ECLI:NL:RBDHA:2022:12803

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
30 november 2022
Publicatiedatum
30 november 2022
Zaaknummer
C/09/618487 HA ZA 21-863
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geluidshinder door zwembadinstallaties in appartementencomplex en de beoordeling van de tekortkoming van de aannemer

In deze civiele zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 30 november 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiser] en ERA Contour B.V. over geluidshinder veroorzaakt door een zwembad in een appartementencomplex. [eiser], eigenaar van drie appartementen, had een zwembad laten installeren door ERA, maar ondervond geluidsoverlast van de installaties, wat leidde tot een rechtszaak. De rechtbank heeft vastgesteld dat de geluidshinder niet ontoelaatbaar was en dat ERA niet tekortgeschoten was in de nakoming van de aannemingsovereenkomst. De rechtbank heeft het Toetsingskader, dat door beide partijen was opgesteld, als uitgangspunt genomen voor de beoordeling van de geluidshinder. Dit kader bevatte grenswaarden voor geluidniveaus die bij normaal gebruik van het zwembad niet overschreden mochten worden. De rechtbank concludeerde dat de geluidniveaus bij normaal gebruik voldeden aan deze grenswaarden, en dat de door [eiser] ervaren hinder niet voldoende was om te concluderen dat ERA ondeugdelijk werk had geleverd. De vorderingen van [eiser] werden dan ook afgewezen, en hij werd veroordeeld in de proceskosten van ERA. De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke afspraken over gebruik en verwachtingen bij de aanleg van dergelijke installaties.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK DEN HAAG

Team handel
zaaknummer / rolnummer: C/09/618487 / HA ZA 21-863
Vonnis van 30 november 2022
in de zaak van
[eiser],
te [plaats] ,
eiser,
advocaat mr. R. van Domselaar te Utrecht,
tegen
ERA CONTOUR B.V.,
te Zoetermeer,
gedaagde,
advocaat mr. G.L. Weerheim te Rotterdam.
Partijen zullen hierna [eiser] en ERA genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het procesdossier bestaat uit de volgende stukken:
  • de dagvaarding van ERA door [eiser] van 10 september 2021, met producties 1 tot en met 27;
  • de conclusie van antwoord van ERA, met producties 28 tot en met 45;
  • het tussenvonnis van 1 juni 2022, waarbij een mondelinge behandeling is bevolen;
  • de door [eiser] overgelegde aanvullende productie 28 (emailbericht);
  • de door [eiser] overgelegde aanvullende productie 29 (twee videofragmenten);
  • de door ERA overgelegde aanvullende productie 46 (notitie het GeluidBuro, 23 juni 2022);
  • de door ERA overgelegde aanvullende producties 47 tot en met 51 (vijf videofragmenten);
  • de door [eiser] op 9 september 2022 overgelegde aanvullende productie 30;
  • de akte van ERA met een reactie op de aanvullende productie 30;
  • de brief van [eiser] van 19 oktober 2022 met het verzoek om onderdelen van de akte te weigeren;
  • de schriftelijke reactie van ERA van 20 oktober 2022 op de brief van [eiser] van 19 oktober 2022;
  • de brief van [eiser] van 21 oktober 2022 met het verzoek de reactie van ERA van 20 oktober 2022 te weigeren;
  • het bericht van de rechtbank aan partijen dat voor zover bepaalde passages in de akte van ERA als repliek [bedoeld is dupliek] zijn aan te merken zij deze niet bij de beoordeling zal betrekken.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft op 20 september 2022 plaatsgevonden. Van het verhandelde ter zitting heeft de griffier aantekening gehouden en deze aantekeningen zijn in het griffiedossier gevoegd.
1.3.
Ten slotte is vonnis bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
[eiser] en zijn bedrijf [de B.V.] zijn eigenaar van drie appartementen aan de [adres 1] te [plaats] , gelegen op de [nummer 1] en de [nummer 2] verdieping. De appartementen zijn op 29 maart 2016 gekocht in nog (af) te bouwen staat en daarna samengevoegd tot één geheel. Daarbij is [eiser] onder meer bijgestaan door [A] (hierna: [A] ) van EH Bouwmanagement.
2.2.
ERA houdt zich bezig met vastgoedontwikkeling. Zij heeft het appartementencomplex [X] waarvan de appartementen van [eiser] deel uitmaken (af)gebouwd.
2.3.
Omstreeks april 2016 heeft [eiser] bij ERA geïnformeerd naar de mogelijkheid om in zijn appartement op de [nummer 2] etage een zwembad te realiseren.
2.4.
Na informatie te hebben ingewonnen bij Wels Techniek in Wijchen (hierna: Wels), heeft ERA op 5 oktober 2016 aan [eiser] een offerte met keuzeopties uitgebracht.
