ECLI:NL:RBDHA:2022:12925

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
5 december 2022
Publicatiedatum
2 december 2022
Zaaknummer
09/346270-21
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet met betrekking tot amfetamine en MDMA

Op 5 december 2022 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het opzettelijk aanwezig hebben van een grote hoeveelheid amfetamine en MDMA, alsook van voorbereidingshandelingen voor drugshandel. De verdachte, geboren in 1974 en op dat moment gedetineerd in de penitentiaire inrichting Ter Apel, was betrokken bij het inbouwen van een verborgen ruimte in een auto, waarin later drugs werden aangetroffen. Tijdens de zitting op 21 november 2022 heeft de officier van justitie, mr. J. Roosma, gevorderd tot bewezenverklaring van de tenlastegelegde feiten, terwijl de verdediging vrijspraak bepleitte. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 28 december 2021 in Koudekerk aan den Rijn aanwezig was in een loods waar 17,4 kilo amfetamine en 83,4 kilo MDMA werden aangetroffen. De verdachte had samen met anderen handelingen verricht die gericht waren op het voorbereiden van drugshandel, waaronder het inbouwen van een verborgen ruimte in een voertuig. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet en legde een gevangenisstraf van dertig maanden op, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en de ontwrichtende invloed van georganiseerde drugshandel op de samenleving.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Strafrecht
Meervoudige kamer
Parketnummer: 09/346270-21
Datum uitspraak: 5 december 2022
Tegenspraak
De rechtbank Den Haag heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte] ,
[geboortedatum] 1974 [geboorteplaats] ,
op dit moment gedetineerd in de penitentiaire inrichting Ter Apel.

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek is gehouden op de terechtzitting van 21 november 2022.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. J. Roosma en van hetgeen door de verdachte en zijn raadsman mr. S. Ettalhaoui naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
1
hij op of omstreeks 28 december 2021 te Koudekerk aan den Rijn, gemeente Alphen aan den Rijn, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met één of meer anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad 17,4 kilo amfetamine en/of 83,4 kilo MDMA, althans een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine en/of MDMA, zijnde (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 10 december 2021 tot en met 28 december 2021 te Koudekerk aan den Rijn, gemeente Alphen aan den Rijn, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het
opzettelijk binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen en/of het opzettelijk verkopen, afleveren, verstrekken en/of vervoeren van amfetamine en/of MDMA, in elk geval (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en/of te bevorderen,
(telkens) zich en/of één of meer anderen gelegenheid tot het plegen van dat/die feiten heeft getracht te verschaffen, immers heeft/hebben verdachte en/of (één of meer van) verdachtes mededader(s):
- één of meerdere voertuigen voorzien van één of meerdere verborgen ruimte(n)
en/of
(telkens) voorwerpen en/of vervoermiddelen voorhanden heeft/hebben gehad en/of verworven en/of vervaardigd, waarvan verdachte en verdachtes mededader(s) wist/wisten en/of ernstige reden hadden te vermoeden dat die bestemd waren tot het plegen van die feiten, te weten:
- een opslagunit,
- gereedschap(pen) en/of werktuig(en),
- één of meerdere (geprepareerde) voertuig(en) voorzien van één of meerdere verborgen ruimte(n),
- ( een) mobiele telefoon(s),
- een grote voorverpakte hoeveelheid amfetamine- en/of MDMA-pillen en/of
- een briefje met daarop hoeveelheden verdovende middelen en/of aanwijzingen voor het inpakken van het voertuig.

3.De bewijsbeslissing

3.1.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten.
3.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft namens de verdachte vrijspraak van de ten laste gelegde feiten bepleit. Op specifieke standpunten wordt – voor zover relevant – hierna nader ingegaan.
3.3.
Gebruikte bewijsmiddelen
De rechtbank heeft hierna opgenomen de wettige bewijsmiddelen met de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden.
Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal van het onderzoek [naam] , met [nummer] , van de politie eenheid Den Haag, Teamrecherche Alphen aan den Rijn. Waar wordt verwezen naar dossierpagina’s, zal ook worden verwezen naar het onderdeel (zaaksdossier, dan wel einddossier) van het proces-verbaal waar die pagina te vinden is.
Ten aanzien van feit 1:
1. De verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 21 november 2022, voor zover inhoudende:
Het klopt dat ik op 28 december 2021 in de loods in Koudekerk aan den Rijn was. Ik heb de zakken met pillen in mijn handen gehad. Ik heb de pillen in de verborgen ruimte in de auto gestopt.
2. Het proces-verbaal van inzetten technisch hulpmiddel, opgemaakt op 11 januari 2022, voor zover inhoudende (p. 66 t/m 73 zaaksdossier):
Op 10 december 2021 zijn door de politie Eenheid Den Haag twee camera’s geplaatst in een unit welke is gelegen op het perceel van [adres] te Koudekerk aan den Rijn.
3. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 29 december 2021, voor zover inhoudende (p. 392 t/m 398 zaaksdossier):
[medeverdachte] legt de zakjes in de Mitsubishi bij de achterbank. In deze auto zit [verdachte] bij de achterbank.
Te zien is dat er een aantal witte plastic zakken in deze auto liggen. In deze witte zakken zitten blauwe en oranje pillen. Deze worden door [medeverdachte] in de laadbak van de Mitsubishi gelegd. [verdachte] legt vermoedelijk de pillen in het luik. Ook gaan er nog zakken met pillen van de achterbank naar de laadbak.
4. Het geschrift, te weten een kennisgeving van inbeslagneming met registratienummer PL1500- [nummer] , voor zover inhoudende (
los opgenomen):
Inbeslagneming
Plaats: [adres] Koudekerk aan den Rijn, binnen de gemeente Alphen aan den Rijn
Datum en tijd: 28 december 2021 te 15:00 uur
Goednummer: PL1500- [nummer]
Inhoud/specificatie: 49 kleine zakken (grootte is 1/3 van de andere zakken), 10 grote zakken oranje tabletten, 19 grote zakken blauwe tabletten, 102 zakjes beige tabletten
5. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 10 januari 2022, voor zover inhoudende (p. 445 t/m 451 zaaksdossier):
Op 4 januari 2022, hebben wij, verbalisanten, een aangetroffen en in beslag genomen partij vermoedelijke drugs onderzocht. Deze partij bestond uit zakken met daarin oranje kleurige, blauwkleurige en beige kleurige tabletten.
Betreft goednummer PL1500- [nummer]
Beige kleurige tabletten:
Wij zagen 103 kleinere vacuumzakken met daarin ronde beige kleurige tabletten met indruk van [naam] logo. Het totaal netto gewicht van deze partij beige kleurige tabletten is 17.428,3 gram, wat overeenkomt met 102.519 tabletten.
De volgende monsters van de beige kleurige tabletten werden tevens identificerend
onderzocht:
[nummer]
Blauwkleurige tabletten:
Wij zagen 20 vacuumzakken met daarin diamantvormige blauwkleurige tabletten met het Punisher logo. Het totaal netto gewicht van deze partij blauwkleurige tabletten is 41.897,8 gram, wat overeenkomt met 99.757 tabletten.
De volgende monsters van de blauwkleurige tabletten werden tevens identificerend
onderzocht:
[nummer]
Oranje kleurige tabletten:
Wij zagen 10 grote en 49 kleinere vacuumzakken met daarin diamantvormige oranje
kleurige tabletten met het Punisher logo. Het totaal netto gewicht van deze partij oranje kleurige tabletten is 41.455,5 gram, wat overeenkomt met 98.704 tabletten.
