaan middels de applicatie WhatsApp. Te zien is dus dat [naam] met telefoonnummer [nummer] in het blauw communiceert met owner (eigenaar) met telefoonnummer [nummer] , die in het groen communiceert. Het betreft de chat van 1 december 2020 t/m 4 december 2020 over het regelen en “bossen” van pedo’s.
In de telefoon van [verdachte] werd tevens een WhatsApp chat aangetroffen tussen hem (owner met nummer [nummer] ) en wederom in het groen gekleurd met zijn moeder, aangegeven met Mama met nummer [nummer] en in het blauw gekleurd.
Dit betreft de data 1 december 2020 t/m/ 4 december 2020.
(pag. 654)
Te zien valt dat de chats tussen hem en [medeverdachte] en de chat tussen hem en zijn
moeder elkaar steeds kruisen op datum en tijdstippen.
In de opgevraagde historische mastgegevens is tevens te zien dat het telefoonnummer
[nummer] de gehele opgevraagde periode (01-11-2020 - 02-01-2021) in het zelfde
telefoontoestel, voorzien van Imei [nummer] , heeft gezeten.
2.
- Proces-verbaal van bevindingen
rectificatie tijden telefoon [verdachte](pag. 939)
In PV 95 wordt gerelateerd over het onderzoek van de iPhone 7 welke bij [verdachte] in beslag is genomen. Bij het exporteren van een aantal gegevens vanuit de telefoon, is abusievelijk geen rekening gehouden met de tijdzone. De weergegeven tijd (UTC+0), is namelijk een uur vroeger dan de daadwerkelijke tijd (UTC+1 ). Deze rectificatie heeft met name betrekking op het chatgesprek tussen [verdachte] en [medeverdachte] en de locatiegegevens, weergegeven in PV95.
betreffende [slachtoffer 1] :
3.
- het proces-verbaal van
aangifte door [slachtoffer 1], opgemaakt op 16 december 2020 (pag. 338 t/m 340):
Op 1 december 2020 heb ik een afspraak gemaakt met een man met als profielnaam; " [naam] ". Ik kreeg een adres. Die avond kwam daar een jongeman.
We liepen een paar honderd meter. Ik voelde en zag dat ik een harde stomp op mijn oog kreeg. Toen ik opkeek zag ik dat ik omsingeld was door ongeveer 15 man. Uit het niets begonnen deze mannen op mij in te slaan en beukten tegen mijn lijf.
Tijdens het duw en trekwerk gleed ik uit en ben ik in het water terechtgekomen. De personen bleven wel staan daar en hebben met stokken op mijn hoofd geslagen. Toen ze uiteindelijk, ik denk ongeveer 1,5 uur later weggingen durfde ik het water uit te gaan.
4.
- een geschrift, te weten de
medische informatiebetreffende [slachtoffer 1] , door [naam] Chirurgie namens dr. [naam] , trauma-chirurg, verbonden aan Maasstad ziekenhuis op 5 december 2020. (pag. 352, 353):
onderzoek [slachtoffer 1] .
Bovengenoemde patient werd op 03-12-2020 gezien op de Spoedeisende Hulp.
Reden van komst: 2 dagen na molest.
Meerdere kneuzingen, verdenking aangezichtsletsel/kaakfractuur. Verdenking fractuur meerdere ribben li en schouderblad li, verdenking fractuur dis ulna re en hand, schedel letsel. Miltletsel? Naar seh chir.
Advies foto’s maken van blauwe plekken en contact politie voor sporen op lijf. Evt. in later stadium voor psych leed contact.
5.
- het proces-verbaal van verhoor van
[medeverdachte], opgemaakt op 11 maart 2021 (pag. 484 t/m 486):
We hebben [slachtoffer 1] , de turk, bijna niks aangedaan.
Hij contact mij via [site] , die site. Ik spreek met hem af. Hij kwam daar.
Het was in de val laten lopen.
[slachtoffer 1] was in het water gebleven, hij wilde er niet uit.
Misschien was hij bang dat we iets veel ergers aan zouden doen.
Misschien omdat hij in een vreemde stad was met al die jongens om hem heen.
Ik ben naar huis gegaan en teruggekomen.
Toen was iedereen weg. Anders zou hij toch niet uit het water gaan.
6.