2.5.
[eiser] heeft gekozen voor een RVS-zwembad van 5.40 m x 4,80 m en
is ook met de overige onderdelen van deze offerte akkoord gegaan op 6 oktober 2016. Gelijktijdig hiermee heeft [eiser] een opdrachtbevestiging gestuurd voor door hem geselecteerde kopersopties voor het appartement en het plaatsen van het zwembad.
2.6.
ERA heeft Wels als onderaannemer opdracht gegeven tot het plaatsen van het zwembad en bijbehorende installaties in het appartement van [eiser] .
2.7.
Overeenkomstig het ontwerp is het zwembad op vloerniveau van de [nummer 2] verdieping geplaatst en komt dit als het ware op de [nummer 1] verdieping uit het plafond naar beneden. De RVS-bak wordt ondersteund door acht stalen staanders die op de betonvloer van de [nummer 1] verdieping rusten.
Op de [nummer 2] verdieping heeft ERA een zogenaamde bruisbak (waarbij luchtbellen in het water van het zwembad worden geblazen) en de aansluiting van de whirlpool op het watercirculatiesysteem van het zwembad geïnstalleerd. Op deze verdieping bevinden zich verder de whirlpool, swimstream en jetstream (in de whirlpool), die niet door ERA maar door derden zijn geplaatst, rechtsreeks in opdracht van [eiser] .
Op de [nummer 1] verdieping, in de ruimte onder het zwembad, staan de technische installaties, te weten de watercirculatiepomp voor het zwembad en de whirlpool, de luchtblower voor de bruisbak (allebei geplaatst door ERA), de waterpomp voor de swimstream (geplaatst door Wels rechtstreeks in opdracht van [eiser] ), en de waterpomp voor de jetstream (geplaatst door een andere derde in opdracht van [eiser] ). Verder bevinden zich daar ook een waterreservoir voor circulatie en filtering, regelapparatuur en leidingen en filters. De installaties staan op rubberen blokken en/of foamplaat en de diverse leidingen van de installatie zijn star op de stalen constructie of tegen de wanden gemonteerd.
2.8.
ERA heeft het appartement en het zwembad op 27 juni 2017 aan [eiser] opgeleverd.
2.9.
Op enig moment daarna hebben de onderburen van appartement [adres 2] op de [nummer 3] verdieping aan [eiser] te kennen gegeven dat zij geluidsoverlast van het zwembad en de installaties ondervonden, onder meer in hun slaapkamer. [A] heeft hiervan bij email van 21 januari 2019 melding gemaakt aan ERA en Wels. Daarna heeft op 25 januari 2019 een overleg plaatsgevonden, waarbij onder meer aanwezig waren [A] , ERA, Wels en de vader van [eiser] .
2.10.
Vervolgens heeft Tauw B.V. op 21 maart 2019 in opdracht van [A] ( [eiser] ) geluidmetingen verricht. Hiervan heeft zij op 11 april 2019 een rapport opgesteld (hierna: rapport Tauw). Hierin concludeert Tauw dat het gebruik van het zwembad de gemiddelde geluidsniveaus als genoemd in het Besluit van 29 augustus 2011 houdende vaststelling van voorschriften met betrekking tot het bouwen, gebruiken en slopen van bouwwerken (Bouwbesluit 2012), Stb. 2011, 416 (hierna: het Bouwbesluit) overschrijdt en dat ook voor wat betreft de zwembadinstallaties sprake is van een overschrijding.
2.11.
Bij brief van 16 april 2019 heeft de advocaat van [eiser] , onder verwijzing naar het rapport Tauw, ERA in gebreke gesteld en verzocht de gebreken aan het zwembad te (laten) herstellen en de geluidhinder bij de onderburen op te lossen.
2.12.
ERA heeft hierop bij email van haar advocaat van 23 april 2019 geantwoord dat zij in overleg treedt met Wels. Bij email van 1 mei 2019 heeft zij daaraan toegevoegd dat zij bezig is een plan van aanpak op te stellen dat de week erna met [eiser] zal worden besproken.
2.13.
De advocaat van ERA heeft op 10 mei 2019 een plan van aanpak (hierna: stappenplan), opgesteld door Nieman Raadgevende Ingenieurs B.V. in samenwerking met Het GeluidBuro B.V., aan (de advocaat van) [eiser] gestuurd met het verzoek om aan te geven of ERA opdracht kan verstrekken tot uitvoering van het stappenplan. Het stappenplan bevat acht uit te voeren stappen in week 19 tot en met 31 van 2019, voornamelijk gericht op het verrichten van metingen, het analyseren daarvan, en het vaststellen van oplossingen. Stap 4, het vaststellen van een toetsingskader, is in het stappenplan als volgt toegelicht:
“In de rapportage van Tauw is voor de beoordeling van een deel van de meetresultaten aansluiting gezocht bij de installatiegeluideisen uit het Bouwbesluit. De beoordeling van het installatiegeluid van het zwembad valt echter niet binnen de prestatie-eisen die het Bouwbesluit stelt. Ook voor de gebruiksgeluiden van het zwembad zijn in het Bouwbesluit geen prestatie-eisen opgenomen.