De volgende monsters van de oranje kleurige tabletten werden tevens identificerend
onderzocht:
[nummer]
6. Het deskundigenverslag, zijnde een rapport van het Nederlands Forensisch Instituut (hierna: NFI) opgemaakt op 5 januari 2022, voor zover inhoudende (p. 458 zaaksdossier):
[nummer] : bevat amfetamine
7. Het deskundigenverslag, zijnde een NFI-rapport opgemaakt op 5 januari 2022, voor zover inhoudende (p. 459 zaaksdossier):
[nummer] : bevat amfetamine
8. Het deskundigenverslag, zijnde een NFI-rapport opgemaakt op 5 januari 2022, voor zover inhoudende (p. 460 zaaksdossier):
[nummer] : bevat amfetamine
9. Het deskundigenverslag, zijnde een NFI-rapport opgemaakt op 5 januari 2022, voor zover inhoudende (p. 461 zaaksdossier):
[nummer] : bevat amfetamine
10. Het deskundigenverslag, zijnde een NFI-rapport opgemaakt op 5 januari 2022, voor zover inhoudende (p. 462 zaaksdossier):
[nummer] : bevat amfetamine
11. Het deskundigenverslag, zijnde een NFI-rapport opgemaakt op 5 januari 2022, voor zover inhoudende (p. 463 zaaksdossier):
[nummer] : bevat MDMA
12. Het deskundigenverslag, zijnde een NFI-rapport opgemaakt op 5 januari 2022, voor zover inhoudende (p. 464 zaaksdossier):
[nummer] : bevat MDMA
13. Het deskundigenverslag, zijnde een NFI-rapport opgemaakt op 5 januari 2022, voor zover inhoudende (p. 465 zaaksdossier):
[nummer] : bevat MDMA
14. Het deskundigenverslag, zijnde een NFI-rapport opgemaakt op 5 januari 2022, voor zover inhoudende (p. 466 zaaksdossier):
[nummer] : bevat MDMA
15. Het deskundigenverslag, zijnde een NFI-rapport opgemaakt op 5 januari 2022, voor zover inhoudende (p. 467 zaaksdossier):
[nummer] : bevat MDMA
16. Het deskundigenverslag, zijnde een NFI-rapport opgemaakt op 5 januari 2022, voor zover inhoudende (p. 468 zaaksdossier):
[nummer] : bevat MDMA
17. Het deskundigenverslag, zijnde een NFI-rapport opgemaakt op 5 januari 2022, voor zover inhoudende (p. 469 zaaksdossier):
[nummer] : bevat MDMA
18. Het deskundigenverslag, zijnde een NFI-rapport opgemaakt op 5 januari 2022, voor zover inhoudende (p. 470 zaaksdossier):
[nummer] : bevat MDMA
19. Het deskundigenverslag, zijnde een NFI-rapport opgemaakt op 5 januari 2022, voor zover inhoudende (p. 471 zaaksdossier):
[nummer] : bevat MDMA
20. Het deskundigenverslag, zijnde een NFI-rapport opgemaakt op 5 januari 2022, voor zover inhoudende (p. 472 zaaksdossier):
[nummer] : bevat MDMA.
Ten aanzien van feit 2:
1. De verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 21 november 2022, voor zover inhoudende:
Ik heb de verborgen ruimte in de witte Mitsubishi gebouwd. Op 15, 16, 17 en 18 december ben ik ook bezig geweest met auto’s in de loods. (…) Het klopt dat ik op 28 december 2021 in de loods in Koudekerk aan den Rijn was. Ik heb de zakken met pillen in mijn handen gehad. Ik heb de pillen in de verborgen ruimte in de auto gestopt.
2. Het proces-verbaal van inzetten technisch hulpmiddel, opgemaakt op 11 januari 2022, voor zover inhoudende (p. 66 t/m 73 zaaksdossier):
Op 10 december 2021 zijn door de politie Eenheid Den Haag twee camera’s geplaatst in een unit welke is gelegen op het perceel van [adres] te Koudekerk aan den Rijn.
3. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 17 december 2021, voor zover inhoudende (p. 366 t/m 372 zaaksdossier):
15 december 2021:
[verdachte] en [medeverdachte] gaan beginnen met handelingen in de Mitsubishi bij de achterbank in de auto. Ze halen de achterbank uit de auto. Vervolgens gaan ze daar waar de achterbank stond in de auto iets doen.
[verdachte] Heeft een slijpmachine en gaat hiermee achterin de auto naar binnen en dan zijn er vonken van het slijpen te zien in de auto.
4. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 18 december 2021, voor zover inhoudende (p. 373 t/m 377 zaaksdossier):
16 december 2021:
[verdachte] en [medeverdachte] stappen uit, [verdachte] haalt een metalen plaat uit de
Volkswagen, neemt deze mee de unit in. De achterbank is uit de auto, beide mannen zijn bezig met de rugleuning van de bank waarbij vonken te zien zijn van een slijpmachine. Er wordt vervolgens nieuwe bekleding aangebracht op de achterbank. Vervolgens wordt er met nieuw bedrading getrokken, dit wordt achter de bestuurderskant gedaan in de deurstijl.
Vervolgens gaat de achterbank op zijn plek. Hierna is [verdachte] bij de accu iets aan het doen, [medeverdachte] zit achter het stuur en is handelingen aan het verrichten in het midden van het dashboard.
Vervolgens worden er van de bruglift zijpoten onder de auto geschoven en gaat de
auto omhoog met de lift zodat er onder de auto gewerkt kan worden.
Er wordt onder de auto gewerkt met diverse gereedschappen. Af en toe komen ze om de beurt onder de auto vandaan, dan is te zien dat er met een slijpmachine geslepen wordt aan de los gemaakte uitlaat. Vervolgens is te zien dat er onder de auto geslepen wordt aan de vonken die onder de auto vandaan spatten.
Een metalen plaat wordt zo gemaakt dat er een omgevouwen rand te zien is,
hiermee gaan ze een paar keer mee onder de auto en zo te zien wordt deze op
maat gemaakt.
5. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 19 december 2021, voor zover inhoudende (p. 378 t/m 382 zaaksdossier):
17 december 2021:
[verdachte] en [medeverdachte] zijn de gehele dag onder de Mitsubishi aan het werk geweest
welke in de hoge stand op de bruglift stond. Ze waren metalen platen, waar een rand aan was gevouwen, onder de auto aan het bevestigen. Ik kon dit opmaken omdat uit vonken veroorzaakt door het slijpen van metaal en aan het blauwe licht, veroorzaakt werd door laswerkzaamheden zag wat onder de auto vandaan kwam.
6. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 21 december 2021, voor zover inhoudende (p. 383 t/m 386 zaaksdossier):
18 december 2021:
[verdachte] en [medeverdachte] zijn weer onder de Mitsubishi aan het werk met slijpmachine
en lasapparaat, even later ook met een kitspuit.
7. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 29 december 2021, voor zover inhoudende (p. 392 t/m 398 zaaksdossier):
[medeverdachte] legt de zakjes in de Mitsubishi bij de achterbank. In deze auto zit [verdachte] bij de achterbank.
Te zien is dat er een aantal witte plastic zakken in deze auto liggen. In deze witte zakken zitten blauwe en oranje pillen. Deze worden door [medeverdachte] in de laadbak van de Mitsubishi gelegd. [verdachte] legt vermoedelijk de pillen in het luik. Ook gaan er nog zakken met pillen van de achterbank naar de laadbak.
8. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 8 januari 2022, voor zover inhoudende (p. 561 t/m 562 zaaksdossier):
Resumerend uit het verslag was op te maken dat:
- [verdachte] de gebruiker van de iPhone was;
- Er een zelf gemaakte video van een verborgen ruimte in een auto op stond.
9. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 6 januari 2022, voor zover inhoudende (p. 566 t/m 568 zaaksdossier):
Op de foto is een notitie kladblok te zien die vast wordt gehouden in een hand.
