ECLI:NL:RBDHA:2022:13029

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
30 november 2022
Publicatiedatum
5 december 2022
Zaaknummer
C/09/638924 / JE RK 22-2497
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige ondertoezichtstelling en spoedmachtiging tot plaatsing in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp

Op 30 november 2022 heeft de kinderrechter in de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in een zaak betreffende de voorlopige ondertoezichtstelling en spoedmachtiging tot plaatsing van een minderjarige, aangeduid als [minderjarige01]. De kinderrechter heeft op 29 november 2022, na een mondeling verzoek, besloten dat [minderjarige01] voorlopig onder toezicht wordt gesteld van een gecertificeerde instelling en dat deze instelling gemachtigd is om [minderjarige01] op te nemen in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp. Dit besluit is genomen in het kader van de Jeugdwet, gezien de ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen van de minderjarige, die haar ontwikkeling ernstig belemmeren.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van family life tussen [minderjarige01] en haar stiefmoeder, die als belanghebbende is aangemerkt. De vader van [minderjarige01] heeft het ouderlijk gezag, maar de identiteit van de moeder is onbekend. De minderjarige verblijft op een crisisplek en vertoont suïcidaal gedrag, wat de urgentie van de beslissing onderstreept. De kinderrechter heeft de Raad voor Rechtsbijstand gelast een advocaat aan [minderjarige01] toe te voegen en heeft de behandeling van het verzoek voor het overige aangehouden tot een latere zitting.

In de beschikking is bepaald dat [minderjarige01] van 30 november 2022 tot 14 december 2022 onder toezicht wordt gesteld van de Stichting Nidos Utrecht en dat zij in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp moet worden geplaatst. De kinderrechter heeft ook een zitting gepland op 13 december 2022 om de verdere behandeling van het verzoek te bespreken. De beschikking is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaaksgegevens: C/09/638924 / JE RK 22-2497
Datum uitspraak: 30 november 2022

Beschikking van de kinderrechter

Voorlopige ondertoezichtstelling en spoedmachtiging tot plaatsing in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp; spoedvoorziening

in de zaak naar aanleiding van het op 30 november 2022 ingekomen verzoekschrift van:

de Raad voor de Kinderbescherming, Regio Haaglanden,

hierna te noemen: de Raad,
betreffende:

[minderjarige01] , geboren op [geboortedatum01] 2005 te [geboorteplaats01] - Etweiran, Syrië,

hierna te noemen: [minderjarige01] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[de man01] , hierna te noemen: de vader,

wonende te [woonplaats01] ,

[de vrouw01] , hierna te noemen: de stiefmoeder, feitelijk verblijvende te [plaats01] .

Het procesverloop

Op 29 november 2022 heeft mr. A.M.A. Keulen, kinderrechter in deze rechtbank, mondeling (buiten kantooruren) beslist dat:
- [minderjarige01] van 29 november tot 30 november 2022 te 17:00 uur voorlopig onder toezicht is gesteld van de gecertificeerde instelling;
- de gecertificeerde instelling is gemachtigd [minderjarige01] voorlopig te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp zoals bedoeld in artikel 6.1.3 van de Jeugdwet van 29 november tot 30 november 2022 te 17:00 uur;
- deze beslissing tot zover uitvoerbaar bij voorraad is;
- de behandeling van het verzoek voor het overige werd aangehouden tot het verzoek, met nadere onderbouwing, schriftelijk bij de rechtbank was ingediend.
De kinderrechter heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:
  • het verzoekschrift met bijlage(n);
  • de mondelinge instemmingsverklaring, telefonisch verkregen op 30 november 2022 van een gedragswetenschapper als bedoeld in artikel 6.1.3, derde lid van de Jeugdwet, die de jeugdige met het oog daarop kort tevoren heeft onderzocht.

Feiten

  • De vader en de stiefmoeder zijn met elkaar gehuwd.
  • Voor zover de kinderrechter dat uit de beschikbare stukken kan afleiden, is de vader belast met het ouderlijk gezag.
  • Wie de moeder van [minderjarige01] is, is onbekend.
  • [minderjarige01] verblijft feitelijk op een crisisplek.
De kinderrechter in deze rechtbank heeft de Raad voor Rechtsbijstand gelast een advocaat aan [minderjarige01] toe te voegen.

Verzoek

Het verzoek strekt tot ondertoezichtstelling van [minderjarige01] , met toepassing van artikel 1:257 van het Burgerlijk Wetboek en tot (spoed)machtiging [minderjarige01] voorlopig te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp.