Op basis van de inzichten verkregen in stap 3 [uitvoeren geluid- en trillingsmetingen, rechtbank] stellen wij een toetsingskader op. Hierin wordt bijvoorbeeld ook meegenomen of het intermitterende geluiden betreft, de geluiden een tonaal karakter hebben en de frequentie waarmee de geluiden optreden. Uitgangspunt van het toetsingskader is dat bij normaal gebruik van het zwembad geen onaanvaardbare geluidhinder in het ondergelegen appartement op mag treden. Onder normaal gebruik wordt verstaan: Het gebruiken van de verschillende gebruiksstanden van het zwembad, in- en uitstappen, zwemmen en lopen in het zwembad gedurende de dag- en avondperiode. Verder wordt rekening gehouden met de geluiden die in de nachtperiode in ruststand worden geproduceerd door de installatie.”
Stap 9 betreft de uitvoering van de oplossingen en stap 10 ziet op de eindmeting, op nader te bepalen data na week 31.
2.14.
Bij email van 16 mei 2019 heeft de advocaat van [eiser] aan de advocaat van ERA bericht dat [eiser] akkoord is met het stappenplan.
2.15.
In opdracht van ERA heeft Het GeluidBuro B.V. op 5 juli 2019 een rapport opgesteld (hierna: rapport GeluidBuro) van door haar op 17 juni 2019 verricht onderzoek naar geluidhinder van het zwembad. In het rapport GeluidBuro is (een voorstel voor) een toetsingskader neergelegd om een objectieve toetsing van geluidhinder door het zwembad en de bijbehorende installaties mogelijk te maken (hierna: het Toetsingskader). Het Toetsingskader is als volgt toegelicht:
“Er is geen wettelijk toetsingskader waaronder de gebruiksgeluiden en de installatiegeluiden van het zwembad vallen. Ook in de contractstukken zijn geen verplichtingen vastgelegd. Ondanks het ontbreken van een vastgesteld toetsingskader zijn de partijen het erover eens dat er in deze situatie redelijkerwijs toch een bescherming tegen geluidhinder verwacht mag worden.
Daarom is aansluiting gezocht bij de grenswaarden en meetmethodieken van diverse referenties, en is op basis daarvan een voor de situatie passend toetsingskader opgesteld. Voor zover mogelijk moet dit toetsingskader goed aansluiten bij de hinderbeleving van de bewoners van het onderliggende appartement (en mensen in het algemeen) en tevens aansluiten bij wat realistischerwijs in deze situatie als bescherming tegen geluidhinder verwacht mag worden.”
Voor redelijk constante geluiden is in het rapport GeluidBuro als referentiekader aansluiting gezocht bij de eis van gemiddeld 30 dB als bepaald in het Bouwbesluit. Verder is voor het Toetsingskader aansluiting gezocht bij de Handleiding meten en rekenen Industrielawaai (HRMI) waar het betreft tonaal geluid, impulsgeluid en muziekgeluid, en het gemiddelde beoordelingsniveau als neergelegd in het Activiteitenbesluit. Voor de beoordeling van de geluidswering in het gebouw is aansluiting gezocht bij de NEN 1070. Ten slotte zijn ook grenswaarden betrokken die zijn genoemd in het artikel “beoordeling van burenlawaai’ in het tijdschrift Geluid van juni 2007. Op basis van deze referentiekaders zijn de volgende grenswaarden vastgesteld: voor gemiddeld constant geluid LAeq 30 dB overdag (08.00-19.00) en in de avond (19.00-22.00), en 25 dB in de nacht (22.00-08.00), met een correctie van 5dB voor tonaal geluid; voor gemiddeld geluidsniveau tijdens een activiteit LAeq 35 dB overdag en in de avond, en 30 dB in de nacht, met een correctie van 5dB voor tonaal geluid, en voor incidentele piekgeluiden LAeq 45 dB overdag en in de avond en 35 dB in de nacht, met een correctie van 5 dB voor repeterend/impulsgeluid. Voor de toepassing van het Toetsingskader is het normaal gebruik van het zwembad tot uitgangspunt genomen. Het ‘normaal gebruik’ van het zwembad is door de opstellers als volgt toegelicht en gedefinieerd:
“Van ERA Contour mag verwacht worden dat een zwembad is opgeleverd dat bij normaal gebruik geen onaanvaardbare geluidhinder in het onderliggende appartement oplevert. Om de optredende geluidsniveaus te toetsen is het in dit hoofdstuk gepresenteerde toetsingskader opgesteld. Verder moet 'normaal' gebruik gedefinieerd worden.