- het proces-verbaal
bevindingen nader onderzoek telefoon [verdachte], opgemaakt op 28 februari 2021 (pag. 93 t/m 107 met bijlagen, t/m pag. 193):
(op pag. 93:)
In een onderzoek naar de handel in vuurwapens onder registratienummer PL 1500- [nummer] , werd onder de [verdachte] , [geboortedatum] 2003 onder andere een iPhone 7 in beslag genomen.Ik heb de data afkomstig van deze telefoon onderzocht en daarbij het volgende bevonden:
Device info
Apple ID [naam]
Apple ID [naam]
Detected Phone Model iPhone 7
IMEI [nummer]
Last used MSISDN + [nummer]
(UTC+1 :00) Amsterdam (Europe)
Uit bovenstaande blijkt dus dat het de telefoon op het moment van de inbeslagname gebruik maakte van het telefoonnummer + [nummer] .
WA chatgesprek met ' [naam] '
Op de telefoon trof ik een WhatsApp chatgesprek aan met het contact ' [naam] ', met het
telefoonnummer [nummer] . Dit telefoonnummer staat op naam van [medeverdachte] , woonachtig op [adres] in Leiden. Op dit adres staan twee personen ingeschreven met de voorletter ' [naam] '.
[medeverdachte] , [geboortedatum] 2001 of zijn vader, [naam] . [medeverdachte] is regelmatig gecontroleerd samen met [verdachte] . Derhalve is het aannemelijk dat het telefoonnummer bij hem in gebruik is.
[verdachte] vraagt vervolgens of dit het oude of nieuwe account is. Hij zegt dat ze "ze vol/ gaan bosse". ' [naam] ' zegt het nieuwe account en dat ze ze 'kk' hard gaan aanpakken. Hij heeft nu al 20 mensen, 10 oude mannen. Hierop stuurt ' [naam] ' een screenshot van een foto van een man met ontbloot bovenlijf. [verdachte] zegt dat ' [naam] ' zich moet voordoen als 15, 16 of 17 jaar en dan slaan ze ze helemaal de "kk'".
[naam] ' zegt dat iemand vraagt of ze om 21 uur kunnen. [verdachte] zegt hierop "Gaan we jij ik [naam] poeperd", "We gaan hem kkr hard bossen". ' [naam] ' stuurt hierop een screenshot van een foto met de naam ' [naam] ' en de plaatsnaam ' [adres] '. Vervolgens stuurt ' [naam] ' dat deze vanavond wilt komen. De aangever [slachtoffer 1] is woonachtig in [adres] en werd op 1 december 2020 het slachtoffer van de (poging) diefstal met geweld en vrijheidsbeneming.
Blauw vak: boodschap afkomstig van [medeverdachte]
Groen vak: boodschap afkomstig van [verdachte]
(op pag. 152:)
(Op pag. 157:)
From: [nummer] .. (owner)
To: [nummer] [naam]
Vnv gaan we kkr hard bossen walla ik moet stress kwijt
[nummer] . 1-12-2020
whatsapp.net 14:03:03(UTC+0)
[naam]
Status: Sent
Platform: Mobile
1-12-2020 14:03:02(UTC+0)
(op pag. 176:)
betreffende [slachtoffer 2] :
7.
- het proces-verbaal van
bevindingen verklaring slachtoffer, opgemaakt op 6 december 2020 (pag. 227 t/m 232):
Op 6 december 2020 rond 15.00 heb ik gesproken met [slachtoffer 2] .
Ik hoorde hem het volgende verklaren:
Ik ben via homo-datingsite [naam] in gesprek geweest met een jongen die zich voordeed als “ [naam] ”.
Gisterenavond 5 december 2020 wilde hij afspreken. Hij gaf mij het [adres] in Leiden. Ik was daar om 23.10 uur. Ik ging er vanuit dat de jongen die ik daar ontmoette, de [naam] was met wie ik gechat had. We staken een vrij modderig stukje over. Kort daarna kwamen er drie of vier mannen tevoorschijn.
Ik werd naar de grond gewerkt en geslagen. Ik werd in de berm of de bosjes getrokken.
Twee gasten gingen naar mijn idee weg. Twee van de mannen moesten mij bewaken. Later werd ik nog verder weg van het pad meegenomen. Ik moest weer op de grond gaan liggen.
Ik heb een tijd op een boomstam gezeten. Toen ik die boomstronk zat kreeg ik een tie-wrap om.
