Uitspraak
[eiseres] , eiseres
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid (verweerder)
Zitting
Beslissing
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
.
Rechtbank Den Haag
Op 9 juni 2022 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. H.K. Jap A Joe, en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiseres had beroep ingesteld tegen een terugkeerbesluit dat op 20 januari 2022 door verweerder was opgelegd, omdat zij niet rechtmatig in Nederland verbleef. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard, wat betekent dat eiseres de Europese Unie binnen 28 dagen moet verlaten.
Eiseres voerde aan dat verweerder het terugkeerbesluit had moeten intrekken, omdat zij gezinsleven onderhoudt met een EU-langdurig ingezetene en in verwachting is van hun tweede kind. Daarnaast had zij op 11 maart 2022 een verblijfsvergunning aangevraagd, wat volgens haar rechtmatig verblijf zou betekenen. De rechtbank oordeelde echter dat het terugkeerbesluit terecht was opgelegd, aangezien eiseres op het moment van de beslissing geen rechtmatig verblijf had.
De rechtbank benadrukte dat de enkele stelling van eiseres dat zij een man en kind in Nederland heeft, niet voldoende was om af te zien van het opleggen van het terugkeerbesluit. De echtgenoot van eiseres heeft de Marokkaanse nationaliteit, waardoor eiseres geen afgeleid verblijfsrecht heeft. De aanvraag voor verblijf die na het terugkeerbesluit was ingediend, deed hier niets aan af. De rechtbank concludeerde dat er geen uitzonderingen van toepassing waren die het terugkeerbesluit ongeldig zouden maken.
De uitspraak werd openbaar gedaan en partijen werden gewezen op de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan. Eiseres kreeg geen vergoeding van griffierecht of proceskosten, en het proces-verbaal werd op dezelfde dag verzonden naar de betrokken partijen.