Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser V-nummer: [V-nummer]
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 13 juli 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen de maatregel van bewaring van een Poolse vreemdeling, eiser, die was opgelegd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De maatregel van bewaring was opgelegd op 28 juni 2022, maar werd op 6 juli 2022 opgeheven. Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld, dat tevens als verzoek om schadevergoeding moet worden aangemerkt. Tijdens de zitting op 11 juli 2022 is eiser niet verschenen, terwijl de verweerder zich liet vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de gronden voor de maatregel van bewaring niet zijn betwist door eiser. Eiser heeft aangevoerd dat er redenen zijn om de ongewenstverklaring op te heffen, maar de rechtbank oordeelt dat deze kwestie niet ter toetsing ligt in deze procedure. Eiser heeft ook gesteld dat hij geen effectief rechtsmiddel had tegen zijn uitzetting naar Polen, maar de rechtbank concludeert dat hij met het verzoek om een voorlopige voorziening wel degelijk een rechtsmiddel heeft gehad.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl en kan binnen een week na bekendmaking worden aangevochten bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.