Ik werd vervolgens meegenomen naar een klimrek iets verder in het parkje. Ze hebben de tie-wrap weer losgemaakt.
Er kwamen af en toe mannen terug en gingen dan weer weg. Ik vermoed dat ik tussen 3 en 4 uur ben verplaatst naar mijn auto. Ik moest half in de achterbak en half op de achterbank van mijn auto gaan liggen. In de auto kreeg ik weer een tie-wrap om. Twee mannen zijn voorin gaan zitten.
Op een gegeven moment hebben ze mij achterop een scooter gezet. Ik zag dat we over de brug van het kanaal reden. De scooter werd neergezet en ik werd van de scooter af getrokken en een bovenwoning in gesleept.
Ik werd in een kamer neergezet. Ik moest op de grond gaan zitten.
Ik werd vervolgens naar beneden begeleid. Ik moest achterop op de scooter gaan zitten, iemand ging achter mij zitten. We zijn gaan rijden en ik werd op [adres] in Leiden afgezet om 9.45 uur.
8.
- het proces-verbaal
verhoor van [medeverdachte], opgemaakt op 11 maart 2021 (pag. 481 tm 494):
(op pag. 486, 487)
Met hem werd ook afgesproken.
Ik was degene die hem vasthield.
Hij wordt gepakt. Vastgehouden. Gewacht tot de volgende ochtend. Gelijk weer vrijgelaten.
Die dag waren we niet met zo een grote groep. Met drie of vier waren we toen.
9.
- het proces-verbaal
bevindingen nader onderzoek telefoon [verdachte], PV nummer 95, opgemaakt op 28 februari 2021 (pag. 93 t/m 107 met bijlagen, t/m pag. 193):
(Op pag. 94:)
Op de telefoon trof ik een WhatsApp chatgesprek aan met het contact ' [naam] ', met het
telefoonnummer [nummer] . Dit telefoonnummer staat op naam van [medeverdachte] , woonachtig op [adres] in Leiden. Op dit adres staan twee personen ingeschreven met de voorletter ' [naam] '.
[medeverdachte] , [geboortedatum] 2001 of zijn vader, [naam] . [medeverdachte] is regelmatig gecontroleerd samen met [verdachte] . Derhalve is het aannemelijk dat het telefoonnummer bij hem in gebruik is.
Chatberichten:
Blauw vak: boodschap afkomstig van [medeverdachte]
Groen vak: boodschap afkomstig van [medeverdachte]
(op pag. 159)
(op pag. 171)
(op pag. 172)
(op pag. 177)
(op pag. 178)
(op pag. 179)
(op pag. 180)
Locatiegegevens 5/6 december 2020
(op pag. 101, 102, 103)
Ik zag dat er op 5 en 6 december 2020 locatiegegevens zijn opgeslagen.
Op 5 december om 22:26 en 23:28 uur was de telefoon op of rond [adres] in Leiden. Dit is in de directe omgeving van [adres] , de locatie waar [slachtoffer 2] heeft ontmoet. [slachtoffer 2] verklaarde dat hij in eerste instantie vlakbij deze locatie werd vastgehouden.
Gedurende deze periode gingen er af en jongens weg, vermoedelijk om te pinnen.
Op 6 december 2020 00:33 uur was de telefoon op of rond [adres] Leiden. Om 00:52 en 01 :12 uur was de telefoon op of rond [adres] .
Op 6 december 2020 om 01 :34 uur was de telefoon op of rond [adres] in Leiden. Dit is direct naast [adres] .
Op 6 december 2020 om 02:56 uur was de telefoon op of rond [adres] in Leiden. Om 03.46
uur was de telefoon op of rond [adres] , waarna de telefoon om 04:09 uur weer op of
rond [adres] is.
Ten aanzien van feit 3 voorts:
10.
- het proces-verbaal van
aangifte door [slachtoffer 1], opgemaakt 16 december 2020 ( pag. 338 t/m 340):
Op 1 december 2020 heb ik via de internet site: " [naam] " een afspraak gemaakt met een man met als profielnaam; " [naam] ". Ik kreeg een adres. Die avond kwam daar een jongeman.
We liepen een paar honderd meter. Ik voelde en zag dat ik een harde stomp op mijn oog kreeg. Toen ik opkeek zag ik dat ik omsingeld was door ongeveer 15 man. Uit het niets begonnen deze mannen op mij in te slaan en beukten tegen mijn lijf.