Onder normaal gebruik van het zwembad verstaan wij:
 De mogelijkheid het water uit het zwembad continu te circuleren en zuiveren.
 Gebruik van het zwembad en de attracties tijdens de dag- en avondperiode.
 Gelijktijdig gebruik van maximaal twee attracties (één in het zwembad en één in de whirlpool)
 Gelijktijdig gebruik door een kleine groep mensen (tot 5 personen)
 Rond het zwembad lopen (maximaal versnelde pas), ook over de goot.
 In en uit het zwembad stappen.
 Lopen in het ondiepe gedeelte van het bad.
 Incidenteel vanaf de rand in het diepe gedeelte van het zwembad springen.
 Zwemmen in het diepe gedeelte (met gebruik van de 'swimstream' attractie)
 Het zwembad afdekken.
 Achtergrondmuziek afspelen tot maximaal een 'acceptabel' geluidniveau waarbij verbale communicatie nog mogelijk is. (< 70 dB(A))
Niet onder normaal gebruik valt:
 Gebruik van het zwembad en de attracties tijdens de nachtperiode
 Gebruik door grote groepen mensen (meer dan 5 personen)
 Het rennen in de ruimte, c.q. over de bedrand en in het ondiepe gedeelte van het zwembad
 Repeterend op en neer springen op de vloer, de goot van het zwembad.
 Repeterend op en neer springen in het ondiepe gedeelte van het zwembad.
 Luide muziek (> 70 dB(A))”
In het rapport GeluidBuro wordt geconcludeerd dat de installaties van het zwembad en de whirlpool goed hoorbaar zijn. Meerdere deelbijdragen en combinaties leveren bij normaal gebruik een overschrijding van de grenswaarden uit het Toetsingskader op. Het contactgeluid van het zwembad is eveneens goed hoorbaar in de woning van de onderburen, maar bij normaal gebruik wordt net voldaan aan het Toetsingskader.
2.16.
Op 4 en 23 december 2019 zijn door NXD Solutions, in opdracht van ERA, opnieuw geluidmetingen uitgevoerd, nadat diverse aanpassingen waren aangebracht aan het zwembad en de installaties om tot geluidreductie te komen. Daaruit bleek dat de aanpassingen niet het gewenste effect hadden gesorteerd.
2.17.
Op 22 januari 2020 heeft een bespreking plaatsgevonden met ERA, NXD Solutions, het GeluidBuro en [A] . Het door ERA opgestelde verslag van die bespreking luidt onder meer als volgt:
“Daar [eiser] vanwege zijn werkzaamheden met regelmaat in anders tijdzones leeft wil hij op alle tijden het zwembad en de ruimte kunnen gebruiken.
Dit gebeurt ook in grotere groepen en tijdens feestjes waarbij de ruimte en het zwembad intensief gebruikt worden. Bovenstaand omschreven gebruik is een ander gebruik als wat wij onder normaal gebruik plaatsen.
Uitgangspunt van deze sessie is het onderzoeken of het technisch mogelijk is om het zwembad voor de onderbuurman qua installatie en gebruiksgeluid (bij bovenstaand gebruik) geluidloos te maken om aan de wens van [eiser] te kunnen voldoen. Dit uitgangspunt is een andere dan waarop de installatie destijds is ontworpen en waarop aansluiting is gezocht binnen het bouwbesluit.”
2.18.
Op 13 februari 2020 hebben het GeluidBuro en NXD Solutions een tabel met mogelijke maatregelen (hierna: Matrix) opgesteld. Deze Matrix is aan [A] toegestuurd. Vervolgens heeft NXD Solutions constructiegeluidmetingen uitgevoerd, aanpassingen verricht, en opnieuw geluidmetingen uitgevoerd in augustus en september 2020.
2.19.
In opdracht van ERA heeft het GeluidBuro op 28 september 2020 een rapport opgesteld. De conclusie daarin is dat het geluidsniveau van de installaties voldoet aan de streefwaarde van maximaal 30 dB, behoudens de deelbijdrage van de luchtblower. Ten aanzien van het gebruiksgeluid van het zwembad blijkt dat het springen in het ondiepe gedeelte van het zwembad de hoogste geluidsemmissie oplevert, namelijk 42 dB. Naar verwachting kan dit met 5 tot 8 dB gereduceerd worden als op het ondiepe gedeelte van het zwembad een betonnen vloer van 5 cm dikte wordt aangebracht. Door trillingsisolatie van het ondiepe en het diepe gedeelte van het zwembad zou volgens het rapport een reductie van circa 3 à 5 dB kunnen worden bereikt.
