Op 30 november 2022 heeft de kinderrechter in de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in een zaak betreffende de voorlopige ondertoezichtstelling en spoedmachtiging tot plaatsing van een minderjarige, aangeduid als [minderjarige01]. De kinderrechter heeft op 29 november 2022, na een mondeling verzoek, besloten dat [minderjarige01] voorlopig onder toezicht wordt gesteld van een gecertificeerde instelling en dat deze instelling gemachtigd is om [minderjarige01] op te nemen in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp. Dit besluit is genomen in het kader van de Jeugdwet, gezien de ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen van de minderjarige, die haar ontwikkeling ernstig belemmeren.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van family life tussen [minderjarige01] en haar stiefmoeder, die als belanghebbende is aangemerkt. De vader van [minderjarige01] heeft het ouderlijk gezag, maar de identiteit van de moeder is onbekend. De minderjarige verblijft op een crisisplek en vertoont suïcidaal gedrag, wat de urgentie van de beslissing onderstreept. De kinderrechter heeft de Raad voor Rechtsbijstand gelast een advocaat aan [minderjarige01] toe te voegen en heeft de behandeling van het verzoek voor het overige aangehouden tot een latere zitting.
In de beschikking is bepaald dat [minderjarige01] van 30 november 2022 tot 14 december 2022 onder toezicht wordt gesteld van de Stichting Nidos Utrecht en dat zij in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp moet worden geplaatst. De kinderrechter heeft ook een zitting gepland op 13 december 2022 om de verdere behandeling van het verzoek te bespreken. De beschikking is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.