Ik hoorde de leider zeggen dat ik er op één manier onderuit kon komen door mijn autosleutels en mijn pinpas af te geven. Ik heb dit niet gedaan. Toen vroegen ze om mijn ID kaart. Ook die heb ik niet afgegeven.
Tijdens het duw en trekwerk gleed ik uit en ben ik in het water terechtgekomen.
De personen bleven wel staan daar en hebben met stokken op mijn hoofd geslagen.
Door deze mishandeling had ik twee grote bulten op mijn hoofd, dit omdat ze met grote
takken op mijn hoofd hebben geslagen, mijn rechteroog was helemaal blauw. De
linkerzijde van mijn lichaam was gekneusd, mijn nek, schouders en ribbenkast waren
gekneusd. Mijn rechteronderarm was verdikt omdat ik mij al die tijd hiermee heb beschermd.
De arts van het Maasstad ziekenhuis vertelde mij dat ik heel veel geluk heb gehad.
Ten aanzien van feit 4 voorts:
11.
- het proces-verbaal van
bevindingen verklaring slachtoffer, opgemaakt op 6 december 2020 (pag. 227 t/m 232):
Op 6 december 2020 rond 15.00 heb ik gesproken met [slachtoffer 2] .
Ik hoorde hem het volgende verklaren:
Ik ben via homo-datingsite [naam] in gesprek geweest met een jongen die zich voordeed als “ [naam] ”.
Gisterenavond 5 december 2020 wilde hij afspreken. Hij gaf mij het [adres] in Leiden. Ik was daar om 23.10 uur. Ik ging er vanuit dat de jongen die ik daar ontmoette, de [naam] was met wie ik gechat had. We staken een vrij modderig stukje over. Kort daarna kwamen er drie of vier mannen tevoorschijn.
Ik werd naar de grond gewerkt en geslagen. Ik werd in de berm of de bosjes getrokken. Ik werd op mijn schouder en hoofd gestompt. Ik kreeg een trap in mijn zij. Er werd een metalen staaf in mijn rug geduwd. Mijn spullen werden afgepakt. Er werd door gasten in mijn zakken gevoeld en er werden dingen uitgehaald. Ze hebben meer spullen afgepakt, onder andere mijn portemonnee met een hoop pasjes. Ik moest mijn inlog gegevens van mijn telefoon en de bankierenapplicatie afgeven. Ik moest mijn pincode geven van mijn bankpas. Ik heb dat gedaan doordat ik bang was dat mij iets zou overkomen. Ze hebben verder mijn telefoon, mijn autosleutels, mijn Apple watch en mijn huissleutels afgepakt.
Ze wilden mijn geld. Ik moest mijn duim op mijn telefoon doen om de telefoon zelf te ontgrendelen. Toen moest ik mijn code zeggen. Toen hebben ze hem daarmee ontlocked. Ik moest mijn bankieren code zeggen en ze zagen toen dat ik aardig wat geld had. Ik moest dat naar mijn betaalrekening overmaken.
Twee gasten gingen naar mijn idee weg. Twee van de mannen moesten mij bewaken. Later werd ik nog verder weg van het pad meegenomen. Ik moest weer op de grond gaan liggen.
Ik heb een tijd op een boomstam gezeten. Toen ik die boomstronk zat kreeg ik een tie-wrap om.
Ik werd vervolgens meegenomen naar een klimrek iets verder in het parkje. Ze hebben de tie-wrap weer losgemaakt.
Er kwamen af en toe mannen terug en gingen dan weer weg. Ik vermoed dat ik tussen 3 en 4 uur ben verplaatst naar mijn auto. Ik moest half in de achterbak en half op de achterbank van mijn auto gaan liggen. In de auto kreeg ik weer een tie-wrap om. Twee mannen zijn voorin gaan zitten.
Op een gegeven moment hebben ze mij achter op een scooter gezet. Ik zag dat we over de brug van het kanaal reden. De scooter werd neergezet en ik werd van de scooter af getrokken en een bovenwoning in gesleept.
Ik werd in een kamer neergezet. Ik moest op de grond gaan zitten.
Ik werd vervolgens naar beneden begeleid. Ik moest achterop op de scooter gaan zitten, iemand ging achter mij zitten. We zijn gaan rijden en ik werd op [adres] in Leiden afgezet om 9.45 uur. Ik ben naar de parkeerplaats gelopen waar ik gisteren de auto had neergezet. Toen ik daar aankwam was de auto daar niet.