2.20.
Het GeluidBuro en NXD Solutions hebben vervolgens op 14 januari 2021 voor het gebruiksgeluid van het zwembad, op basis van de Matrix, onder meer de volgende maatregelen geadviseerd:
- een trilling-geïsoleerde opstelling van het zwembad inclusief de draagconstructie;
- het verend opstellen van de grote componenten;
- het afsteunen van leidingwerk op houten montagepanelen en het bevestigen van trillingsisolatie of panelen op de stalen draagconstructie;
- het bekleden van de zwembadwanden en bodemvlakken met structurele demping;
- het toevoegen van deelmassa aan het bodemvlak van het ondiepe gedeelte van het zwembad.
2.21.
Op 4 februari 2021 heeft NXD Solutions een notitie opgesteld naar aanleiding van door haar op 22 december 2020 verrichte geluidmetingen naar tonaal geluid (waaierschoepen) van de drie pompen van het zwembad. In deze notitie staat onder meer dat als de topswimstream wordt beperkt tot 80% en het water/lucht-jetsysteem in de whirlpool tot 90%, alle geluid-deelbijdragen ruim onder de streefwaarde van 30 dB blijven.
2.22.
Tijdens een overleg met [eiser] op 18 maart 2021 heeft ERA zich naar aanleiding van de laatste geluidsmetingen op het standpunt gesteld dat ten aanzien van zowel het installatiegeluid als het gebruiksgeluid van het zwembad wordt voldaan aan de grenswaarden uit het Toetsingskader en dat zij om die reden niet gehouden is tot het uitvoeren van verdere werkzaamheden.

3.Het geschil

3.1.
[eiser] vordert, na ter zitting zijn eis te hebben verminderd, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad (samengevat):
a. a) een verklaring voor recht dat ERA toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de aannemingsovereenkomsten;
b) ERA te veroordelen binnen vier maanden na betekenis van dit vonnis de geluidhinder bij de onderburen weg te nemen, in die zin dat het geluid van de zwembadinstallaties en een normaal gebruik van het zwembad (zwemmen, in- en uitstappen, lopen en springen) daar niet hinderlijk hoorbaar is, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.000,-- per dag of gedeelte daarvan dat ERA hieraan niet voldoet, met een maximum van € 3.000.000,--;
c) voor zover alle door de deskundigen voorgestelde maatregelen zijn doorgevoerd maar de onderburen nog steeds geluidoverlast ervaren, dan wel de deskundigen vaststellen dat het doorvoeren van de maatregelen niet tot een verbetering van het geluidsniveau bij de onderburen zullen leiden, de overeenkomsten van 6 oktober 2016 ten aanzien van de koop en het laten plaatsen van het zwembad en installaties partieel te ontbinden en ERA te veroordelen tot het verwijderen van het zwembad en installaties en het appartement van [eiser] terug te brengen in de oorspronkelijke staat zoals dit zou zijn opgeleverd zonder zwembad en installaties, en ERA te veroordelen tot terugbetaling van een bedrag van € 1.872.694,21 ter zake van door [eiser] gemaakte kosten voor het zwembad en de installaties, aanvullende kosten en geleden schade, te vermeerderen met de wettelijke rente;
d) ERA te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 5.989,50 voor door [eiser] ingeschakelde deskundigen;
e) ERA te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 6.775,- aan buitengerechtelijke incassokosten;
f) ERA te veroordelen in de kosten van deze procedure.
3.2.
[eiser] legt aan zijn vorderingen primair ten grondslag dat het door ERA geleverde werk ondeugdelijk is in de zin van artikel 7:759 Burgerlijk Wetboek (BW). Volgens [eiser] ervaren zijn onderburen ondanks de door ERA getroffen geluidreducerende maatregelen nog steeds hinder van het zwembadgebruik en de zwembadinstallaties. Subsidiair stelt [eiser] zich op het standpunt dat ERA hem vooraf had moeten informeren over alternatieve uitvoeringswijzen die geen hinder bij de onderburen zouden opleveren.
3.3.
ERA voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen, met veroordeling van [eiser] in de proceskosten. Volgens ERA voldoen het door haar gerealiseerde zwembad en de door haar gerealiseerde zwembadinstallaties inmiddels aan het gezamenlijk opgestelde en afgestemde Toetsingskader en daarmee aan de te stellen eisen, zodat geen sprake is van een tekortkoming en ERA niet kan worden verplicht tot het verrichten van aanvullende werkzaamheden.

4.De beoordeling

Inleiding

4.1.
