In deze beschikking heeft de Rechtbank Den Haag op 8 december 2022 uitspraak gedaan in een zaak betreffende gezamenlijk gezag en de zorgregeling voor de minderjarige [voornaam minderjarige01], geboren op [geboortedatum01] 2015. De moeder, [naam01], heeft verzocht om wijziging van de omgangsregeling, nu zij recentelijk is verhuisd naar [woonplaats01]. De vader, [naam02], heeft verweer gevoerd en verzocht om gezamenlijk gezag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de ouders een ouderschapsplan hebben opgesteld, maar dat hierin niets is opgenomen over het gezag. De vader is ontvankelijk in zijn verzoek om gezamenlijk gezag, ondanks de bezwaren van de moeder. De rechtbank oordeelt dat het in het belang van [voornaam minderjarige01] is dat beide ouders betrokken zijn bij de opvoeding en dat de vader de kans moet krijgen om zijn rol als vader te vervullen. De rechtbank wijst het verzoek van de vader toe en bepaalt dat het gezamenlijk gezag aan beide ouders toekomt. Daarnaast wordt de zorgregeling gewijzigd, waarbij [voornaam minderjarige01] één keer per maand bij de vader verblijft van vrijdagmiddag tot zondagmiddag, en de moeder verantwoordelijk is voor het halen en brengen. De rechtbank verklaart de beschikking uitvoerbaar bij voorraad en wijst het meer of anders verzochte af.