ECLI:NL:RBDHA:2022:12883
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onderzoek naar de ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing van minderjarigen in het kader van de jeugdbescherming
Op 27 oktober 2022 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende de ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing van twee minderjarigen, [minderjarige01] en [minderjarige02]. De zaak is ingeleid door een verzoekschrift van de Raad voor de Kinderbescherming, Regio Haaglanden, dat op 6 oktober 2022 is ingediend. De kinderrechter heeft de ouders, de vader en de moeder, als belanghebbenden aangemerkt, en de Raad als informant. De ouders zijn in september 2021 uit elkaar gegaan en de kinderen verblijven bij de moeder en de grootmoeder moederszijde. Er zijn zorgen over de opvoedsituatie, de emotionele beschikbaarheid van de moeder en de ontwikkeling van de kinderen, waaronder taal- en spraakproblemen. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de kinderen in een verwaarloosde thuissituatie zijn opgegroeid en dat er veel onrust is geweest, wat heeft geleid tot de noodzaak van ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing.
De kinderrechter heeft geoordeeld dat de gronden voor ondertoezichtstelling aanwezig zijn, zoals genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek. De moeder heeft stappen gezet in haar ontwikkeling, maar er zijn nog zorgen over haar persoonlijke problematiek en de opvoedsituatie. De kinderrechter heeft ook de gronden voor een machtiging tot uithuisplaatsing beoordeeld, zoals genoemd in artikel 1:265b van het Burgerlijk Wetboek. De thuissituatie bij de grootmoeder wordt als veilig beoordeeld, en het is van belang dat de kinderen daar blijven verblijven. De kinderrechter heeft besloten om de kinderen voor een periode van twaalf maanden onder toezicht te stellen en voor drie maanden uit huis te plaatsen in een pleegzorgvoorziening.
De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak. De schriftelijke uitwerking van de beschikking is vastgesteld op 23 november 2022.