In de dagvaarding heeft [eiser] aangevoerd dat ERA ondeugdelijk werk heeft geleverd omdat zijn onderburen nog steeds geluidhinder van het zwembad en de bijbehorende installaties ondervinden en hij erop mocht vertrouwen dat het zwembad voor hen niet hoorbaar zou zijn. Ter zitting heeft [eiser] zijn vorderingen aldus toegelicht dat die niet zo moeten worden begrepen dat het zwembad (contactgeluid) en de installaties (installatiegeluid)
geheelonhoorbaar moeten zijn, maar dat het erom gaat dat deze niet
hinderlijkhoorbaar zijn voor de onderburen. De rechtbank zal op die - verminderde - eis beslissen.
4.2.
Voorwaarde voor toewijzing van de vorderingen van [eiser] is dat ERA is tekortgeschoten in de nakoming van een verplichting op grond van de tussen hen gesloten overeenkomst tot aanneming van werk. De rechtbank zal hierna eerst ingaan op de vraag aan de hand van welke maatstaf moet worden beoordeeld of sprake is van een tekortkoming door ERA. Daarna beoordeelt de rechtbank of sprake is van een tekortkoming door ERA. De rechtbank besluit dit vonnis met een conclusie en een beslissing over de proceskosten.
Het Toetsingskader en het normaal gebruik van het zwembad
4.3.
Ter zitting is naar voren is gekomen dat partijen het bij het aangaan van de overeenkomst niet hebben gehad over het door [eiser] gewenste gebruik van het zwembad. Over (on)hoorbaarheid voor buren, nachtelijk gebruik, gebruik door grotere groepen mensen en luide muziek is toen niet gesproken
.In de contractstukken hebben partijen evenmin daaraan eisen gesteld.
4.4.
Uit de beschikbare documentatie volgt dat partijen, bij gebreke aan wettelijke grenswaarden voor burenlawaai als gevolg van zwembaden in woontorens, in gezamenlijkheid het Toetsingskader met grenswaarden voor dag-, avond- en nachturen hebben aangehouden, overeenkomstig het voorstel in het rapport GeluidBuro. In dat rapport is verwoord dat wanneer wordt voldaan aan de grenswaarden uit het Toetsingskader, geen sprake is van ontoelaatbare hinder.
4.5.
De rechtbank passeert de opmerking van [A] ter zitting dat [eiser] de normen uit het Toetsingskader niet heeft omarmd. [eiser] en zijn adviseurs onder wie [A] ) zijn jarenlang bij alle overleggen, brainstormsessies en geluidonderzoeken betrokken geweest, waarbij de normen uit het Toetsingskader tot uitgangspunt zijn genomen. Nergens uit het dossier blijkt dat [eiser] zich op enig moment heeft verzet tegen het gebruik van het Toetsingskader bij de geluidsonderzoeken en het treffen van geluidreducerende maatregelen.
4.6.
De door [eiser] als aanvullende productie overgelegde notitie van Cauberg Huygen B.V. geeft evenmin aanleiding om niet van het Toetsingskader uit te gaan. Deze notitie is, anders dan het rapport GeluidBuro, louter gebaseerd op de systematiek als uiteengezet in het artikel “beoordeling van burenlawaai’ in het vakblad Geluid van 2 juni 2007. Naar ERA onweersproken heeft toegelicht, heeft die systematiek in de praktijk geen brede navolging gevonden. Dat op grond van die methode tot verdergaande normen wordt gekomen, mede door toekenning van strafpunten vanwege (subjectieve) hinderbeleving, betekent dan ook niet dat de grenswaarden van het Toetsingskader – die al strikter zijn dan die van het Bouwbesluit – geen juist kader zouden vormen.
4.7.
Gelet op het voorgaande zal rechtbank bij de verdere beoordeling uitgaan van het Toetsingskader, nu deze haar in de gegeven omstandigheden, bij gebrek aan een wettelijk toetsingskader voor gebruiks- en installatiegeluid van zwembaden in woontorens, juist en passend voorkomt.
4.8.
De rechtbank neemt daarbij ook, in navolging van het rapport GeluidBuro en het door [eiser] geaccordeerde stappenplan, het ‘normaal gebruik’ van het zwembad en de zwembadinstallaties tot uitgangspunt, zoals in dit rapport gedefinieerd. Bij gebreke aan concrete afspraken tussen partijen over het specifieke door [eiser] gewenste gebruik van het zwembad in de nachtelijke uren met grote groepen en luide muziek, heeft ERA naar het oordeel van de rechtbank op goede gronden alleen rekening hoeven houden met het gebruik van het zwembad tijdens de dag- en avondperiode door een beperkte groep mensen en zonder luide muziek. Rennen over de badrand en in het ondiepe gedeelte en repeterend op en neer springen op de goot of de vloer in het ondiepe gedeelte van het zwembad is naar het oordeel van de rechtbank eveneens terecht niet aangemerkt als normaal gebruik. Bij dit alles mocht ERA uitgaan van de woonfunctie (bestemming) van het appartement, over welke bestemming tussen partijen geen geschil bestaat. Met juistheid betoogt ERA dat [eiser] achteraf niet hogere eisen kan stellen dan in de oorspronkelijke opdracht. Indien hij het zwembad in de nachtelijke uren met grote groepen en luide muziek had willen gebruiken, had het op zijn weg (en die van zijn adviseurs) gelegen om tijdig die wensen aan ERA kenbaar te maken, zodat het zwembadontwerp hierop kon worden afgestemd. Gesteld noch gebleken dat hij dit heeft gedaan.