Hierop staan de volgende getallen;
15,90
24,20
20,40
20,20
19,20
22,70
19,40
25,20
8,60
----
176,60 kilo
3.4.
Bewijsoverwegingen
Ten aanzien van feit 1:
Opzettelijk aanwezig hebben
De raadsman heeft aangevoerd dat er geen sprake is van het opzettelijk aanwezig hebben van amfetamine of MDMA, omdat deze middelen niet aan de verdachte toebehoorden en het voor de verdachte niet bekend is geweest dat het om drugs ging. De rechtbank overweegt als volgt.
De verdachte was op 28 december 2021 in de loods aanwezig, en op dat moment was ook een grote hoeveelheid pillen – waarvan later is vastgesteld dat het daadwerkelijk ging om amfetamine en MDMA – aanwezig in de loods. De verdachte was niet uitsluitend
aanwezigin de loods waar ook de drugs waren, maar was daar bezig met het bouwen van een verborgen ruimte in een auto en (ver)plaatste ook zakken met pillen in deze verborgen ruimte.
Voor overtreding van artikel 2 onder C van de Opiumwet is van belang dat de verdovende middelen zich in de machtssfeer van de verdachte bevinden. Daarbij is niet noodzakelijk dat de middelen ook aan de verdachte toebehoorden of dat hij enige beschikkings- en/of beheersbevoegdheid had.
Op de camerabeelden is te zien dat de verdachte zakken met pillen overhandigd kreeg en in de auto met verborgen ruimte heeft gelegd. De rechtbank is van oordeel dat de harddrugs zich op 28 december 2021 in de machtssfeer van de verdachte hebben bevonden. De stelling dat de middelen niet aan de verdachte toebehoorden kan aldus niet leiden tot een andere conclusie.
Voor zover bepleit dat de verdachte geen opzet heeft gehad op de aanwezigheid van de middelen, gaat de rechtbank ook aan dat verweer voorbij. De verdachte had minst genomen opzet in voorwaardelijke zin op de aanwezigheid van deze middelen. Daarbij betrekt de rechtbank het feit dat de verdachte in de periode voorafgaand aan 28 december 2021 bezig is geweest met inbouwen van een verborgen ruimte in een auto. De verdachte heeft deze werkzaamheden bewust verricht en daarmee een aanmerkelijke kans aanvaard dat op enig moment de verborgen ruimte gebruikt zou worden om verdovende middelen te vervoeren. Die kans was niet alleen levensgroot, maar heeft zich ook daadwerkelijk geopenbaard toen er op 28 december 2021 een grote hoeveelheid harddrugs in de loods werd geleverd en in de verborgen ruimte werd geplaatst.
Medeplegen
De rechtbank is voorts van oordeel dat de verdachte dit feit heeft gepleegd in vereniging met anderen. Voor het bedoelde ‘medeplegen’ moet komen vast te staan dat er sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking met anderen. Uit het dossier en het onderzoek ter terechtzitting leidt de rechtbank af dat de verdachte tezamen met anderen aanwezig is geweest in de loods en dat hij, samen met die anderen, pillen heeft verplaatst en geplaatst in de auto met de verborgen ruimte. Op grond daarvan oordeelt de rechtbank dat er sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking en dat de samenwerking daar ook op was gericht. De rechtbank acht het ten laste gelegde medeplegen dan ook bewezen.
Ten aanzien van feit 2:
Voorbereidingshandelingen
De rechtbank stelt vast dat de verdachte zich heeft beziggehouden met het bouwen van een verborgen ruimte in één auto, te weten de witte Mitsubishi. Op de camerabeelden is te zien dat de verdachte met verschillende gereedschappen en werktuigen in de loods bezig is met deze Mitsubishi. Bij de verdachte is voorts een telefoon aangetroffen en op die telefoon is een filmpje aangetroffen van een verborgen ruimte in een auto. In een andere telefoon zijn aantekeningen met verschillende hoeveelheden kilo’s aangetroffen. De rechtbank stelt, gelet op het gehele dossier in onderlinge samenhang bezien, vast dat hiermee hoeveelheden verdovende middelen worden bedoeld.