Beoordeling

De kinderrechter stelt vast dat de stiefmoeder van [minderjarige01] aangemerkt wordt als belanghebbende zoals bedoeld in artikel 798 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). Daarbij overweegt de kinderrechter dat er sprake is van family life tussen de stiefmoeder en [minderjarige01] als bedoeld in artikel 8 EVRM. De stiefmoeder verbleef samen met [minderjarige01] in het AZC in [plaats01] en was verantwoordelijk voor de verzorging en opvoeding van [minderjarige01] .
Op grond van de informatie, zoals gebleken uit het verzoekschrift en de daarbij gevoegde bijlagen en uit de verklaringen van de gehoorde personen, komt de kinderrechter tot het oordeel dat het dringend en onverwijld noodzakelijk is dat [minderjarige01] , hangend een nader in te stellen onderzoek naar de vraag of de ondertoezichtstelling geboden is, voorlopig onder toezicht wordt gesteld.
Verder is het naar het oordeel van de kinderrechter dringend en onverwijld noodzakelijk om [minderjarige01] uit huis te plaatsen in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp. Er is sprake van ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die haar ontwikkeling naar volwassenheid ernstig belemmeren, of een ernstig vermoeden dat daarvan sprake is. Deze problemen maken dat de opneming en het verblijf noodzakelijk zijn om te voorkomen dat [minderjarige01] zich aan de jeugdhulp die zij nodig heeft zal onttrekken of daaraan door anderen zal worden onttrokken, zonder dat een machtiging in de zin van in artikel 6.1.2 van de Jeugdwet kan worden afgewacht.
Op 30 november 2022 heeft de gedragswetenschapper mondeling (telefonisch) zijn bevindingen aan de kinderrechter meegedeeld. De schriftelijke verklaring van de gedragswetenschapper dient uiterlijk op 1 december 2022 bij de rechtbank te worden ingediend.
Het verhoor van de belanghebbenden kan naar het oordeel van de kinderrechter niet worden afgewacht zonder onmiddellijk en ernstig gevaar voor [minderjarige01] . [minderjarige01] verblijft sinds 16 november in verschillende instellingen. Zij kon sinds 29 november 2022 niet langer blijven in de instelling, waar zij sinds 28 november 2022 verbleef, omdat zij een direct gevaar is voor haar groepsgenoten en zichzelf. Ze heeft gedreigd om zichzelf en anderen iets aan te doen met een mes en laat gedesoriënteerd en verward gedrag zien. Op 29 november 2022 is ze weggelopen en door de politie teruggebracht. Op de crisisplek, waar zij op 29 november 2022 is geplaatst, laat [minderjarige01] nog steeds suïcidaal gedrag zien. De kinderrechter vindt het daarom voor [minderjarige01] en voor haar omgeving niet aanvaardbaar dat er nog geen geschikte plaats binnen een gesloten instelling voor [minderjarige01] is gevonden en dat [minderjarige01] nog een nacht in de crisisopvang zou moeten verblijven. [minderjarige01] moet zo spoedig mogelijk, indien ook maar enigszins mogelijk nog vandaag, weg bij de crisisopvang en binnen een gesloten instelling worden geplaatst.
Het verhoor zal op hierna te melden zitting plaatsvinden.
Daarom zal als volgt worden beslist.

Beslissing

De kinderrechter:
stelt [minderjarige01] van 30 november 2022 tot 14 december 2022 voorlopig onder toezicht van de Stichting Nidos Utrecht;
verleent een spoedmachtiging om [minderjarige01] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp zoals bedoeld in artikel 6.1.3, eerste lid, van de Jeugdwet, van 30 november 2022 tot 14 december 2022;
houdt de behandeling van het verzoek voor het overige aan tot de zitting van:
13 december 2022 te 16:00 uur;
gelast de griffier tegen voormelde zitting op te roepen:
  • de Raad voor de Kinderbescherming;
  • Stichting Nidos Utrecht;
  • de vader;
  • de stiefmoeder;
  • [minderjarige01] ;
  • de advocaat van [minderjarige01] , mr. J. Grabowsky.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.F. Baaij, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. V.A.H. Schoorl als griffier en in het openbaar uitgesproken op 30 november 2022.
Voor zover deze beschikking betrekking heeft op de machtiging tot uithuisplaatsing, kan hoger beroep worden ingesteld:
- door de verzoeker en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van
het gerechtshof Den Haag.