4.9.
De rechtbank verwerpt het subsidiaire betoog van [eiser] dat ERA hem vooraf had moeten informeren over alternatieve uitvoeringswijzen die geen hinder bij de onderburen zouden opleveren. [eiser] zelf heeft het initiatief genomen voor een zwembad en daarbij keuzes gemaakt. [eiser] werd daarin bijgestaan door een bouwkundige, [A] , die geacht mocht worden op de hoogte te zijn van de wensen van [eiser] en het door hem beoogde gebruik. Dat [eiser] achteraf een hoger geluidsbeschermingsniveau had gewild, maakt het uitgevoerde ontwerp nog niet onjuist. Daarnaast geldt dat de waarschuwingsplicht van de aannemer voor onjuistheden, fouten of gebreken in het ontwerp of de opdracht (artikel 7:754 BW), anders dan [eiser] kennelijk meent, niet zover gaat dat de aannemer verplicht is de opdrachtgever te wijzen op de mogelijkheid van een hoger (dan wettelijk voorgeschreven) kwaliteitsniveau.
4.10.
Het beroep van [eiser] op de uitspraak van de Rechtbank Gelderland van 26 september 2016 (ECLI:NL:RBGEL:2016:5307) gaat hier niet op. Volgens [eiser] zou hieruit volgen dat sprake is van een toerekenbare tekortkoming indien een bepaalde installatie ongeschikt is voor een bepaalde ruimte, tenzij de aannemer de opdrachtgever hierop van te voren zou hebben gewezen en alternatieven zou hebben aangedragen. De vergelijking met de onderhavige situatie gaat echter mank, omdat in dit geval geen sprake is van een ongeschikte uitvoering door ERA. Zoals hierna wordt overwogen, voldoet het door ERA gerealiseerde werk aan het Toetsingskader bij normaal gebruik en daarmee aan de daaraan te stellen eisen.
Voldoen het zwembad en de installaties aan het Toetsingskader bij normaal gebruik?
4.11.
Uit het dossier komt naar voren dat er twee te onderscheiden bronnen zijn van de door de onderburen ervaren geluidhinder, te weten enerzijds geluid door gebruik van het zwembad zelf (contactgeluid) en anderzijds geluid van de zwembadinstallaties (installatiegeluid).
4.12.
Voor wat betreft het installatiegeluid blijkt uit de notitie van NXD Solutions van 4 februari 2021 dat – uitgaande van een instelling van het watercirculatiesysteem ’s nachts op 27 Hz en overdag op 43 Hz – als de topswimstream wordt beperkt tot 80% en het water/lucht-jetsysteem in de whirlpool tot 90%, alle geluid-deelbijdragen onder de 30 dB blijven, waarmee is voldaan aan de grenswaarden van het Toetsingskader. Dat dit volgens geluidonderzoek door Tauw en GeluidBuro uit 2019 nog niet het geval was, zoals [eiser] heeft aangevoerd, is niet (meer) relevant. Dat de topswimstream en de jetstream in de whirlpool niet tegelijk met alle andere systemen voluit kunnen staan is, zo dit al als gebrek kan worden aangemerkt, bovendien niet aan ERA toe te rekenen. De topswimstream en de jetstream zijn immers van derden afkomstig en ERA hoefde hiermee geen rekening te houden, nu niet gesteld of gebleken is dat zij bij het aangaan van de overeenkomst over de (voorgenomen) komst van die systemen is geïnformeerd.
4.13.
Voor wat betreft het contactgeluid blijkt uit het rapport van GeluidBuro van 5 juli 2019 dat bij normaal gebruik wordt voldaan aan de grenswaarden van het Toetsingskader, zij het nipt.
4.14.
De conclusie is dus dat bij normaal gebruik het door ERA gerealiseerde werk voldoet aan de grenswaarden van het Toetsingskader.
Aanhoudende hinderbeleving onderburen
4.15.
