Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
2.De feiten
doorsnede a en been vrijstaande damwand, zonder verankering of stempeling, geen stabiele situatie en/of onacceptabele vervormingen oplevert. Voor de verdere uitwerking is derhalve uitgegaan van een gestempelde damwand. De mogelijkheid voor het verankeren van de damwand is buiten beschouwing gelaten gezien de belendingen en andere objecten in de ondergrond.
doorsnede cis het wel mogelijk een vrijstaande damwand toe te passen. Om de mogelijkheid voor stempeling ook te onderzoeken is tevens een berekening met stempeling gemaakt.”
(‘Te treffen voorzieningen van in het terrein aanwezige kabels en leidingen’) aan inschrijvers ter beschikking gesteld. In bijlage J.2 staat aangegeven wat er in het terrein nog aan kabels en leidingen ligt en wat daarmee gedaan zou moeten worden. Over de hogedrukgasleiding langs de Bezuidenhoutseweg in de buurt van doorsnede c (hierna: de gasleiding) is vermeld:
3.Het geschil
in conventie
4.De beoordeling
“Het aanbrengen van de groutankers is niet van invloed op het kritieke pad van de planning”).
“Besluiten met een contractueel karakter worden enkel genomen in de bouwvergadering of, ingeval van wijzigingen, in het contractoverleg. Afspraken uit andere overleggen zien wij als niet-officiële afstemming. Met deze heldere demarcatie tussen de verschillende overleggen voorkomen we mogelijke misverstanden.”Voorts maken de verslagen van de besprekingen tussen 7 juli 2017 en 26 oktober 2017 duidelijk dat deze besprekingen geen contractoverleg waren, maar een andersoortig overleg tussen technische vertegenwoordigers van Mobilis en de Gemeente, bedoeld om uit een ontstane bouwtechnische impasse te komen (‘overleg over bouwtijd en bouwfasering’). Uit de in 2.35 tot en met 2.37 aangehaalde passages uit die verslagen leidt de rechtbank verder af dat de Gewijzigde Bouwmethode een initiatief was van alleen Mobilis en dat deze al in een eerder stadium door Mobilis in uitvoering was genomen op het moment dat de Gemeente op 29 mei 2017 van de nieuwe methode in kennis werd gesteld (zie 2.27). Van belang is ook dat uit de verslagen van 20 juli 2017 en 6 september 2017 blijkt dat tussen partijen toen nog geen overeenstemming bestond over de vraag wie de financiële en contractuele gevolgen van de aanpassingen zou moeten dragen:
“Mobilis en gemeente Den Haag spreken af dat later onderzocht zal worden waar "het bonnetje" terecht moet komen”en
“Als afspraak geldt dat de technische uitwerking van de gewijzigde bouwfasering op dit moment voorrang heeft op de inventarisatie van financiële en contractuele consequenties.”
dezelijst is geweest waarover partijen overeenstemming hebben bereikt, voor een bedrag van € 1.675.000,--, (ii) dat beide partijen onderkenden dat geen overeenstemming bestond over VTW-0032B en (iii) dat deze VTW en de daarmee verband houdende vorderingen tot termijnsverlenging en kostenvergoeding (VTW-0109) aan de rechtbank zouden worden voorgelegd. Dat ook de boete daarvan onderdeel zou uitmaken ligt voor de hand, omdat de door Mobilis gevorderde termijnverlenging – een verweermiddel tegen de boete als de sanctie op overschrijding van de oplevertermijn – zonder de aanspraak van de Gemeente op de contractuele boete wegens vertraagde oplevering zinledig zou zijn.
- Partijen hebben op 17 juli 2020 overeenstemming bereikt over VTW-105 (zie 2.51 en 2.52), waardoor 70 kalenderdagen moeten worden opgeteld bij de datum van 30 mei 2018, hetgeen resulteert in een nieuwe opleverdatum van 8 augustus 2018.
- De opleverdatum van 30 mei 2018 had betrekking op een oplevering van 80% van de werkzaamheden en 100% opleveringsgereed hoefde volgens Planning F pas op 18 september 2018 bereikt te worden, hetgeen neerkomt op een verschil van 111 kalenderdagen.
- Op 18 oktober 2019 was de inrichting van de fietsenstalling niet 80% gereed maar 100% gereed, hetgeen betekent dat er vanaf 8 augustus 2018 111 kalenderdagen moeten worden opgeteld om tot een vergelijkbare situatie te komen als op 18 oktober 2019. Dit betekent ook dat Mobilis op 27 november 2018 het Werk 100% opleveringsgereed moest opleveren.
- Wanneer dan de vergelijking wordt gemaakt, is sprake van een delta tussen 27 oktober 2018 en 18 oktober 2019 (de feitelijke opleverdatum), en dat is een verschil van 325 kalenderdagen.
- Op grond van het bovenstaande is Mobilis ten hoogste een boetebedrag van (325 x € 5.000 =) € 1.625.000,-- verbeurd.
- de Gemeente heeft de overeenkomst eenzijdig opgesteld en door middel van een aanbestedingsprocedure is de overeenkomst als ondertekeningsgereed document aan Mobilis voorgelegd;
- de Gemeente heeft ervoor gekozen om gebruik te maken van haar bevoegdheid om een boete te koppelen aan de overschrijding van de opleverdatum, terwijl de UAV-GC 2005 dit slechts als een optie heeft opgenomen in § 36 lid 1 UAV-GC 2005;
- het opnemen van het boetebeding in de overeenkomst is niet met Mobilis besproken, laat staan uitonderhandeld. Mobilis had ook geen invloed op de hoogte van het boetebedrag per kalenderdag;
- de Gemeente heeft niet aangegeven waarom zij het boetebeding heeft willen opnemen nu de opening van de fietsenstalling pas maanden later zou plaatsvinden. De Gemeente heeft evenmin aangegeven op grond waarvan zij de hoogte van het boetebedrag heeft betaald;
- daarnaast zijn de verbeurde boetes in de optiek van Mobilis buitensporig hoog in verhouding tot de werkelijk geleden schade.
5.De beslissing
€ 85,-- in geval van betekening, alle kosten te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de vijftiende dag na dagtekening van dit vonnis tot de dag van algehele voldoening;