12.
- de
aangifte namens ING Bank N.V.op 11 maart 2021 (pag. 717 t/m 721)
Op 6 december 2020 is een signaal ontvangen betreffende onregelmatig gedrag, betreft rekening ten name van [slachtoffer 2] . Diverse ontsparingen, geldopnames en een uitgaande overboeking hadden ten laste van de betaalrekening plaatsgevonden.
Transacties:
07-12-2020 ABNAMRO LEIDEN NLD GM - 2.000,00
Pasvolgnr: [nummer] 08:25
07-12-2020 ABNAMRO LEIDEN NLD GM - 2.000,00
Pasvolgnr: [nummer] 08:22
07-12-2020 ABNAMRO LEIDEN NLD GM - 2.000,00
Pasvolgnr: [nummer] 08:24
07-12-2020 ABNAMRO LEIDEN NLD GM - 2.000,00
Pasvolgnr: [nummer] 08:25
07-12-2020 Geldmaat LEIDEN NLD GM - 800,00
Pasvolgnr: [nummer] 07:09
07-12-2020 Geldmaat LEIDEN NLD GM - 200,00
Pasvolgnr: [nummer] 07:10
06-12-2020 [nummer] Naam: [naam] AU GT -12.000,00
IBAN: [nummer]
Datum/Tijd: 06-12-2020 09:31:10
Dagvaarding 09-034488-21 (t.t.g.):
Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met zaaknummer
PL1500- [nummer] , van de politie eenheid Den Haag, District Leiden en Bollenstreek (doorgenummerd pagina 1 t/m 234).
Ten aanzien van feit 1
13.
Proces-verbaal van
bevindingen, opgemaakt op 4 februari 2021 (pag. 88 t/m 91):
Op 28 januari 2021 werd in de kamer van [verdachte] onder andere een mobiele telefoon inbeslaggenomen van het merk iPhone, type 7.
De betreffende iPhone 7 telefoon werd digitaal uitgelezen en de inhoud werd mij ter beschikking gesteld. Uit de gegevens van de telefoon bleek het volgende:
Apple ID [naam]
Apple ID [naam]
IMEI-nummer [nummer]
Laatst gebruikt telefoonnummer + [nummer]
(op pag. 90)
Whatsapp chats
Vanaf 24 januari 2021 15:56 uur vindt een groepsapp plaats waarin diverse chatberichten verstuurd worden, voornamelijk over het feit dat de gebruikers willen gaan rellen in Leiden. In totaal hebben 296 deelnemers aan de groep deelgenomen. Op 24 januari 2021 om 18:46 uur stuurt de gebruiker van de iPhone 7: ' [naam] '
(op pag. 89)
Telegram chats
In de telefoon staan diverse chats via Telegram. De gebruiker van de iPhone 7 heet op Telegram “ [naam] ”.
' [naam] is op 24 januari 2021 om 21:09 uur toegevoegd aan een Telegram chatgroep
genaamd '' [naam] ”.
(op pag. 104)
[naam] stuurt op 25 januari 2021 om 08:25 uur in de appgroep: “We gaan steene werpe op
die blauwe hondjes”.
(op pag. 91)
Uit een groot aantal chats blijkt dat de gebruiker van de Iphone 7 [verdachte]
is. Enkele voorbeelden zijn:
- Op 22 januari 2021 stuurt de gebruiker via Whatsapp 'Jo issi met [naam] man die
kleine ken jij mij niet knippen dit weekend dan bro'.
(op pag 89)
Whatsapp-chats
In de telefoon staan diverse chats via Whatsapp. De gebruiker van de iPhone 7
telefoon maakt daarbij gebruik van het telefoonnummer [nummer] .
Vanaf 24 januari 2021 vindt vanaf 21:03 uur via Whatsapp een chat plaats met de
gebruiker van het telefoonnummer [nummer] . In de telefoon is geen naam bij dit
telefoonnummer zichtbaar. De gebruiker van de iPhone 7 vraagt of dit [naam] is en
zegt dat ' [naam] '
Opmerking verbalisant: [verdachte] heeft een oudere broer genaamd
[naam] .
14.
Proces-verbaal van verhoor
[verdachte], opgemaakt op 28 januari 2021 (pag 68):
V: Wat zegt het nummer [nummer] jou?
A: Dat is mijn nummer.