[eiser] voert aan dat ook als wordt voldaan aan de grenswaarden van het Toetsingskader, de buren nog steeds overlast ervaren, op grond waarvan hij vermoedt dat het Toetsingskader niet aansluit bij de hinderbeleving van de onderburen. Hij wijst daarbij op de uitspraak van 6 februari 2020 van deze rechtbank (ECLI:NL:RBDHA:2020:936), waarin (kort gezegd) is geoordeeld dat ook indien een geluidsbron voldoet aan de geldende geluidsnormen, dit niet per definitie meebrengt dat deze geluidsbron geen onrechtmatige geluidshinder kan veroorzaken.
4.16.
Het beroep van [eiser] op deze uitspraak slaagt niet. Hinderbeleving alleen is niet het criterium waaraan hier getoetst moet worden. Uitgangspunt van het Toetsingskader is geweest om op basis van meerdere referentiekaders geluidnormen (grenswaarden) op te stellen die enerzijds zo veel mogelijk goed aansluiten bij de hinderbeleving van de onderburen en anderzijds bij wat realistisch verwacht mag worden, omdat het Toetsingskader een objectieve toetsing mogelijk moet maken (rapport GeluidBuro, p. 15). Een voorbeeld van aansluiting bij de hinderbeleving van de onderburen is de grenswaarde voor muziekgeluid, die in het Toetsingskader is gesteld op 70dB(A) omdat de onderburen hebben aangegeven bij 80 dB(A) hinder te ondervinden (rapport GeluidBuro, p. 37). De hinderbeleving van de onderburen is dus, met andere woorden, verdisconteerd in de grenswaarden van het Toetsingskader. Daarin verschilt de onderhavige zaak dus van die welke heeft geleid tot de door [eiser] genoemde uitspraak.
4.17.
Als, zoals hier, de grenswaarden van het Toetsingskader niet worden overschreden bij normaal gebruik van het zwembad, is geen sprake van ontoelaatbare hinder. Hoewel in het luxere appartementen-segment wellicht een betere bescherming tegen geluid verwacht mag worden, geldt ook hiervoor dat buren een zekere mate van overlast die inherent is aan het normale gebruik van woningen van elkaar hebben te aanvaarden. Een volstrekt geluidloze situatie, zo al technisch haalbaar, kan ook [eiser] niet verwachten. [eiser] onderkent dit zelf ook, gezien zijn vermindering van eis (zie 4.1).
Zwevende vloeren
4.18.
[eiser] voert voorts aan dat ERA ten onrechte geen zwevende vloer heeft aangebracht op de vloer van de technische ruimte en niet gekozen heeft voor een zwevende constructie van het zwembad, waardoor mogelijk een geluidreductie van 20% zou kunnen worden gerealiseerd.
4.19.
De rechtbank volgt [eiser] hierin niet. Een mogelijke verbetering in de reductie van geluid van circa 20% door het aanbrengen van zwevende vloeren, maakt niet dat de huidige installatieruimte en constructie als gebrekkig moeten worden aangemerkt. Getoetst moet worden aan het Toetsingskader. Nu de grenswaarden van het Toetsingskader bij normaal gebruik niet worden overschreden, is geen sprake van een gebrek.
4.20.
Daarnaast heeft ERA toegelicht dat in plaats van een zwevende vloer is gekozen voor een verende opstelling van de installaties, waardoor de trillingen die via de vloer gaan worden beperkt. Volgens ERA is dit een betere aanpak omdat met een zwevende vloer juist een klankkast gecreëerd zou worden. Een zwevende vloer onder het zwembad is bovendien niet mogelijk, daarvoor is het zwembad te zwaar, aldus ERA. [eiser] heeft op zijn beurt die technische toelichting onvoldoende weersproken, zodat de rechtbank deze voor juist houdt.
Slotsom en proceskosten
4.21.
Op grond van al het voorgaande concludeert de rechtbank dat niet is komen vast te staan dat ERA ondeugdelijk werk heeft geleverd. Van de door [eiser] bedoelde tekortkoming van ERA is geen sprake.
4.22.
Dit betekent dat de vorderingen integraal zullen worden afgewezen, met veroordeling van [eiser] , als de in het ongelijk gestelde partij, in de proceskosten van ERA die tot aan deze uitspraak worden begroot op € 3.202, te weten € 2.076 aan griffierecht en € 1.126 aan kosten voor de advocaat (2 punten volgens tarief II).
4.23.
Aan bespreking van de overige geschilpunten wordt niet toegekomen.

5.De beslissing

De rechtbank:
5.1
wijst de vorderingen af;
5.2
veroordeelt [eiser] in de proceskosten, aan de kant van de ERA tot op heden begroot op € 3.202,-;
5.3
verklaart deze kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.L. Harmsen en in het openbaar uitgesproken op 30 november 2022.