De rechtbank stelt vast dat deze handelingen gericht zijn geweest op de voorbereiding van drugshandel. Door het inbouwen van de verborgen ruimte in de auto heeft de verdachte
- zoals reeds onder feit 1 hierboven is toegelicht - de aanmerkelijke kans aanvaard dat die ruimte gebruikt zou worden voor de handel in verdovende middelen. Deze gedragingen, in combinatie met de inhoud van de aangetroffen telefoons en de grote hoeveelheid pillen maakt dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan strafbare voorbereidingshandelingen gericht op drugshandel.
Medeplegen
De verdachte heeft ook dit feit gepleegd met anderen. Dat leidt de rechtbank af uit het feit dat er op meerdere momenten in december 2021 verschillende mensen aanwezig zijn in de loods en dat de handelingen met de pillen door meerdere mensen worden uitgevoerd. Het inbouwen van de verborgen ruimte geschiedt samen met medeverdachte [medeverdachte] en de pillen worden geleverd in de loods door anderen en samen met hen verplaatst. Op basis hiervan oordeelt de rechtbank dat er voldoende nauwe en bewuste samenwerking is geweest tussen de verdachte en anderen.
Periode
De rechtbank zal bij dit feit een kortere periode bewezen verklaren dan tenlastegelegd. De rechtbank stelt op basis van het dossier vast dat de strafbare voorbereidingshandelingen zijn gepleegd in de periode van 15 december 2021 tot en met 28 december 2021. Van belang bij de aanvang van deze periode is dat op de camerabeelden te zien is dat de verdachte vanaf 15 december 2021 in de loods handelingen verricht aan de witte Mitsubishi.
Conclusie ten aanzien van beide feiten
De rechtbank is met betrekking tot beide ten laste gelegde feiten van oordeel dat deze wettig en overtuigend zijn bewezen.
3.5.
De bewezenverklaring
De rechtbank verklaart ten laste van de verdachte bewezen dat:
1
hij op 28 december 2021 te Koudekerk aan den Rijn, gemeente Alphen aan den Rijn, tezamen en in vereniging met anderen opzettelijk aanwezig heeft gehad 17,4 kilo amfetamine en 83,4 kilo MDMA, zijnde telkens een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
2
hij in de periode van 15 december 2021 tot en met 28 december 2021 te Koudekerk aan den Rijn, gemeente Alphen aan den Rijn, tezamen en in vereniging met anderen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk vervoeren van amfetamine en MDMA, voor te bereiden en te bevorderen,
zich en anderen gelegenheid tot het plegen van die feiten heeft getracht te verschaffen, immers hebben verdachte en verdachtes mededaders:
- één voertuig voorzien van één verborgen ruimte
en
(telkens) voorwerpen en een vervoermiddel voorhanden hebben gehad, waarvan verdachte en verdachtes mededaders ernstige reden hadden te vermoeden dat die bestemd waren tot het plegen van die feiten, te weten:
- gereedschappen en werktuigen,
- één voertuig voorzien van één verborgen ruimte,
- mobiele telefoons,
- een grote voorverpakte hoeveelheid amfetamine- en MDMA-pillen en
- een briefje met daarop hoeveelheden verdovende middelen.

4.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde is volgens de wet strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is eveneens strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De strafoplegging

6.1.
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van dertig maanden, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht.
6.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit om, indien de rechtbank toekomt aan een bewezenverklaring, een gevangenisstraf op te leggen die gelijk is aan de duur van het voorarrest, eventueel met een bijkomende voorwaardelijke gevangenisstraf als stok achter de deur.
6.3.
Het oordeel van de rechtbank
Na te melden straf is in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek op de terechtzitting is gebleken. De rechtbank neemt hierbij in het bijzonder het volgende in aanmerking.