Ten aanzien van feit 2
15.
het proces-verbaal van
bevindingenopgemaakt op 28 januari 2022 (pag. 35, 36):
Op 28 januari 2021 werd ter doorzoeking, in het kader van de Wet Wapens en Munitie, binnengetreden in de woning gelegen aan [adres] te Zoeterwoude-Rijndijk.
Aldaar woonachtig [verdachte] .
Zoeking had enkel betrekking op de slaapkamer van de verdachte.
Tijdens de doorzoeking werden de volgende goederen aangetroffen en in beslag genomen;
- zwarte kluis stond in kast in de slaapkamer. (kluis op slot, inhoud onbekend.)
16.
Het proces-verbaal van
bevindingenopgemaakt op 28 januari 2022 (pag. 74):
Op 28 januari 2021 was ik in verhoor met [verdachte] . Tijdens dit verhoor heeft [verdachte] de kluis welke eerder op die dag onder hem in beslag was genomen geopend en heb ik de inhoud hiervan bekeken. Ik zag 4 patronen.
De betreffende patronen zijn door mij in beslaggenomen,
Goed(eren) : PL1500- [nummer] .
17.
Het proces-verbaal
onderzoek wapen, opgemaakt op 28 januari 2022 (pag. 81):
Goednummer PL1500- [nummer]
Het betreft knalpatronen van het kaliber 9 mm.
Dit is munitie in de zin van artikel 1 onder 4 gelet op artikel 2 lid 2 categorie III
van de WWM.
Ten aanzien van feit 3
18.
het proces-verbaal van
bevindingenopgemaakt op 28 januari 2022 (pag. 35, 36):
Op 28 januari 2021 werd ter doorzoeking, in het kader van de Wet Wapens en Munitie, binnengetreden in de woning gelegen aan [adres] te Zoeterwoude-Rijndijk.
Aldaar woonachtig [verdachte] .
Zoeking had enkel betrekking op de slaapkamer van de verdachte.
Tijdens de doorzoeking werden de volgende goederen aangetroffen en in beslag genomen;
- boksbeugel (goudkleurig, lag op bureau.)
19.
De
kennisgeving van inbeslagnemingop 28 januari 2021 (pag. 40):
Goednummer : PL1500- [nummer]
Object : Stootwapen (Boksbeugel)
Kleur : Goudkleurig
20.
Het proces-verbaal
onderzoek wapen, opgemaakt op 28 januari 2022 (pag. 76):
Goednummer PL1500- [nummer]
Het is een boksbeugel.
Derhalve is dit voorwerp een wapen in de zin van categorie 1 onder 3 van de WWM.
Ten aanzien van feit 2 en 3
21.
Het proces-verbaal van verhoor van de verdachte bij de rechter-commissaris, opgemaakt op 8 februari 2021:
U vraagt wat ik met munitie doe. Die had ik toevallig nog. U vraagt wat ik met een boksbeugel doe. Die had ik nog uit Tsjechië.
Ten aanzien van feit 4
22
het proces-verbaal van
bevindingenopgemaakt op 28 januari 2022 (pag. 35, 36):
Op 28 januari 2021 werd ter doorzoeking, in het kader van de Wet Wapens en Munitie, binnengetreden in de woning gelegen aan [adres] te Zoeterwoude-Rijndijk.
Aldaar woonachtig [verdachte] .
Zoeking had enkel betrekking op de slaapkamer van de verdachte.
Tijdens de doorzoeking werden de volgende goederen aangetroffen en in beslag genomen;
- zwart (gelijkend op) vuurwapen, (balletjespistool. Aangetroffen onder matras.
23.
De
kennisgeving van inbeslagnemingop 28 januari 2021 (pag. 37):
Goednummer : PL1500- [nummer]
Object : Overig wapen (Luchtdrukwapen)
24.
Het proces-verbaal
onderzoek wapen, opgemaakt op 29 januari 2022 (pag. 78):
Goednummer : PL1500- [nummer]
Het is een veerdrukwapen in de vorm van een pistool.
Het is niet een lucht-, gas- of veerdrukwapen dat door Onze Minister overeenkomstig
categorie I sub 7 is aangewezen als een voorwerp dat zodanig op een vuurwapen gelijkt
dat het voor be- of afdreiging geschikt is.
Derhalve is dit voorwerp een wapen in de zin van artikel 2 lid 1 categorie IV onder 4
van de WWM.