ECLI:NL:RBDHA:2022:13034

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
10 maart 2022
Publicatiedatum
6 december 2022
Zaaknummer
NL22.3483
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervolgberoep bewaring en verzoek om schadevergoeding in bestuursrechtelijke procedure

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 10 maart 2022 uitspraak gedaan in een vervolgberoep tegen de maatregel van bewaring die aan eiseres was opgelegd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiseres, die stelt de Chinese nationaliteit te bezitten, heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van de maatregel van bewaring, waarbij zij tevens verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft vastgesteld dat de maatregel van bewaring op 20 oktober 2021 is opgelegd en dat deze maatregel nog steeds voortduurt. Eiseres heeft aangevoerd dat er geen zicht is op uitzetting, omdat de Chinese autoriteiten twijfelen aan de geldigheid van het overgelegde paspoort en de afgifte van een laissez-passer onzeker is.

De rechtbank heeft overwogen dat zij eerder de rechtmatigheid van de maatregel van bewaring heeft getoetst en dat deze tot het sluiten van het onderzoek in een eerdere zaak rechtmatig was. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien om te twijfelen aan de afgifte van de laissez-passer, aangezien de Chinese autoriteiten de nationaliteit van eiseres hebben bevestigd en er geen bewijs is dat de afgifte van de laissez-passer zal worden geweigerd. De rechtbank heeft geconcludeerd dat het beroep ongegrond is en heeft het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De uitspraak is gedaan door mr. J.G. Nicholson, rechter, in aanwezigheid van K.F.K. Hoogbruin, griffier, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL22.3483
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres] , eiseres

V-nummer: [V-nummer]
(gemachtigde: mr. B. Snoeij), en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. M. Lorier).

Procesverloop

Verweerder heeft op 20 oktober 2021 aan eiseres de maatregel van bewaring op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw) opgelegd.
Deze maatregel duurt nog voort.
Eiseres heeft tegen het voortduren van de maatregel van bewaring beroep ingesteld. Daarbij heeft zij verzocht om schadevergoeding.
Verweerder heeft een voortgangsrapportage overgelegd. Eiseres heeft hierop gereageerd. De rechtbank heeft bepaald dat een onderzoek ter zitting achterwege blijft.

Overwegingen

1. Eiseres stelt dat zij de Chinese nationaliteit heeft en dat zij is geboren op [geboortedatum] 1960.
2. Indien de rechtbank van oordeel is dat de toepassing of tenuitvoerlegging van de maatregel van bewaring in strijd is met de Vw dan wel bij afweging van alle daarbij betrokken belangen in redelijkheid niet gerechtvaardigd is, verklaart zij op grond van artikel 96, derde lid, van de Vw het beroep gegrond en beveelt zij de opheffing van de maatregel of een wijziging van de wijze van tenuitvoerlegging daarvan.
3. De rechtbank stelt voorop dat zij deze maatregel van bewaring al eerder heeft getoetst. Uit de uitspraak van 2 februari 2022 (in de zaak NL22.887) volgt dat de maatregel van bewaring tot het moment van het sluiten van het onderzoek dat aan die uitspraak ten grondslag ligt, rechtmatig was. Daarom staat nu, voor zover dat in beroep wordt
aangevochten, alleen ter beoordeling of sinds het moment van het sluiten van dat onderzoek de maatregel van bewaring rechtmatig is.
4. Eiseres heeft aangevoerd dat uit het bericht van de Chinese autoriteiten van 6 december 2021 blijkt dat zij de nationaliteit van eiseres wel bevestigen, maar dat de Chinese autoriteiten twijfelen aan de overgelegde kopie van het Chinese paspoort. Dit betekent dat de afgifte van een laissez-passer (lp) niet zeker is en een lange tijd zal duren. De rechtbank begrijpt dat eiseres hiermee bedoelt te stellen dat er geen zicht is op uitzetting.
5. In wat eiseres aanvoert, ziet de rechtbank geen aanleiding voor het oordeel dat er geen lp zal worden afgegeven. Uit de voortgangsrapportage blijkt dat de Chinese autoriteiten de nationaliteit van eiseres hebben bevestigd. Daarbij wordt door de Chinese autoriteiten enkel vermeld dat de geldigheidsdatum op het paspoort wellicht is vervalst. Tot op heden is niet door de Chinese autoriteiten aangegeven dat aan eiseres geen lp zal worden verstrekt. De rechtbank stelt verder vast dat verweerder regelmatig bij de Chinese autoriteiten rappelleert op de lp-aanvraag, laatstelijk op 3 maart 2022. Gelet op het voorgaande ziet de rechtbank geen aanleiding voor het oordeel dat er geen zicht op uitzetting is. Deze beroepsgrond slaagt daarom niet.
6. Het beroep is ongegrond.
7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart:
  • het beroep ongegrond;
  • wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.G. Nicholson, rechter, in aanwezigheid van K.F.K. Hoogbruin, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.
10 maart 2022

Documentcode: [documentcode]