ECLI:NL:RBDHA:2022:12694
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- M. Kraefft
- L.J. Besseling
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag verblijfsvergunning asiel op basis van Dublinverordening met betrekking tot gezinsleven
In deze zaak heeft eiseres, een Nigeriaanse vrouw geboren in 1985, een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel in Nederland. Eiseres stelt dat Nederland haar aanvraag moet behandelen omdat zij een kind heeft wiens vader verblijfsrecht in Nederland heeft en met wie zij een gezin vormt. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat de Dublinverordening specifieke bepalingen bevat die garanderen dat gezinsleden in hetzelfde land kunnen blijven, maar eiseres heeft niet aangetoond dat deze bepalingen op haar van toepassing zijn. In een eerdere procedure is geconcludeerd dat eiseres geen duurzame en exclusieve relatie heeft met haar partner en dat er geen sprake is van familie- of gezinsleven tussen hen. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat eiseres slechts een akte van erkenning van hun ongeboren kind heeft overgelegd, wat niet voldoende is om bijzondere omstandigheden aan te nemen die toepassing van artikel 17 van de Dublinverordening rechtvaardigen.
De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard en het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. De rechtbank oordeelt dat de informatie over het verblijfsrecht van de partner van eiseres niet relevant is voor de beoordeling door Duitsland, aangezien eiseres niet heeft aangetoond dat Nederland verantwoordelijk is voor haar aanvraag op basis van de Dublinverordening. De rechtbank heeft ook geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. M. Kraefft, voorzieningenrechter, en mr. L.J. Besseling, griffier, en is openbaar gemaakt op 29 november 2022.