ECLI:NL:RBDHA:2022:12658

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
13 juni 2022
Publicatiedatum
28 november 2022
Zaaknummer
NL22.7579
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag met betrekking tot Dublin-overeenkomst

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 13 juni 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd, kreeg te horen dat zijn aanvraag niet in behandeling werd genomen omdat Italië verantwoordelijk was voor de behandeling van zijn asielverzoek op basis van de Dublin-overeenkomst. Dit besluit werd genomen door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 28 april 2022. De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.

Tijdens de zitting op 17 mei 2022, waar de verzoeker werd bijgestaan door zijn gemachtigde mr. M.J.A. Rinkes, is het verzoek behandeld. De verweerder, de Staatssecretaris, was niet aanwezig, maar had wel een verweerschrift ingediend. De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat er inmiddels een uitspraak was gedaan in een andere zaak (NL22.7578) die verband hield met het beroep van de verzoeker. Hierdoor was de noodzaak voor een voorlopige voorziening komen te vervallen. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening dan ook afgewezen en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak is openbaar gemaakt op dezelfde dag en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL22.7579
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker] , verzoeker V-nummer: [V-nummer]

(gemachtigde: mr. M.J.A. Rinkes), en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

Procesverloop

Bij besluit van 28 april 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Italië verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, samen met de zaak NL22.7578, op 17 mei 2022 op zitting behandeld. Verzoeker is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Als tolk is verschenen M. Fayez. Verweerder is, met bericht van verhindering, niet verschenen.

Overwegingen

Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL22.7578, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.P. Glerum, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. M.A.W.M. Engels, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
13 juni 2022

Documentcode: [documentcode]

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.