Ernst van het feit
De verdachte heeft zich samen met anderen schuldig gemaakt aan het in vereniging aanwezig hebben van ongeveer 100 kilo harddrugs en het treffen van voorbereidingshandelingen voor drugshandel. De verdachte heeft een verborgen ruimte ingebouwd in een auto en heeft daarmee een cruciale rol gespeeld bij de handel in verdovende middelen. Dergelijke ruimten dragen bij aan de ondersteuning, voorbereiding en uitvoering van drugshandel omdat de verdovende middelen op vakkundige wijze letterlijk uit het zicht van de politie kunnen worden gehouden.
Georganiseerde drugshandel heeft een ontwrichtende invloed op de samenleving. Het is een feit dat drugsgebruik zeer schadelijk is voor de volksgezondheid en dat drugshandel veelal gepaard gaat met andere vormen van criminaliteit.
De rechtbank overweegt dat er sprake is van een zeer grote hoeveelheid harddrugs. In de loods is ongeveer 100 kilo harddrugs aangetroffen en het aantal pillen wordt geschat op meer dan 300.000 stuks. Het is enkel aan het onderzoek en optreden van de politie te danken dat deze harddrugs niet de samenleving zijn ingebracht.
De rechtbank ziet ook de positie van de verdachte en neemt aan dat de verdachte een betrekkelijk kleine rol heeft gespeeld in de organisatie. De rechtbank overweegt echter ook dat de verdachte heeft moeten weten dat er iets niet in de haak was en dat zijn handelingen cruciaal zijn geweest voor het beoogde vervoer van de harddrugs.
Strafblad
De rechtbank heeft voorts kennis genomen van het blanco strafblad van de verdachte van 22 maart 2022.
Strafmaat
De rechtbank is van oordeel dat niet kan worden volstaan met een lichtere of andere sanctie dan een straf die onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming van na te melden duur met zich brengt. Voor oplegging van een voorwaardelijk strafdeel ziet de rechtbank geen aanleiding. Daarvoor zijn de handelingen van de verdachte te ernstig en is de hoeveelheid aangetroffen drugs te groot.
De rechtbank heeft bij de bepaling van de strafmodaliteit en strafmaat aansluiting gezocht bij de landelijke oriëntatiepunten voor straftoemeting (LOVS). Het oriëntatiepunt voor het aanwezig hebben van harddrugs kent negentien treden, waarbij de hoogste trede begint bij het aanwezig hebben van 20 kilo harddrugs. Het uitgangspunt bij deze trede is een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 36 maanden. Voor het plegen van strafbare voorbereidingshandelingen met betrekking tot drugshandel zijn geen oriëntatiepunten.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan de verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.
De rechtbank acht, alles afwegende, een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van dertig maanden, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht, passend en geboden.

7.De toepasselijke wetsartikelen

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen:
- 47, 57 van het Wetboek van Strafrecht;
- 2, 10 en 10a van de Opiumwet, en de daarbij behorende lijst I.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak rechtens gelden.

8.De beslissing

De rechtbank:
verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte de onder feit 1 en 2 ten laste gelegde feiten heeft begaan, zoals hierboven onder 3.5 bewezen is verklaard en dat het bewezen verklaarde uitmaakt:
ten aanzien van feit 1:
het medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod;
ten aanzien van feit 2:
het medeplegen van een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden of te bevorderen, zich en een ander gelegenheid tot het plegen van dat feit trachten te verschaffen
en
het medeplegen van een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden of te bevorderen, voorwerpen, vervoermiddelen en stoffen voorhanden hebben, waarvan hij ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit;
verklaart het bewezen verklaarde en de verdachte daarvoor strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
veroordeelt de verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van 30 (dertig) maanden;
bepaalt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Dit vonnis is gewezen door
mr. D.L.S. Ceulen, voorzitter,
mr. J.C. U-A-Sai, rechter,
mr. F.X. Cozijn, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. M.J. Ferwerda en mr. C.E. Wiersma, griffiers,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 5 december 2022.